ReportageProtestactie
Brusselse picknickers richten hun pijlen op de Kleine Ring: ‘Blijkbaar is dit de manier om dingen te doen bewegen in Brussel’
Tien jaar na de eerste protestpicknick is nu de Brusselse Kleine Ring het nieuwe strijdpunt van burgercollectief Picnic The Streets. Zo’n 300 mensen spreidden zondagnamiddag hun dekentjes op het asfalt van een brug langs de Kleine Ring: ‘Wij willen een stad waar je niet meer voor je leven hoeft te vrezen zodra je de deur uitgaat.’
Koen Depaepe en Ariane De Vriendt fotograferen zichzelf op de brug ter hoogte van Café Walvis, doorgaans een plek waar mensen geen woord tegen elkaar gezegd krijgen zonder te worden overstemd door claxons. Ze dragen exact dezelfde kleren en nestelen zich op hetzelfde dekentje als bijna dag op dag tien jaar geleden voor het Brusselse Beursplein. Dat was toen een zondagnamiddag lang even geen drukke stadsautosnelweg, maar het toneel van Picnic The Streets. Het door filosoof Philippe Van Parijs gelanceerde ideetje groeide in een mum van tijd uit tot een burgercollectief dat sneller dan zelf verwacht autovrije centrale lanen in het centrum van Brussel bewerkstelligd kreeg.
“Het enige verschil met toen zijn zij”, wijst Koen zijn dochters Marit (7) en Viona (5) aan. “Wij wonen in Koekelberg en komen hier dikwijls met de fiets. Dit gaat over het herverdelen van de ruimte tussen de auto’s en actieve weggebruikers zoals fietsers, voetgangers. Deze plek is extreem gevaarlijk door al het verkeer dat hier samenkomt. De voetgangerszone is destijds afgedwongen door samen te komen en te gaan zitten. Blijkbaar is dit de manier om dingen te doen bewegen in Brussel.”
Kleine Ring
De picknickers zijn om klokslag twee uur neergestreken op de brug. Met groentetaarten, flessen cava en hier en daar een parasol. De groep groeit uit tot een van zo’n driehonderd mensen onder wie erg veel jonge gezinnen. De voertaal is overwegend Nederlands.
“Deze plek is een symbool, zoals de Beurs dat tien jaar geleden was”, zegt medeorganisator Gerben Van den Abbeele, inmiddels oud-strijder van acties als deze. “Het centrum van Brussel, dat is niet de Grote Markt of het Beursplein, dat is híér. Hier woont het grootste aantal mensen dicht bij elkaar. Toch is dit het zwartste punt van Brussel op het gebied van luchtkwaliteit. Door de Kleine Ring. Die chaos van auto’s veroorzaakt een barrière tussen Brussel en Molenbeek.”
De met het oog op de Wereldtentoonstelling van 1958 aangelegde Kleine Ring zuigt elke werkdag zo’n honderdduizend wagens naar het centrum van Brussel. De Ring gaat rond de vier punten van de Brusselse vijfhoek grotendeels door tunnels en afgescheiden viervakswegen, maar in de wat armere kanaalzone mengt het autoverkeer zich met fietsers en voetgangers voor wie nauwelijks plaats is.
“Wij erven de stad van onze voorgangers”, zegt schepen van Mobiliteit Bart Dhondt (Groen), tien jaar geleden ook present en nu bezieler van het nieuwe Brusselse circulatieplan dat op 15 augustus in voege treedt. “Met Good Move gaan we een stap zetten naar een autoluwer Brussel en dat schept mogelijkheden”, zegt hij. “We gaan met het gewest bekijken welke toekomst we zullen geven aan deze brug. We willen een daling van de autodruk, een modal shift. Als we die bereiken, zal er hier minder autoverkeer zijn. Wij zijn als stad zeker bereid om na te denken over welke toekomst we kunnen geven aan deze brug.”
‘Zestien mensenlevens’
Maar voor Gerben Van den Abbeele en de meeste andere picknickers is de brug bijzaak. Als hij iets voor drieën per megafoon oproept om de brug te verlaten en de picknick uit te breiden tot de asfaltstroken van de Kleine Ring, lukt dat vrij snel en aardig. “Ik ben al wat ouder, mij maakt het niet uit”, roept een van de eersten die voor een rij auto’s zijn badhanddoek op het asfalt uitspreidt.”
Aan de Molenbeekse kant heeft de politie van zone-West de brug afgesloten met twee dwars geparkeerde patrouillewagens. Aan de Brusselse kant leiden fietsagenten het verkeer om. Dat gaat anders dan tien jaar geleden erg vlot. “Ze hebben gelijk,” zegt een in de file geklemde automobilist, “er zijn veel te veel auto’s in de stad.”
Wiet Vandaele van Heroes for Zero, een burgercollectief dat er kwam na de dood van journaliste Stephanie Verbraekel van De Standaard in november 2017, helpt met een zwart-geel-rode armband het autoverkeer rond de picknick te leiden. “Het doel van Heroes for Zero is nul verkeersdoden en nul zwaargewonden”, legt hij uit. “Stephanie werd in Schaarbeek voor haar deur doodgereden. Er zijn daarna collectieven gekomen in meerdere gemeenten, waarna de zone 30 in het hele Brusselse gewest is ingevoerd. Resultaat: van twintig naar vier verkeersdoden in een jaar tijd. Zestien mensenlevens zijn gered door een vrij eenvoudige maatregel die ook helemaal niet veel kostte.”
“Wat wij vragen, is een ander soort stad, waar je niet meer hoeft te vrezen voor je leven zodra je de deur uitkomen. Het probleem beperkt zich niet tot deze brug. Binnenkort wordt het Saincteletteplein (deel van de Kleine Ring, ddc) heraangelegd, en daar zie je alweer tweemaal twee rijstroken plus een busstrook. Die plannen voldoen helemaal niet aan hoe dat wij de stad van de toekomst zien.”
Net als partijgenoot Bart Dhondt wil de Brusselse minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt allereerst aan de slag met de brug. “Dit is een zwart punt qua verkeersveiligheid”, zegt ze. “Hier steken superveel schoolkinderen dagelijks over, er gebeuren veel ongevallen. We moeten dat anders inrichten. We gaan nu met de gemeenten Molenbeek en Brussel rond de tafel zitten, en met de actievoerders. Idealiter laten we op de brug enkel nog niet-gemotoriseerd verkeer toe en wordt het een plek om elke dag te picknicken.”