NieuwsCultuur
Brussel plaatst QR-codes bij ‘racistische en seksistische’ striptekeningen
Een feministisch collectief bekritiseert de bekende striptekeningen op de muren van Brussel. Het stadsbestuur weigert ze weg te halen, maar komt nu met een andere oplossing.
De muurtekeningen met striphelden zijn een van de grote toeristenfavorieten van Brussel, het officiële stripparcours is ontstaan in de jaren negentig. Maar niet iedereen is positief over de tekeningen. Zo loopt de route langs het Justitiepaleis, waar een fresco vier verdiepingen van een gevel beslaat. Op de tekening loeren twee agenten naar een gekleurde man en een naakte vrouw. Een paar honderd meter verderop hangt een tekening van de bekende activiste en jazzartiest Josephine Baker in een strak jurkje naast een cheeta. Ze wordt door twee witte paters over een muurtje geholpen.
Het zijn voorbeelden van muurschilderingen die racistisch en seksistisch zijn, volgens feministisch collectief Noms Peut-Être. Drie jaar geleden stapte de organisatie naar het stadsbestuur. Zeker dertien van de in totaal 69 stripmuren zijn beledigend en moeten verdwijnen, aldus het collectief.
Maar het stadsbestuur wil niet overgaan tot verwijderen. In plaats daarvan worden alle muurschilderingen voorzien van een QR-code. Als je die scant krijg je tekst en uitleg over de tekening, zegt Arnaud Pinxteren (Ecolo), schepen voor Stadsvernieuwing. “De stripmuren zijn de geschiedenis. Soms beelden ze personages uit die in de jaren vijftig werden getekend. Natuurlijk is de context veranderd, daarom is er uitleg nodig.” Voor het project is 40.000 euro geïnvesteerd en wordt samengewerkt met het Brussels Stripmuseum en onderzoekers van het Brussels Studies Institute.
Dat mensen muurschilderingen als die van Josephine Baker racistisch vinden, begrijpt stripauteur Wauter Mannaert wel. “Als je er zo langsloopt zie je alleen maar een koloniaal beeld zonder context, dat kan raar overkomen.” Hij maakt zelf ook onderdeel uit van het parcours met een stripmuur over Yasmina, een 11-jarig bicultureel meisje uit een arm gezin dat goed kan koken. Hij bedacht het personage omdat hij zich vanuit zijn verleden als jeugdwerker eraan stoorde dat er te weinig vrouwelijke hoofdpersonages en weinig personages met een migratieachtergrond bestonden.
Noms Peut-Être deed in 2020 een onderzoek naar de stripmuren, waaruit bleek dat 85 procent van de helden op de muren mannen zijn. Daarnaast is het overgrote deel van de stripauteurs man: 93 procent. Het Brusselse stadsbestuur zegt zich hiervan bewust te zijn. Sinds 2018 zijn elf van de twaalf nieuwe stripmuren gemaakt door vrouwen of door een vrouw en een man, en ook het aantal vrouwelijke personages als held is toegenomen.
Émilie Plateau is een van de weinige vrouwelijke auteurs die onderdeel uitmaakt van het parcours. “Het is jammer dat de stripwereld wordt gedomineerd door mannen”, zegt ze. “Vrouwen krijgen nu langzaam meer een podium, dat is een goede zaak.” Ze begrijpt de kritiek van Noms Peut-Être. “De strips zijn gemaakt in een andere tijd, het is belangrijk om die context uit te leggen.”
Ook Mannaert vindt de discussie terecht. Bewust of onbewust, seksisme zit verweven in de stripwereld, zegt hij. “Ik lees mijn zoontje van zes jaar graag strips voor met dierenweetjes. Het is jammer dat vrouwen daarin steevast in sexy poses en in bikini figureren, terwijl de wetenschappers altijd mannen met ringbaardjes zijn.”
Zijn de QR-codes een oplossing? Plateau: “Het is een goede manier om de discussie te voeren, maar het werkt alleen als mensen daadwerkelijk de moeite nemen om de codes te scannen en de teksten te lezen.” Schepen Pinxteren blijft achter de codes staan. “Ik veronderstel dat mensen die een stripmuur aanstootgevend vinden meer tekst en uitleg zullen zoeken”. Inmiddels hebben 50 van de 69 stripmuren een QR-code. Dit jaar krijgen de resterende muurschilderingen er ook een.