Drugsbeleid
Brussel krijgt centrum voor drugsgebruikers: “Met drugs moet je pragmatisch zijn”
Brussel gaat een geïntegreerd centrum voor drugsgebruikers oprichten, met onder meer een gebruikersruimte. Experts reageren positief: “Met drugs moet je pragmatisch zijn.” Al houdt CD&V de boot nog wat af.
3.500 vierkante meter. Zo groot moet het laagdrempelig geïntegreerd centrum voor drugsgebruikers in Brussel worden. In dat centrum komt een gebruikersruimte, maar ook een dagopvang, waar de mensen zichzelf en hun kleren kunnen wassen, een warme maaltijd nuttigen en een arts raadplegen, en een noodopvang van maximaal twaalf dagen. Er is ook een inruilbalie waar drugsverslaafden hun spuiten en ander materiaal gratis kunnen inruilen voor nieuwe, gesteriliseerde exemplaren om zo de risico’s op ziekten zoals hepatitis C of besmetting met hiv te vermijden.
Bedoeling is dat er een multidisciplinair team van drugshulpverleners, verpleegkundigen, dokters en psychologen klaarstaat om de drugsverslaafden te begeleiden, legt Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) uit in Le Soir en aan Belga. De Brusselse regering trekt 5 miljoen uit voor het centrum, dat er in 2023 moet staan.
Alleen maar winst
Professor criminologie Tom Decorte (UGent) is alvast positief over de plannen. Hij wijst erop dat zo’n geïntegreerd centrum met gebruikersruimte al in meer dan 120 steden ter wereld bestaat. “Daar is al veel onderzoek naar gebeurd, dat telkens in dezelfde richting wijst: overlast en gebruik in de publieke ruimte daalt, de gezondheid van de gebruikers gaat erop vooruit doordat ze veiliger leren gebruiken, en overdosissen leren vermijden. Bovendien vormt zo’n centrum ook een aanspreekpunt, en een springplank naar drugshulpverlening. Dat is alleen maar winst.”
Lees ook: Deze nieuwe burgerbeweging wil soft- én harddrugs legaliseren
Steeds meer steden kiezen voor de oprichting van zo’n centrum. Onlangs gaf ook de Finse hoofdstad Helsinki er groen licht voor. Decorte ziet eenzelfde evolutie als met methadonprogramma’s voor heroïneverslaafden. “Aanvankelijk zorgde die methadonverstrekking voor heel wat controverse, en kwam er kritiek dat je op die manier de ene verslaving vervangt door de andere, maar intussen is het een gangbare behandeling die overal in België en daarbuiten wordt toegepast.”
Een centrum met gebruikersruimte oprichten is echter juridisch gezien niet vanzelfsprekend. De wet op drugsgebruik stelt immers dat het strafbaar is om een lokaal te verschaffen met het oog op drugsgebruik. Dat wetsartikel is in theorie bedoeld voor cafés en discotheken, maar volgens Decorte dreigen gebruikersruimtes zo in een grijze zone terecht te komen. Hij dringt erop aan om dringend wettelijke ruimte te creëren zodat gebruikersruimtes zonder problemen kunnen worden opgericht, ofwel via een wijziging van de wet op drugsgebruik ofwel via een Koninklijk Besluit. “Met drugs moet je pragmatisch zijn. Elke dag sterven er mensen, dat moet je vermijden”, zegt Decorte.
Dat dat niet evident is, bleek enkele maanden geleden nog. Luiks burgemeester Willy Demeyer (PS) drong in de Kamer aan op een wetswijziging zodat hij een gelijkaardig centrum kon openen in zijn stad, maar hij botste op een njet van N-VA en CD&V. Toch ging Luik door met zijn plannen, waardoor het nu in theorie in die grijze zone opereert.
Afkicken als einddoel
Het maakt de plannen van de Brusselse regering des te opvallender. Daarin zit immers ook CD&V. Staatssecretaris Bianca Debaets benadrukt dat de huidige situatie, waar mensen op klaarlichte dag en voor het oog van gezinnen met kinderen drugs gebruiken, onhoudbaar is, en een hoofdstad onwaardig.
Toch is het duidelijk dat CD&V niet staat te springen voor een gebruikersruimte. “Daar kunnen we enkel mee akkoord gaan als dat in het kader van een afbouw- en afkickscenario is”, zegt Debaets. “Je kan niet zomaar de boodschap geven dat je drugs kan gebruiken zonder meer. Vandaar dat die volledige psychosociale en medische begeleiding voor ons zo belangrijk is. Ook Open Vld stelt dat afkicken het einddoel moet zijn.
Het centrum komt er ook nog niet meteen. Debaets benadrukt dat de regering het principe nog maar in eerste lezing heeft goedgekeurd. “De concrete uitwerking zal voor de volgende bestuursploeg zijn.”