Broer Theo opent de deur
Het nieuwe paviljoen opent met Theo van Gogh (1857-1891): kunsthandelaar, verzamelaar en broer van Vincent (tot en met 5 september). De verzameling van Theo van Gogh vormde de basis voor het museum. De mooie tentoonstelling brengt ruim 200 werken van negentiende-eeuwse kunstenaars samen, onder meer van Monet, Gauguin, Manet, Pissarro en Vincent Van Gogh zelf. In de kelderverdieping is terzelfder tijd een retrospectief over Kisho Kurokawa te zien (tot en met 14 november).
In het najaar volgt Van Cézanne tot Van Gogh (24 september tot en met 5 december), met werk uit de belangrijke collectie van Paul Gachet, de arts bij wie Van Gogh in behandeling was. Van 23 oktober tot en met 9 januari zijn tekeningen van Jean-François Millet te zien, de Barbizon-kunstenaar voor wie Van Gogh zoveel bewondering had. Op 17 december opent de eerste grote thematische expositie, Praag 1900. Poëzie en extase, met schilderijen, tekeningen, beelden, foto's en toegepaste kunst (tot en met 25 maart).
In het Rietveld-gebouw heropent de permanente collectie in een nieuwe presentatie en met belangrijke aanwinsten van Van Gogh, Cézanne, Manet en Böcklin. Slapende nimf door twee faunen begluurd van Arnold Böcklin werd aangekocht. Uit de collectie van kunsthandelaar Pieter de Boer (1896-1974) zijn een jaar lang drie schilderijen en vijf tekeningen van Van Gogh zelf te zien. Andere nieuwe bruiklenen zijn Landschap met populieren van Paul Cézanne (National Gallery) en een studie die Edouard Manet maakte voor Bar in de Folies-Bergère (privé-collectie). (RP)