Botten afdraaien
Elke week ontmoet Maud in de achterbuurten van haar geest een vooraanstaande persoon.
"Het legt de schuld bij de jeugd, in plaats van de echte problemen aan te pakken." Dat was de reactie van Jeremy Corbyn, kandidaat-partijvoorzitter van Labour op het nieuwe initiatief van David Cameron. Die laatste wil in 2017 bootcamps organiseren om jonge werklozen intensief te trainen voor de arbeidsmarkt.
Ik begrijp de reactie van Corbyn maar al te goed. Het zou even naast de kwestie zijn als je een cursus watertrappelen organiseerde voor potentiële bootvluchtelingen.
Anderzijds was ik wel nieuwsgierig naar Camerons initiatief, en omdat ik officieel sta ingeschreven als werkloze en thuis toch maar zitvlees kweek, ging ik in op de uitnodiging. Of ik wilde deelnemen aan een internationaal pilootproject? Mo bah jot, why not.
Een groep van honderd jongeren van over heel Europa streek neer op een eiland in de Schotse Hooglanden. Het is er ongerept en meestal bar koud, ideaal voor een streng trainingskamp.
Het begon allemaal alleraardigst, met exercities vol meer of minder subtiele verwijzingen naar het zware leven op de arbeidsmarkt. Zo moesten we de eerste dag, plat op onze buik zoals soldaten, met ellebogenwerk ons een weg banen door een gigantische papierberg. Ook was er de deathline, een soort deathride op het einde van een hindernissenparcours. Als je deathline niet haalde, viel je te pletter in een ravijn. Toen waren we nog met drieënvijftig.
De tweede dag werden we allen één voor één op een bureaustoel vastgebonden, in een isolatiecel. Daar werden we tussen nine and five blootgesteld aan het geplingel van binnenkomende e-mails. We hoefden geen mails te lezen of te beantwoorden, alleen het net niet regelmatige geluid te verdragen. Het deed mij denken aan de Chinese watermarteling, waarbij het slachtoffer langzaam maar zeker gek wordt, eenvoudigweg door het voortdurende gedruppel op diens voorhoofd. Toen waren we nog met acht.
De derde dag was een stuk interactiever, met een improvisatieoefening in een variant op de stoelendans. We moesten allemaal plaatsnemen rond een vergadertafel. Op de rugleuning van elke stoel stond een functiebeschrijving: CEO, accountmanager, data-analist, facilitair medewerker, ICT'er, senior partner, human resourcer... We kregen een belachelijk onderwerp (bv. het belang van blauwe schapen) en daarover moesten we dan, elk in onze rol, discussiëren.
Op een eerste signaal moesten we rond de tafel dansen. Er werd een stoel weggehaald en op een volgend signaal dienden we snel een nieuwe stoel te bezetten en naadloos verder te discussiëren, vanuit onze nieuwe functie. Zo leerden we flexibel omgaan met positiewissels en efficiënte saneringen binnen een bedrijf. Wie geen stoel meer had, werd fired. Toen waren we nog met vijf.
De vierde dag vond ik persoonlijk het zwaarst. Een oefening in multitasken. Met onze linkervoet moesten we een slazwierder draaiende houden, terwijl in een razend tempo van alles in onze handen werd gegooid dat we even snel moesten klasseren in de daarvoor voorziene schuiven: een map met dossiers, een postpakket, een baby, een afhaalpizza, enzovoort. Ik ging net niet onderdoor en keek uit naar de laatste, verlossende dag.
Op die dag verscheen David Cameron aan ons, voor de gelegenheid als messias verkleed. Ik dacht dat ik nu eindelijk een brevet zou krijgen met 'ready for use', maar in plaats daarvan kregen we een laatste opdracht: een blowjob voor een wowjob.
Ik vond dat ik wel genoeg mijn botten had afgedraaid. Ik kuiste mijn schup af, dacht na over hoe ik mij de rest van mijn verblijf in Schotland zo weinig mogelijk dienstbaar kon maken, en besloot wat schapen blauw te verven. Ik stond er niet bij stil dat blauw de kleur is van de Conservatieven, en omdat ik - zij het onbedoeld - Camerons partij steunde, kreeg ik alsnog een brevet.