✦
Boekenfeest
Ruim vijf jaar geleden. Enkele dagen voor de opening van de boekenbeurs. We vlokten samen op het mooie, autovrije Hendrik Conscienceplein, in het hart van Antwerpen. We: de generatie jonge schrijvers die in de media als de dertigers werd omschreven en waarvan een deel, mezelf incluis, vandaag de veertig is gepasseerd.
Stefan Brijs was er. Bart Koubaa. Leen Huet. Chika Unigwe. David Nolens. Peter Terrin. Annelies Verbeke. En nog een handvol schrijvende anderen. Sommige van ons kenden elkaar van ziens. Anderen van lezens. Nog anderen van geen van twee. Of van ziens en lezens tegelijk.
We wachtten op Yves Petry. Die scheen de reputatie te hebben om altijd te laat te komen. Of die reputatie op waarheid is gestoeld, weet ik niet. Maar die dag arriveerde hij in elk geval als laatste.
Patrick De Spiegelaere, de minzame, te jong gestorven fotograaf die voor de boekenbeursspecial van Knack een groepsportret wilde schieten, gaf voorzichtige regieaanwijzigingen.
Met de blik naar de barokke Borromeuskerk gericht, hurkten we neer op de rand van de immer droge fontein die voor Consciences voeten ligt; of we gingen in het lege waterreservoir staan. In onze rug steunde het standbeeld van de man die zijn volk leerde lezen.
Toen gebeurde het. Het onwerkelijke. Komende van de Wolstraat stak daar Hugo Claus, in lange mantel en met zijn welbekende gestage tred, plots het Conscienceplein over. Onder het alziend oog van de auteur van de Leeuw van Vlaanderen schreed deze koning van de literaire jungle voorbij de Erfgoedbibliotheek, onder het bruggetje door, richting Melkmarkt.
De meester zag ons niet. Sommigen van ons zagen hem wel, en merkten de symboliek van zijn passage op. Een poos later, toen ook Petry was gearriveerd, schreed Claus een tweede keer, maar dan in tegenovergestelde richting, voorbij. In zijn rechterhand hield hij een plastic tasje. Dat was met kranten en boeken gevuld.