Vier vragen aanBruno Verhasselt
‘Bij een sneltest zal je dus makkelijker een negatief resultaat hebben’
Binnen het kwartier weten of je corona hebt, dat is wat een nieuwe Amerikaanse ‘zwangerschapstest’ belooft. Maar hoe nuttig zijn die snelle coronatesten eigenlijk? ‘Om zekerheid te hebben zal je altijd een test in het laboratorium moeten doen’, zegt Bruno Verhasselt, die aan het hoofd staat van het testlab aan het UZ Gent.
Er bestaan dus zogenaamde ‘zwangerschapstesten’ voor corona. Hoe werken die precies?
Verhasselt: “Die is te vergelijken met een zwangerschapstest omdat streepjes aangeven of je negatief bent of positief. Alleen werkt de test werkt niet met urine, maar met lichaamsmateriaal uit een kleine neusswab. De test van de Amerikaanse firma Abbott die op die manier werkt, is goedgekeurd door de Amerikaanse geneesmiddelenautoriteit FDA.
“Er zijn ook bedrijven die werken aan sneltests met speeksel. Over het algemeen speuren de tests naar eiwitten van het virus. Maar om die echt goed te kunnen detecteren moet je relatief veel virusmateriaal hebben. Die ‘zwangerschapstest’ zal dus dezelfde problemen hebben als de andere snelle tests. Namelijk dat ze veel minder gevoelig zijn dan de testen die we hier in het laboratorium afnemen. Bij een sneltest zal je dus makkelijker een negatief resultaat hebben, terwijl een persoon misschien wel het virus meedraagt.”
Hoelang duurt de fijnmazige PCR-test eigenlijk, die genetisch materiaal van het virus opspoort en nu in de laboratoria wordt gebruikt?
“Daar zijn ook verschillende methodes voor. De snelste methode die we hier in België ter beschikking hebben, duurt 50 minuten. Dat is op zich niet veel langer dan die sneltests waar we nu over spreken (de Abbott-test neemt ook een kwartier in beslag, YV). Maar voor een PCR-test heb je natuurlijk wel instrumenten nodig, die je enkel in een lab kan vinden.”
Waar kunnen we die sneltests volgens u dan wel inzetten?
“Het grote voordeel is dus dat je die labo-infrastructuur niet nodig hebt. Ik denk dat je ze bijvoorbeeld kan gebruiken om klassen te testen in het onderwijs, of op andere plaatsen waar groepen mensen ergens een zaal moeten betreden, zoals bijvoorbeeld bij grote feesten.
“De sneltests kunnen bovendien handig zijn om ‘superverspreiders’ op te sporen. Mensen die erg veel virus aanmaken. Door een bepaalde groep mensen geregeld te testen, bijvoorbeeld een keer om de zoveel dagen, is er ook al minder kans op verkeerde uitslagen door slechte staalafnames. Op die manier kan je de sneltest ook nauwkeuriger maken. Maar als je absoluut zeker wil zijn, zal je nog steeds een test in het lab moeten doen.”
Er is een hele markt aan het ontstaan voor sneltesten op corona. Er zijn blaastests en in Engeland probeert men honden te trainen om het virus op te sporen.
“Zeker, ook Belgische bedrijven ontwikkelden reeds sneltests die lijken op de zwangerschapstest. Zo hebben drie Waalse biotechbedrijven – Coris BioConcept, Unisensor en Bio-X Diagnostics – er nog net een aangekondigd, die twee afzonderlijke antigenen kan onderscheiden. Van honden weten we dat ze bij patiënten ook een epilepsieaanval kunnen opsporen. Ze kunnen ook andere ziektes detecteren met hun scherpe geurzin. Maar ik weet niet of die techniek om hen corona te laten opsporen reeds gevalideerd is.”