NieuwsMobiliteit
Berekend: elke verkeersdode kost ons land 6,8 miljoen euro
Eén verkeersdode kost naar schatting 6,8 miljoen euro. Alle verkeersongevallen samen kosten ons land jaarlijks 13 miljard euro. Dat berekende verkeersinstituut Vias.
Elke week veroorzaakt het Belgische verkeer twaalf doden en honderden gewonden. Na zo’n ongeval gaat de aandacht in de eerste plaats naar het menselijke leed van de slachtoffers en hun omgeving. Dat is logisch. Maar wat onderbelicht blijft, zijn de financiële kosten van al deze ongevallen voor de maatschappij.
In een nieuwe studie raamt verkeersinstituut Vias die kosten op 13 miljard euro per jaar. Daarbij baseert het zich op de ongevallenstatistieken uit het precoronajaar 2019. “Een aantal van de kosten zijn natuurlijk evident, zoals de schade aan voertuigen en ziekenhuiskosten. Maar er zijn ook menselijke kosten die veel moeilijker om te zetten zijn in centen”, legt onderzoekster Annelies Schoeters uit.
De kostprijs van één verkeersdode wordt geschat op 6,8 miljoen euro. Dat lijkt enorm, maar wie buiten strijd is na een aanrijding kan bijvoorbeeld niet werken, huishoudelijke taken of vrijwilligerswerk verrichten. Dit productieverlies wordt meegerekend. Voorts heb je de schade aan eigendommen, administratieve kosten, begrafenisuitgaven, verbouwingswerken om een woning aan te passen aan een fysieke beperking, files, revalidatie, rolstoelen, noem maar op.
Veruit de grootste kosten zijn weliswaar die van het menselijke leed. Zeg maar de pijn, het verdriet en de verminderde levenskwaliteit van slachtoffers, daders en hun omgeving. Op deze kosten staat uiteraard niet zomaar een marktprijs. Vandaar dat de prijs van dit leed wordt uitgedrukt in het bedrag dat mensen zelf bereid zijn te betalen om het te vermijden.
Ethische vraag
Een online panel van 2.000 respondenten kreeg een heleboel vragen voorgeschoteld. Daarbij moesten ze onder meer een keuze maken tussen bepaalde routes naar school of werk. Als er op de ene route jaarlijks drie doden en tien zwaargewonden vielen, en op de andere twee doden en vier zwaargewonden, hoeveel zouden ze dan – realistisch gezien – bereid zijn te betalen voor die veiligere route?
Per zwaargewonde komen de onderzoekers uit op een totaalkost van ruim 1 miljoen euro, per lichtgewonde op 74.481 euro en per ongeval met louter materiële schade op 5.051 euro.
Het onderzoek roept wel een ethische vraag op. Is het aanvaardbaar om een bedrag te plakken op een mensenleven? Vraag aan eender wie hoeveel het leven van zijn of haar dierbare waard is en het antwoord zal ongetwijfeld ‘oneindig veel’ zijn. Tegelijk is het een feit dat de gemiddelde verkeersdode in ons land 49 jaar is, wat betekent dat hij of zij normaal nog wat productieve jaren voor zich had liggen.
“Het zou inderdaad onethisch zijn om de indruk te wekken dat een mensenleven ingeruild kan worden voor geld. Maar elke overheid moet investeren in cultuur, onderwijs en andere domeinen van de samenleving. Dan is dit een handige indicator om een kosten-batenanalyse te maken van bepaalde ingrepen”, zegt Schoeters. “Als je bijvoorbeeld weet dat je met een ingreep van 20 miljoen euro tien verkeersdoden ‘bespaart’, weet je dat dit ook budgettair gezien een slimme maatregel is.”
All for Zero
De studie ligt mee aan de basis van het interfederale verkeersveiligheidsplan All for Zero dat in Brussel werd voorgesteld. De vier mobiliteitsministers van ons land – Georges Gilkinet (Ecolo), Lydia Peeters (Open Vld), Elke Van den Brandt (Groen) en Valérie De Bue (MR) – beloven daarin plechtig om het aantal verkeersdoden tegen 2050 tot nul te herleiden. De bedoeling is de versnippering in het beleid weg te werken en informatie beter te delen.
Als het gaat om dodehoekongevallen kan de federale overheid bijvoorbeeld 360 gradencamera’s opleggen in bepaalde types van vrachtwagens, terwijl de regio’s veiligere fietspaden kunnen aanleggen. In het geval van e-steps moet een gemeenschappelijke werkgroep zich buigen over een wettelijk kader, met eventueel een helmplicht. “Hokjesdenken heeft nog geen enkele verkeersdode vermeden”, zegt Gilkinet.