Essay
Ben Affleck: "De Congolezen hebben dringend onze aandacht en steun nodig"
Oorlog en politieke instabiliteit teisteren Congo. Maar er is ook hoop. De ruime hoeveelheid landbouwgrond en de wereldwijde vraag naar koffie zijn opportuniteiten. Plus, de Congolese boerengemeenschap heeft er alles voor over om haar families te kunnen onderhouden.
Toen ik Oost-Congo in 2006 voor het eerst bezocht, kon ik me moeilijk voorstellen dat ook maar iemand de toekomst van het gebied hoopvol tegemoet zag. Tien jaar lang waren de Congolezen gebukt gegaan onder zowat het ergste geweld sinds de Tweede Wereldoorlog, waarbij volgens schattingen meer dan 3,5 miljoen mensen stierven.
De genocide in het buurland Rwanda had een miljoen mensen de grens over gedreven, onder wie ook gewapende strijders. De aanwezigheid van milities en de bijna-ineenstorting van de Congolese staat leidden daarop tot een langgerekte strijd. Burgers zaten gevangen tussen de vechtende partijen, waardoor een enorme binnenlandse vluchtelingenstroom op gang kwam. Overal waar ik keek, zag ik menselijk leed.
Maar al snel stuitte ik bij zowat iedereen die ik tegenkwam op vurig optimisme. In de privésector en bij het maatschappelijke middenveld stonden leiders op met ideeën voor het onderwijs, de gezondheidszorg, juridische bijstand – Congolese vrouwen en mannen die hun land ondanks de onzekerheid en de moeilijke omstandigheden wilden heropbouwen.
In 2009 stichtten de zakenvrouw en maatschappelijk onderneemster Whitney Williams en ik het Eastern Congo Initiative, om lokale leiders te ondersteunen en het op te nemen voor de Congolezen. Een van de eerste begunstigden was Chouchou Namegabe’s organisatie AFEM, de eerste radiozender in Oost-Congo die volledig eigendom was van en bestuurd werd door vrouwen.
We gingen samenwerken met dr. Denis Mukwege, de gynaecoloog die vorig jaar (opnieuw) werd voorgedragen voor een Nobelprijs voor de Vrede vanwege zijn heldhaftige werk bij de behandeling van slachtoffers van verkrachting. Zijn Panzi Hospital biedt vrouwen ook juridische assistentie om de daders voor het gerecht te brengen.
Children’s Voice, een organisatie uit de regionale hoofdstad Goma opgericht door Christine Musaidizi, heeft duizenden enthousiaste kinderen de kans gegeven om te leren en te spelen in een veilige omgeving.
Maar die vooruitgang volstond niet om een land van bijna 80 miljoen inwoners er weer bovenop te helpen na twee decennia van bloedig conflict.
Starbucks
Hoe zit het met jobs? De meeste mensen weten niet dat Congo vroeger een van de grootste koffieproducenten ter wereld was, voor de oorlog en ziekten zowat 90 procent van de oogst vernietigden. In de jaren 70 bloeide de landbouw in Congo.
Beeld u in wat er zou gebeuren als Spanje 90 procent van zijn olijfolieproductie kwijtraakte, of als Florida 90 procent van zijn citrusoogst verloor. Jaren van geweld en instabiliteit, samen met een slecht landbeheer en de uitbraak van een verwoestende schimmel, leidden tot een decimering van de ooit zo productieve koffie- en cacaosector.
De Congolezen zijn optimistisch omdat er in hun land – dat ongeveer even groot is als heel West-Europa – voldoende landbouwgrond is om enorme hoeveelheden mensen te voeden. De meeste mensen op het platteland leven in armoede, maar dat neemt niet weg dat de fundamentele bestanddelen aanwezig zijn: vruchtbare bodem, overvloedige regenval, en – het belangrijkste – boerengemeenschappen die bereid zijn alles te doen om hun familie te onderhouden. Bovendien stijgt de wereldwijde vraag naar koffie in sneltempo. De Congolese koffieboeren bevinden zich in een gunstige positie om voordeel te halen uit die groeiende markt, die alleen al in de Verenigde Staten geschat wordt op 30 miljard dollar.
In mei dit jaar was ik, op de terugweg van Goma, in een Starbucks op de luchthaven van Los Angeles toen het woord ‘Congo’ op een kaartje mijn aandacht trok. Het ging over Kawa Kabuya, een Congolese koffie uit de Reserve-collectie van Starbucks.
Starbucks is niet het enige bedrijf dat op de hoogte is van het landbouwpotentieel van Congo. Elke reep chocolade van Theo Chocolate uit Seattle bevat Congolese cacao.
Er moet nog veel werk verzet worden. Tijdens het conflict werden talloze vrouwen en meisjes het slachtoffer van seksueel geweld en misbruik. Vaak zijn ze gestigmatiseerd en daardoor onderhevig aan nog meer misbruik. Als mijn eigen kinderen bij me zijn terwijl ik aan het pakken ben voor deze reizen, dan weet ik dat een van de drie nooit zijn vijfde verjaardag had gehaald als we een Congolees gezin waren geweest. Je zou als ouder van minder wanhopig worden.
Om het momentum niet te verliezen, hebben de Congolezen dringend onze aandacht en steun nodig. Congolese koffie- en cacaoboeren in de privésector hebben nood aan onze financiële, organisatorische en publicitaire steun.
Tocht richting vooruitgang
Op politiek vlak stevent Congo af op een crisis. Verkiezingen die eind 2016 zouden plaatsvinden, zijn uitgesteld tot 2018. Volgens waarnemers is president Joseph Kabila niet van plan af te treden. Internationale organisaties moeten erop toezien dat er zo snel mogelijk nationale verkiezingen komen en dat er een vreedzame transitie van de presidentiële macht komt. De veiligheid van gewone burgers, vooral vrouwen en kinderen, hangt ervan af.
Na de recente reis van Nikki Haley, VS-ambassadeur bij de Verenigde Naties, naar de regio is er een mogelijkheid ontstaan voor de Amerikaanse regering om het democratische proces in de juiste richting te stuwen. We zijn dan ook dankbaar voor de steun van vele Congresleden. De functie van Amerikaanse ambassadeur in de Democratische Republiek Congo is nog altijd vacant. Door ze snel in te vullen, zou de huidige regering het signaal geven dat Amerika veel belang hecht aan een vreedzame oplossing.
Congo kijkt aan tegen vele uitdagingen. Maar door hard te werken, proberen de Congolezen de kloof tussen armoede en welstand, en tussen chaos en stabiliteit te dichten. De tocht richting vooruitgang is nog maar net begonnen.
© 2017. Ben Affleck. Distributed by The New York Times Syndicate