NieuwsTerreurproces
Belgische speurder aan het woord op terreurproces: ‘Broers Abdeslam bekeken IS-video’s in zaaltje boven Molenbeeks café’
Onderzoeksrechter Isabelle Panou mocht als eerste Belgische speurder getuigen in de historische assisenzaak rond de aanslagen in Parijs. In twee uur deed ze vijf jaar onderzoek uit de doeken. Over de broers Abdeslam die samen IS-video’s bekeken bijvoorbeeld.
Het is november 2015. Op de hoek van de Begijnenstraat en de Reimond Stijnsstraat in Molenbeek hoor je de muziek vanuit het café Les Béguines – de Begijntjes. Een onschuldig lijkend bruin cafeetje, met de typische Jupiler-vlag in Belgische kleuren aan het raam. De taverne wordt uitgebaat door Salah en Brahim Abdeslam en wat zich in het zaaltje boven het café afspeelt, tart alle verbeelding.
“De broers bekeken er samen jihadistische filmpjes”, zegt de Belgische onderzoeksrechter Isabelle Panou, een autoriteit in ons land op het gebied van terreuronderzoek. Ze houdt zich al veertien jaar bezig met terrorisme. “Ze keken er naar exploits – zoals zij het noemden, van Abdelhamid Abaaoud, die lijken met zijn pick-up naar Syrië sleept.”
Onderzoeksrechter Panou kreeg gisteren de ondankbare taak om op het proces over de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs het Belgische onderzoek uit de doeken te doen – Frankrijk wees al maandenlang met de beschuldigende vinger naar ons land. Vijf van de tien terroristen hadden banden met ons land. Zo vonden bijna alle voorbereidingen voor de aanslagen plaats in ons land. De vijf woonden hier of groeiden hier op.
Maar ons land leek alle alarmsignalen te missen. Met alle gevolgen van dien: 130 aantal mensen kwamen om het leven bij de bomaanslagen in Parijs. Het onderzoek keerde zich al snel naar ons land. “Het is de moeilijkste zaak ik ik ooit gehad heb, het was enorm emotioneel”, getuigde Panou. “We moesten in Brussel helaas op een bijna ambachtelijke wijze werken. Er waren te weinig manschappen. Agenten die normaal bezig waren met btw-controles, moesten plots mee terrorisme onderzoeken.”
En ook op technologisch vlak bleken er moeilijkheden, de computersystemen van de Belgen en Fransen konden niet verbonden worden met elkaar. “We hebben een kopie van het dossier moeten maken – duizenden pagina’s – en hebben dat met een vrachtwagen naar Parijs gestuurd”, legt Panou uit, die een dag na de aanslagen – op 14 november 2015 – op de zaak gezet werd.
“Van de veertien beklaagden die in dit proces verschijnen, kwamen er twaalf naar mijn kantoor in de jaren daarvoor”, zegt ze. Enkel Abdelhamid Abaaoud, die wordt beschouwd als de leider van de leider van de operatie, kreeg ze niet te pakken. “Ik heb jarenlang op hem gejaagd. Helaas hebben we hem pas na de aanslagen kunnen lokaliseren.” Hij werd gedood tijdens een grootscheepse politieactie in Saint-Denis.
“Men verweet me dat ik overdreef. Nu weten we dat ze aanslagen planden op kerncentrales, andere luchthavens en kinderdagverblijven.”