AchtergrondOpenbare omroep
Beheersovereenkomst laat VRT vooral digitale ruimte
De VRT lijkt met de gisteren besliste nieuwe beheersovereenkomst een goede zaak te doen, al zal het sportaanbod van de openbare omroep allicht afgebouwd moeten worden. CEO Frederik Delaplace reageert alvast tevreden.
“Ik ben blij dat we een overeenkomst hebben kunnen sluiten die de openbare omroep de kans geeft om ook over tien jaar nog relevant te zijn”, zegt Delaplace. Al sinds februari onderhandelt de openbare omroep met de Vlaamse regering over een nieuwe beheersovereenkomst. Dat contract bepaalt wat de openbare omroep de komende vijf jaar kan en mag doen en hoeveel geld hij daarvoor krijgt.
Om die relevantie waar Delaplace het over heeft te garanderen, trekt de VRT de komende vijf jaar uitdrukkelijk de digitale kaart. Het belang van de traditionele televisie- en radiozenders neemt af ten voordele van digitale alternatieven als videoplatform VRT.NU en nieuwssite VRT NWS. Er wordt gewerkt aan eigen algoritmes die ervoor moeten zorgen dat gebruikers makkelijk hun weg vinden in het brede aanbod. Door ook op te duiken op andere – voor jongeren relevante – platformen, denk bijvoorbeeld aan Instagram en Tik Tok, wil de VRT tegen 2025 65 procent van de jongeren bereiken met zijn nieuwsaanbod.
Die nadruk op het digitale blijkt ook uit de financiering. De VRT krijgt 16 miljoen euro toegeschoven om die digitale shift te maken. Tegelijk moet er ook bespaard worden. Tegen 2025 daalt de dotatie van 275 naar 258 miljoen. Een oefening waar Paul Lembrechts, de vorige CEO van de VRT, zich met klem tegen verzette. Volgens Delaplace is het mogelijk om nog verder te besparen. “Een kwestie van keuzes maken”, noemt hij het. “We zijn niet het enige mediabedrijf dat het de komende jaren met minder moet doen.” Op wat de gevolgen voor het personeel zullen zijn, wil hij nog niet vooruitlopen. “Kan ik beloven dat op het einde van de rit iedereen nog aan boord zal zijn? Neen. Maar het is ook niet a priori de bedoeling om in het personeelsbestand te snijden.”
Commerciële concurrentie
Niet alleen het VRT-personeel, maar ook de commerciële mediabedrijven keken met spanning uit naar de nieuwe beheersovereenkomst. Zij trokken op voorhand met een pittig verlanglijstje richting mediaminister Benjamin Dalle (CD&V), maar zien nu hun wensen in slechts beperkte mate vervuld.
Krantenuitgevers storen zich bijvoorbeeld al langer aan de lange lappen tekst op VRT NWS. Die gratis artikels ondergraven het businessmodel van hun titels, klinkt het. De VRT zou zich als radio- en televisiebedrijf moeten beperkten tot een audiovisueel aanbod. In de beheersovereenkomst wordt daar nu voor het eerst een cijfer opgeplakt. In 2021 moet 55 procent van het aanbod op VRT NWS een duidelijke link hebben met audio- en/of videoaanbod. Tegen 2025 wordt dat 65 procent.
Het reclameplafond – het maximum aan inkomsten die de VRT uit de markt mag halen – wordt vastgeklikt op 77,8 miljoen. In tegenstelling tot vroeger wordt dat plafond niet meer automatisch geïndexeerd. Enkel wanneer de reclamemarkt groeit kan ook het plafond mee omhoog.
VRT.NU ten slotte krijgt als speerpunt in de digitale strategie amper beperkingen opgelegd. DPG Media en Telenet, die samen het digitale platform Streamz lanceerden, hadden graag een verbod op previews gezien, maar dat komt er dus niet. Enkel voor internationale series of films – waar geen openbare omroep bij betrokken is – kan het niet. De VRT heeft wel nog altijd de mogelijkheid om die internationale series integraal online te gooien van zodra de eerste aflevering op tv is uitgezonden.
In een gemeenschappelijke reactie betreuren DPG Media, Mediahuis, Roularta, Mediafin en SBS Belgium het dat een aantal spelregels en beperkingen voor VRT niet duidelijker zijn afgesproken. “De VRT krijgt meer ruimte en vrijheid dan voorheen”, klinkt het. En dat terwijl net de mate waarin VRT de andere lokale modellen concurrentie aandoet, bepalend is voor de levensvatbaarheid van ons medialandschap.
Transparantie en sport
Ook transparantie was een woord dat de voorbije maanden vaak viel, zeker nadat een rapport van Audit Vlaanderen wees op een hele reeks wantoestanden aan de top van de VRT. Dat resulteert in een hele reeks controlemechanismen. Zo wordt de openbare omroep voortaan jaarlijks gecontroleerd door zowel Audit Vlaanderen, het rekenhof als de Vlaamse Regulator over de Media. De VRT moet ook meer duidelijkheid verschaffen over de lonen die betaald worden aan zijn schermgezichten en radiostemmen. Al zullen daarbij geen individuele loonfiches worden vrijgegeven.
Ook sport is een heikel punt aan de Reyerslaan. Wat dat betreft wordt de VRT gevraagd zich terughoudend op te stellen bij het aankopen van sportrechten. Vooral wanneer het over wielerwedstrijden, veldritten en voetbalwedstrijden gaat. Dat zijn namelijk net de zaken waar ook commerciële zenders interesse in hebben. De Champions League zullen we dus niet meer op de VRT-zenders zien. Of dat ook met de wedstrijden van de Rode Duivels het geval zal zijn, laat Delaplace in het midden. “We zien wel wat binnen de beheersovereenkomst kan.” Bij de oppositiepartijen worden alvast vragen gesteld bij de passage. “Betekent dit dat de VRT de kruimels mag, als ze het beleefd vragen?”, vraagt Vlaams Parlementslid Katia Segers (sp.a) zich af.
Toch lijkt de VRT met deze beheersovereenkomst een goede zaak te doen. In het regeerakkoord van de Vlaamse regering werd immers veel forsere taal gesproken. “Het afgelopen jaar is er een karikatuur gemaakt van wat we met de VRT wilden”, vindt mediaminister Dalle. “Het was nooit de bedoeling om de omroep te fnuiken. “Niemand heeft baat bij een zwakke VRT. Ook de concurrentie niet.”