Achtergrond
Bart Swings in een ideale testcase voor de Winterspelen van 2018
Plafonneert Bart Swings (23) nu al, in het jaar min drie voor zijn Olympische Winterspelen? "Ach, scorebordjournalistiek", zegt de ploegmanager. "Eerst ter plaatse trappelen, dan die stap maken", zegt de trainer. Die stap blijft olympisch goud in 2018 in Pyeongchang.
Het project Swings is bijzonder on-Vlaams. Onze sporters wentelen zich graag in disciplines en sporten waar ze heel erg goed in zijn en waarmee ze de wereld domineren, maar die in het universum sport onbetekenend zijn. Zoals daar zijn: veldrijden en andere niet-olympische nummers in het wielrennen, skeeleren, langeafstandstriatlon en zo zijn er nog een paar. Sven Nys doorbrak dat verhaal en probeerde het als winterse crosser in het zomerse mountainbike. In Peking lag hij lang op medaillekoers, maar viel terug. Hij hield aan die sprong in het diepe een titel van Sportman van het Jaar over.
Bart Swings is de ijsversie van Sven Nys. Hij was op deze planeet veruit de beste skeeleraar of inlineskater, maar dat volstond niet voor hem: Swings was niet geen twintig toen hij vier jaar geleden zijn eerste competitie op het ijs reed. Tijdens zijn tussenstop op de Spelen van Sotsji een jaar geleden eindigde Swings al meteen vierde op de 5.000 meter en vijfde op de 10 kilometer.
Daarna ging een en ander in de trainingsaanpak op de schop en vandaag is de aankomende burgerlijk ingenieur onderweg voor een missie die hem in Pyongyang in Zuid-Korea in 2018 een medaille - en als het even kan zelfs goud - moet opleveren in het koningsnummer; de 1500 meter. En als de massastart, een race over meestal zestien ronden van 400 meter of 6,4 kilometer, Olympisch wordt, wil hij ook daarin scoren.
"Topsport is investeren in onzekerheid en dat doet Bart nu. We zijn klaar voor de volgende stap", zegt een andere schaatsbelg die ook Bart heet en die voor ons land in 1998 de enige schaatsmedaille ooit won. Veldkamp is de naam en hij is de teammanager en gelegenheidscoach van het Team Stressless, waarin naast skeeleraar Swings ook voormalig shorttracker Haralds Silovs uit Letland steeds meer langebaanambities begint te koesteren.
Schaatsen is de snelste sport waarbij de mens zich zonder mechanische versnel-middelen (tenzij de schaatsen) voortbeweegt. Een 1.500 meter wordt geschaatst in ongeveer 1.45, dat is om en nabij de tijd waarin de 800 meter wordt gelopen en de 200 meter wordt gezwommen. De gemiddelde snelheid op de 1.500 meter op ijs ligt rond de 56 kilometer per uur. Skeeleren gaat tien kilometer per uur trager dan snelschaatsen, door de grotere rolweerstand. Skeeleren is dus zwaarder, maar iets minder technisch.
Preciezer op ijs
De switch van skeeleren naar het ijs is Bart Swings al voorgedaan. Een gouden medaille op de 1.500 meter ook. Derek Parra, een Amerikaanse inlineskater met Mexicaanse roots, won in Salt Lake City in 2002. Hij deed zes jaar over zijn transitie. De Amerikaan Chad Hedrick won eerst vijftig wereldtitels op skeelers en pakte goud in Turijn in 2006 op de 5.000 meter. De Nederlander Michel Mulder werd olympisch kampioen in Sotsji op de 500 meter en won in november brons en goud in Rosario op het WK skeeleren.
"Het één bijt het andere niet", zegt de Australische Desly Hill, die in Nederland aan de slag is als bondscoach in het skeeleren. "Maar loop over asfalt en probeer te versnellen en loop dan over ijs en probeer te versnellen. Dat verschil is identiek op schaatsen. Versnellen kan, maar het moet veel preciezer op ijs. Inlineskaters hebben dan weer één groot voordeel op de geboren langebaanschaatsers: alle inlineskaters die naar het ijs zijn gekomen, hebben meerdere wereldtitels behaald en weten wat winnen is. Bart Swings helemaal."
Meer en meer inlineskaters wagen hun kans op het ijs. Joey Mantia uit de VS is Swings achterna en de Colombiaan Pedro Causil, ook meervoudig wereldkampioen, verblijft momenteel in Nederland om te leren schaatsen. In Thialf zal de Colombiaanse bondsvoorzitter aanwezig zijn, vergezeld van de voorzitter van de wereldbond.
Schaatsen is snelheid maken met aanwending van een zo laag mogelijk vermogen en bijgevolg een zo klein mogelijke energiekost. Schaatsen doe je ook alleen, behalve op een ideale kruising als je naar de binnenbaan duikt en tien à twintig meter achter de tegenstander kan draften. "Zo hard mogelijk gaan en zo weinig mogelijk bewegen, daar komt het op neer", simplificeert Veldkamp zijn sport.
Swings test bij Bakala in Leuven in de range van de beter fietsers met zijn maximale zuurstofopname (VO2max) tussen 70 en 75. Toeval wil nu dat Bart Swings minder hard gaat dan een jaar geleden. Hem fileren na zijn niet al te beste passage vorige week op de Wereldbeker in Hamar, waarin hij alleen op de massastart in de prijzen viel, is niet de insteek van dit verhaal, maar de vraag stellen kan geen kwaad. Plafonneert Bart Swings? Zowel Bart Veldkamp als trainer Rutger Tijssen doen hun uiterste best om dat tegen te spreken.
Tijssen, die er afgelopen zomer bij kwam en nu het winterse trainingsgedeelte voor zijn rekening neemt in de plaats van Jelle Spruyt: "Aan het programma zelf is niet zo gek veel veranderd. Aan de begeleiding wel. Er wordt nu meer schaatsspecifieke taal gesproken, precies omdat we die volgende stap willen zetten. Bart is daardoor wat uit een comfortzone gehaald en de denker in hem gaat dan nadenken. Dat is niet altijd goed, maar in zijn geval heb ik er alle vertrouwen in. We moeten gewoon wat meer vlieguren maken om die specifieke beweging als basis te krijgen. Nu is een misslagje het verschil tussen 1.45 en 1.48. Dat moet eruit. Schaatstechnisch is er niks mis met Bart. Hij heeft de goede slag en hij heeft het in zich om snelheid te maken in de bochten. Dat is essentieel."
Bart Veldkamp is niet blij met scorebordjournalistiek. "Je kan wel kijken naar de tijd en zeggen: dit is niet goed. Maar er zit wel een heel verhaal achter. We zitten in een transitiemoment waar hij doorheen moet. Zijn eerste prestaties heeft hij geleverd op onbevangenheid. Nu vragen we hem om dingen te veranderen, om beter te worden. Bart is een analytisch type, wat een sterk punt is bij hem, maar hij moet zich ook niet te veel in details verliezen want dan wordt het een valkuil. Hij zit in de fase waarin hij dingen al te bewust goed wil doen en dat moet naar ónbewust de dingen goed doen."
Goud telt
Op de lange afstanden heeft hij tot nog toe het beste gescoord, maar de 1.500 meter wordt zijn afstand. Pavel Brodka is als olympisch kampioen de referentie. Maar Brodka is 1m83 voor 84 kilogram, een beer op het ijs. Swings is met zijn 1m79 en 67 kilogram eerder een klimmertje.
De krachttraining afgelopen zomer heeft hem op het eerste gezicht weinig bijgebracht. Is de 1.500 dan wel een realistisch doel? Jawel, klink het unisono. Tijssen: "Bart kan snelheid maken. Nu kan iedereen wel hard rijden in het eerste tweederde van de race, maar het komt erop aan dat vol te houden en daarvoor mist Bart nog een beetje vermogen. Hij zit nu op 1.45 op een laaglandbaan en dat moet naar 1.44."
De 1.500 meter is de koningsafstand, waar alle talent - inhoud, snelheid en duurvermogen - elkaar tegenkomt. Het is ook de best bezette afstand. Maar de Nederlandse branie om voor het hoogste te gaan, haalt het van de Vlaamse conservatieve aard die voor zekerheid zou gaan.
Veldkamp: "Op de 5 kilometer heeft hij de grootste kans op een medaille, maar dan hebben we het over brons. Voor goud is hij voorlopig kansloos omdat dit een Nederlandse afstand is met uitzonderlijke talenten als Sven Kramer en Jorrit Bergsma. Op de 1.500 meter zit hij dichter bij goud aan. Hoe goed Bart is? Hij is geen Sven Kramer, niemand is Sven Kramer. Maar op een 1.500 meter is hij beter dan Sven Kramer omdat die zich met al zijn vermogen in het ijs zal ingraven."
De massastart leunt dan weer erg dicht bij het skeeleren aan: zestien rondjes hard gaan in een peloton, je slim verstoppen en attent racen. Bart Swings, racer pur sang, staat derde in de Wereldbeker. "De massastart is een kunst apart en is Bart op het lijf geschreven", zegt Veldkamp. "Je moet hem niet uitleggen hoe je in zo'n wedstrijd kan winnen. Hij moet er ook niet bij nadenken. Laten we hopen dat het nummer ook olympisch wordt. Dan mikken we ook daar op een medaille."