Interview
‘Bad Boys for Life’: ‘Will Smith stond altijd achter ons. Hij was onze broeder’
Knap in beeld gezette shoot-outs, hilarische oneliners, een knetterende achtervolging door de straten van Miami, donderende explosies: het minste wat je kunt zeggen over Bad Boys for Life, is dat regisseurs Adil El Arbi en Bilall Fallah hun Hollywood-debuut niet hebben verknald. Integendeel zelfs, de derde film over de losgeslagen flikken Mike Lowrey (Will Smith) en Marcus Burnett (Martin Lawrence) hoeft in geen enkel opzicht onder te doen voor de eerste twee afleveringen van Michael Bay uit 1995 en 2003. ‘Die had één goede raad voor ons: ‘Don’t fuck up my movie!’’
Dag heren! Spreek ik met de nieuwe big shots van Hollywood?
El Arbi: “Nee, hoor! We zijn gewoon Adil en Bilall gebleven. Al zijn we natuurlijk apetrots. We gaan voor de rest van ons leven kunnen zeggen dat we op een filmset hebben staan chillen met Will Smith!”
Al wat bekomen van jullie eerste Hollywood-avontuur?
El Arbi: “Eerlijk? We hebben gigantisch veel stress gehad. En tegelijk zijn we in de wolken, want onze droom is uitgekomen.”
Het is ook niet min wat jullie hebben verwezenlijkt. Jullie hebben in Hollywood een grote actiefilm gedraaid, voor rekening van één van de belangrijkste studio’s, en met een superster in één van de twee hoofdrollen. Hebben jullie geen moment geaarzeld?
Fallah: “Voor ons was dit een droom, dus we zijn er zonder al te veel nadenken ingevlogen. Tussen de dag dat we vernamen dat de job voor ons was en de allereerste draaidag zijn er wel momenten geweest dat het echt tot ons doordrong wat voor een monumentale opdracht we hadden aanvaard. Dan begonnen we wel te flippen. (lacht) Er zat maar één ding op: niet te veel nadenken over de gigantische verantwoordelijkheid die op onze schouders rustte en gewoon voortwerken. Zo niet waren we gewoon zot geworden.”
Waren jullie fans van de eerste twee Bad Boys-films?
El Arbi en Fallah: “(in koor) O, ja!”
El Arbi: “Nadat ik als kleine jongen Bad Boys had gezien, speelde ik de film na op de speelplaats! Die eerste Bad Boys leek wel een vervolg op Beverly Hills Cop, wat indertijd mijn lievelingsfilm was. Ik was wild van politiefilms. Als ik een flik was, dan zou ik als Mike en Marcus willen zijn: cool, rebels en streetwise.”
Fallah: “Ze breken de regels.”
El Arbi: “Wat me ook altijd van de eerste twee films is bijgebleven, is de ongelooflijk grappige chemie tussen Will Smith en Martin Lawrence.”
Hadden jullie inspraak in het script?
El Arbi: “Ja. Nadat we het scenario hadden gelezen, mochten we heel veel feedback geven. En uiteindelijk is veel van onze feedback in de afgewerkte film terechtgekomen. Eén van de scènes die we zelf hebben verzonnen, zag je al in de trailer: Mike stapt uit zijn Porsche, vervolgens probeert ook Marcus uit te stappen, maar zijn deur zit klem tegen een brandkraan.”
Fallah: “En ook het zinnetje ‘We slide together, we die together!’ komt van ons.”
Dat Lowrey en Burnett op een bepaald moment naar een discotheek trekken die de Zillion heet, is waarschijnlijk ook geen toeval.
Fallah: “Haháá! Neen, en het is evenmin toeval dat er in een bepaalde scène wordt geschoten met een P 90-geweer uit de Belgische wapenfabriek in Herstal. (lacht)”
De eerste twee Bad Boys-films hadden een flitsende look die heel typisch is voor Michael Bay. Kregen jullie de opdracht om die look te kopiëren of hebben jullie je eigen stempel kunnen drukken?
El Arbi: “Daar worstelden we in het begin wel een beetje mee. Voor een grote Hollywood-studio is het niet vanzelfsprekend om de regie van zo’n dure productie uit te besteden aan twee onbekende fluppo’s uit België. In zo’n geval vertrouwen ze het camerawerk dan ook meestal toe aan een Amerikaanse oude rot in het vak, om de risico’s te beperken. Maar we zeiden onmiddellijk: ‘Wij willen samenwerken met onze eigen cameraman, of we doen de film helemaal niet.’ Er volgde wat getouwtrek, maar uiteindelijk mochten we Robrecht (Heyvaert, red.) meenemen. En nadat de producenten de eerste rushes hadden gezien, reageerden ze laaiend enthousiast. En nu roepen Jerry Bruckheimer en de andere producenten zelfs dat Robrecht hún ontdekking is! (lacht)”
Fallah: “Geleidelijk aan begon iedereen vertrouwen in ons te krijgen. Onze Amerikaanse crew had al vaak met Michael Bay samengewerkt, en sommige mensen van het cameradepartement hadden zelfs op de set van The Departed van Martin Scorsese gestaan. De eerste weken van de opnames zaten we elkaar zo’n beetje afwachtend te bestuderen en moesten we elke beslissing die we namen uitleggen, maar zodra ze zagen dat we heel goed wisten wat we aan het doen waren, lieten ze ons met rust.”
El Arbi: “Wie Black en Patser heeft gezien, weet wel dat wij van een kleurrijke stijl houden en dat wij graag een stedelijk junglegevoel in onze films leggen. Op visueel vlak verschilt Bad Boys for Life dus niet zoveel van onze vorige films.”
Fallah: “De Bad Boys-films beschikken over een eigen DNA, en wij zijn toevallig fan van dat DNA. Toch durfde het tijdens de montage weleens clashen tussen ons en de producenten. Zij wilden altijd maar meer en groter, terwijl wij af en toe op de rem wilden gaan staan.”
El Arbi: “We hadden wel stress, hoor. Per slot van rekening zaten wij een sequel te maken op twee films van Michael Bay, een cineast met een eigen stijl en een grote reputatie. We wilden onze eigen stempel wel drukken, maar anderzijds wilden we de fans van Bay ook niet teleurstellen. De druk maakte ons soms wel wat onzeker.”
Fallah: “Maar het is zeker niet zo dat Bay de hele tijd over onze schouder stond mee te kijken: hij had het trouwens te druk met 6 Underground. Hij is één keer naar onze set afgezakt, waarop we hem meteen een gastrolletje in de film hebben gegeven. Hij had één goede raad voor ons: ‘Don’t fuck up my movie!’ (lacht)”
El Arbi: “Ook Jerry Bruckheimer heeft zich nauwelijks gemoeid, zeker niet tijdens de opnames. Tijdens de montage was hij iets meer aanwezig en kwam hij geregeld kijken of de balans tussen de humor, de actie en de personages nog wel goed zat. En ik moet zeggen dat zijn input ons ongelooflijk goed heeft geholpen. Het zou ook dom zijn geweest om níét naar hem te luisteren: de man produceert al veertig jaar films en heeft tonnen ervaring. Top Gun! Beverly Hills Cop! Days of Thunder! Crimson Tide! Dat zijn de films waarmee wij zijn opgegroeid. Hij heeft indertijd de carrières van Tony Scott en Michael Bay gelanceerd, omdat hij in hen geloofde. Het was een eer om met met hem samen te werken.”
Wat was eigenlijk het budget van Bad Boys For Life?
Fallah: “Ongeveer 100 miljoen dollar. (zo'n 91 miljoen euro, red.)”
En van Patser?
Fallah: “3,4 miljoen euro.”
Qua werkmiddelen gaan jullie er precies wel op vooruit.
El Arbi: “We hebben een gigantische sprong gemaakt, ja.”
Fallah: “Met zo’n gigantisch budget krijg je natuurlijk veel meer mogelijkheden dan in België. Het speelgoed is groter, maar het probleem blijft in wezen hetzelfde, en dat is dat je veel te weinig tijd krijgt om je film te maken.”
Hoe was het om samen te werken met Will Smith?
El Arbi: “Hij was als een grote broer voor ons. Als wij omtrent bepaalde scènes een andere keuze wilden maken dan de studio, dan stond Will altijd achter ons.”
Geef eens een concreet voorbeeld?
Fallah: “De Zillion! (lacht)”
El Arbi: “We hadden enkele extra draaidagen gevraagd om die discotheekscène in te blikken, maar de studio zei neen. ‘Knip die scène liever helemaal weg’, zeiden ze. Maar voor ons was die scène net heel belangrijk. Ze hebben ons uiteindelijk één draaidag gegeven: véél te weinig. Toen is Will tussenbeide gekomen: hij heeft ervoor gezorgd dat we voldoende tijd kregen om de hele sequentie fatsoenlijk in te blikken. Zonder Will Smith dus géén Zillion in Bad Boys for Life. (lacht)”
Kun je met een superster als Will Smith echt een band hebben, of blijft het bij een professionele relatie?
Fallah: “Ik mag wel zeggen dat we een heel persoonlijke band met hem hebben opgebouwd. Op de set had hij superveel vertrouwen in ons, tijdens de montage zat hij elke dag naast ons, en net als ons is hij ongelooflijk passioneel bezig met zijn werk. Dan kweek je vanzelf een band. Voor ons was het maken van Bad Boys for Life als een rollercoaster van emoties; het was ook allemaal nieuw voor ons. Als hij merkte dat we het emotioneel moeilijk hadden, of als hij zag dat we problemen hadden, dan kwam hij onmiddellijk naar ons toe om met ons te praten. Hij was onze broeder.”
Er wordt gefluisterd dat Bad Boys for Life cruciaal wordt voor het verdere verloop van zijn acteercarrière. Hij heeft dringend een hit nodig.
El Arbi: “Voor hem wordt dit een belangrijke release, ja. De allereerste Bad Boys was de film die van hem een ster heeft gemaakt. De franchise betekent erg veel voor hem, en hij heeft zich tijdens de opnames dan ook helemaal gesmeten. Maar het is een feit dat de druk op hem nu heel hoog is. Uiteindelijk móét Bad Boys for Life wel een succes worden. Het is een blockbuster, hè. Als je faalt, dan faal je voor de ogen van de hele wereld.”
Kan Bad Boys for Life om die reden ook voor jullie geen vergiftigd geschenk worden? Als de film een hit wordt, dan is jullie Amerikaanse carrière definitief gelanceerd. Wordt het een flop, dan zullen de telefoons uit Hollywood ophouden met rinkelen.
Fallah: “(knikt) Als Bad Boys for Life flopt, is het onmiddellijk gedaan met onze Hollywood-carrière. Dan komen we terecht in movie jail.”
El Arbi: “Dat is de harde wet.”
Fallah: “Onze Amerikaanse manager zei op een bepaald moment: ‘All your dreams will come true, but make one flop and you will never work in this town again.’”
El Arbi: “Het wordt dus alles of niets.”
Fallah: “We leggen ons lot in de handen van God en van het publiek.”
El Arbi: “Och, als de film flopt, keren we terug en gaan we gewoon weer filmpjes in België maken.”
Hebben jullie hier ten minste een bom duiten aan overgehouden?
El Arbi: “Totaal niet.”
Fallah: “Het niveau waar wij nu in Hollywood staan – ‘Hey, wij zijn de regisseurs van Bad Boys for Life! – is totaal niet evenredig met het niveau van onze bankrekening. (lacht)”
El Arbi: “Laat ik het zo zeggen: we kunnen geen appartement kopen, maar wel een lening aanvragen. (lacht) Het goede nieuws is: als Bad Boys for Life een groot succes wordt, zullen we de volgende keer wél om die bom duiten kunnen vragen.”
© Humo