Nieuws#MeToo
Baas van gamegigant Activision Blizzard zwaar onder vuur voor cultuur van grensoverschrijdend gedrag
Mannelijke medewerkers die een kruiptraject afleggen onder de bureaus van hun vrouwelijke collega’s. Een vrouwelijke medewerker die zelfmoord pleegt tijdens een zakenreis met haar mannelijke baas. En een CEO die nu ook van grensoverschrijdend seksueel gedrag wordt beschuldigd: hoe nauw zijn de schoentjes van Bobby Kotick geworden, de CEO van de videogamegigant achter schietspellenreeks Call of Duty?
Bobby Kotick is de man die gamers “met veel liefde haten”, schreef The New York Times negen jaar geleden al in een portret van hem. En dat was nog lang voordat hij onder de loep kwam te liggen voor het toelaten van een cultuur van verregaand seksueel grensoverschrijdend gedrag in zijn bedrijf.
Die werd afgelopen zomer blootgelegd met een rechtszaak van de Amerikaanse staat California. Daaruit bleek onder meer dat mannelijke werknemers zich tijdens de werkuren bezatten en vervolgens vaste kruiptrajecten aflegden onder de bureaus van vrouwelijke collega’s. De aanklacht had het ook over meerdere gevallen van mannelijke medewerkers met grijpgrage handjes. Nadat het nieuws over de rechtszaak publiek werd, dook op sociale media een foto op van een groep gamedesigners die tijdens fanconferentie BlizzCon in 2013 een hotelsuite hadden gehuurd met een ingelijste poster van Bill Cosby, de inmiddels voor meerdere verkrachtingen veroordeelde Amerikaanse komiek. En in een bijzonder tragisch feit pleegde een vrouwelijke medewerker van de videogamegigant zelfmoord tijdens een zakenreis met haar mannelijke baas. In die laatste zijn reiskoffer, zo ontdekte de politie in haar onderzoek van de feiten: glijmiddel en een buttplug.
Epsteins boekje
Kotick communiceerde afgelopen zomer dat hij een reeks hervormingen had ingezet, en de ondertussen gebundelde rechtszaken na de aanklacht van de staat Californië eindigden vorige maand met een minnelijke schikking van 18 miljoen dollar (16 miljoen euro). Maar verder waste hij zijn handen in onschuld. Volgens een recent onderzoek van The Wall Street Journal had hij echter al jarenlang weet van wat er gaande was. Meer nog: hij zou zelf een assistente hebben lastiggevallen in 2006, en hebben bedreigd met een huurmoord als ze dat niet stilhield.
Vorige week herbevestigde de raad van bestuur bij Activision Blizzard niettemin zijn vertrouwen in Kotick. Waarop nog een voorlopig laatste saillant detail naar boven kwam: twee van de bestuurders - waaronder Kotick zelf - stonden in het befaamde little black book van wijlen multimiljardair en veroordeeld zedendelinquent Jeffrey Epstein. Dat bleek uit onderzoek van Kotaku, een Amerikaanse nieuwssite die de videogame-industrie volgt. In datzelfde adresboekje stonden ook de contactgegevens van de Britse prins Andrew en voormalig Amerikaans president Donald Trump.
Afbrokkelende positie
Twaalfhonderd medewerkers van Activision Blizzard (op een totaal van 9.500) eisen ondertussen dat Kotick opstapt. Een aantal kleinere aandeelhouders in het concern vroeg hetzelfde. Bovendien werden de #MeToo-schandalen veroordeeld door toplui van Sony PlayStation, Microsoft Xbox en Nintendo, drie gameplatformen die cruciaal zijn voor het bedrijf. Kotick heeft “te weinig gedaan”, schreef PlayStation-CEO Jim Ryan in een e-mail naar zijn medewerkers.
Maar niettemin blijft Koticks positie binnen Activision Blizzard sterk, zegt Joost Van Dreunen, professor videogamebusiness aan de NYU Stern-zakenhogeschool in New York. Kotick nam dertig jaar geleden het toen noodlijdende bedrijf over voor slechts 400.000 dollar (355.000 euro), en bouwde het uit tot een mastodont in de sector, met een beurswaarde van 44 miljard dollar (39 miljard euro). Hij is ook de grootste individuele aandeelhouder die in de raad van bestuur zit.
Volgens Van Dreunen brokkelt Koticks positie wel met rasse schreden af. “Bovenop bestaande medewerkers die zich tegen het leiderschap van het bedrijf keren, zet het ook druk op Activisions vermogen om talent aan te trekken. Niemand wil gaan werken voor een bedrijf dat bekend staat om een onaangename werkcultuur. Dat kan op termijn de positie van Kotick verder uithollen. Maar het zal wel nog aanzienlijk moeten escaleren voordat aandeelhouders écht druk gaan uitoefenen.”
Exclusieve mannenclubjes
Activision Blizzard is niet het enige videogamebedrijf dat onder vuur kwam te liggen voor zijn positie tegenover vrouwelijke medewerkers, die pas de afgelopen tien jaar stapvoets begonnen op te duiken op werkvloeren die de dertig jaar daarvoor exclusieve mannenclubjes waren. Ook Ubisoft (van onder meer de Assassin’s Creed-games) en Riot Games (van het populaire League of Legends) kwamen daarvoor al in opspraak.
“Veel van dat kwalijke gedrag blijft ongecontroleerd omdat de bedrijven in kwestie zeer wanhopig wedijveren om talent”, zegt Van Dreunen. “De sector wordt historisch gedomineerd door jonge, blanke mannen van in de dertig. Dat ontmoedigt iedereen die niet van nature in die cultuur past. Universiteiten en hogescholen bieden nog maar relatief recentelijk opleidingen gamedesign aan, die de diversiteit wat verhogen. Maar er blijft momenteel nog een kloof, met managers die toxiciteit vergoelijken omdat ze onder druk staan om op tijd producten af te leveren, terwijl ze worden geconfronteerd met een zeer competitieve arbeidsmarkt.”