interview
Baas Taalunie reageert op commotie rond emoticons: "Wij zijn geen taalpolitie"
Hans Bennis, algemeen secretaris van de Taalunie, heeft in taalkringen de reputatie om een 'rebel' te zijn. Ook zijn idee om emoticons toe te laten in officiële teksten, lijkt daarin te passen. "Ik ben een wetenschapper", zegt Bennis nu. "Ik heb soms een uitgesproken mening."
Wat als we in officiële teksten voortaan een knipoog zouden gebruiken om aan te duiden dat we wat we schrijven niet letterlijk menen, maar eerder ironisch opvatten? Goed plan ;), reageerden taalminnaars niet helemaal gemeend. Want als we dat al zullen toelaten, waar ligt de grens tussen de Nederlandse standaardtaal en de informele variant ervan die we op sociale media gebruiken?
Voor velen is dit typisch Hans Bennis: de taalkundige die toen hij vorig jaar aantrad als algemeen secretaris van de Taalunie, de organisatie achter het Groene Boekje, al meteen te kennen heeft gegeven dat dat hij spelling niet zo interessant vindt. Van een nieuwe spellingswijziging is er geen sprake, zo kondigde hij meteen aan.
En voortaan kunnen we overal emoticons gebruiken?
Bennis: "Ik heb dat vanuit het moment gezegd, toen ik met een Nederlandse journaliste van het AD sprak. Ik wil benadrukken dat de Taalunie geen officieel beleid heeft rond het gebruik van emoticons. Als ik geweten had wat die uitspraak zou teweegbrengen, dan had ik ze misschien niet gedaan."
Maar volgens critici loopt dat wel parallel met de huidige visie van de Taalunie op de standaardtaal: is de norm aan het vervagen?
"Ik wil graag dat de standaardtaal levend is, dat iedereen dat iedereen er plezier aan beleeft. Het is onze taak om de taal zo goed mogelijk te beschrijven en een standaard op te stellen, waarin iedereen zich goed kan uitdrukken, wat niet simpel is. Maar wij zijn geen taalpolitie. De taal verandert en wij veranderen mee.
"Als iets algemeen aanvaard wordt – zo hoor je tegenwoordig vaak 'een hele mooie auto', terwijl het natuurlijk 'een heel mooie auto' is – waarom zouden wij dan roepen dat het niet mag? Ik denk dat 'een hele mooie auto' binnenkort standaardtaal kan worden."
Maar legt de Taalunie dan niet te veel 'rekkelijkheid' aan de dag, zoals Stijn De Paepe in onze krant betoogde?
"Er is in veel kranten behoorlijk heftig gereageerd op de uitspraak rond de emoticon, ook in De Morgen. Ik heb mijn communicatiemedewerker gevraagd om Stijn De Paepe uit te nodigen voor een gesprek zodat wij hem kunnen informeren over wat de Taalunie precies doet.
"Er leeft een veronderstelling bij veel mensen dat de Taalunie zomaar alles goedkeurt. Dat is niet zo. Ik ben al in het nieuws geweest omdat ik 'hun hebben' als taalkundige een interessante uitdrukking vind, maar het is niet door de meeste taalgebruikers aanvaard. Dus wordt het geen standaardtaal."
Wat is dan het nut van de Taalunie volgens u?
"Wij vragen ons natuurlijk af waar de standaardtaal precies ligt tussen de verschillende dialecten en regiolecten uit Nederland, Vlaanderen en Suriname. Maar tegelijk zetten wij flink in op beleid. Zo is het taalonderwijs in Vlaanderen een zorg omdat het leesniveau van de leerlingen daalt, dan gaan wij nadenken over hoe we dat beter kunnen maken."
Ziet u de verschillende taalgebieden, Vlaanderen en Nederland, ook anders evolueren?
"De spreektalen maken een eigen evolutie door en wij moeten ervoor zorgen dat de standaardtaal bij die evoluties aansluit. Als dat niet lukt, worden Vlaams en Nederlands een andere taal. Je ziet dat beide taalgebieden op een andere manier met de invloed van het Engels omgaan. Die invloed is in Nederland zozeer doorgeschoten dat aan universiteiten wordt geopperd om het aantal Engelstalige opleidingen terug te dringen.
"Maar de vraag is: kun je daar wat aan doen? Ik vind het niet fraai, maar zo is het vroeger ook gegaan met het Frans. Geleidelijk hebben Franse woorden een plaats gekregen in het Nederlands. Als je naar het woord 'gecomputerd' kijkt, zie je dat Engelse woorden vernederlandst worden. Voor mij is het heel belangrijk om die ontwikkelingen te volgen, terwijl we uiteraard waken over de eigenheid van onze taal."
Zijn Vlamingen conservatiever wat het Nederlands betreft dan Nederlanders?
"Vlamingen verwachten van ons dat we normatief optreden, ten aanzien van de ANS (de Algemene Nederlandse Spraakkunst, zeg maar het wetboek van de Nederlandse grammatica, YV). Zij verwachten dat wij voor alles regeltjes opstellen. Nederlanders zijn veel laconieker over hun taal. Zij denken: waarom zou ik de officiële regels volgen als het op een andere manier ook kan?"
Begrijpt u waarom mensen zo emotioneel reageren op taalkwesties? Uw emoticon is een week in het nieuws geweest.
"Taal is een van die dingen waar iedereen een mening over heeft. Bij velen leeft het gevoel van 'mijn mooie taal gaat naar de knoppen'. Maar ik hoor ook andere geluiden, van mensen die vinden dat we niet genoeg openstaan voor verandering. Mijn zorg is om een goede middenweg te vinden."
Klopt het dat u graag dergelijke ballonnetjes oplaat om het Nederlands onder de aandacht te brengen en en passant ook de Taalunie?
"Als er een debat ontstaat, zou ik veel liever hebben dat het gaat over hoe we goed taalonderwijs kunnen organiseren, of hoe we voor meer leesplezier bij kinderen kunnen zorgen. Veel liever dat dan praten over een knipoogje. Maar als dit mij gelegenheid geeft om het debat aan te zwengelen over ons beleid rond taal en cultuur, ben ik daar blij om. Al levert dat niet echt spannende nieuwskoppen op."
ID-kit Hans Bennis
66 jaar
Publiceerde onder meer de Syntactische Atlas Van de Nederlandse Dialecten en Gaps en Dummies over taalkunde.
Was tot 2016 directeur van het Meertens Instituut, een onderzoeksgroep binnen de Nederlandse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Gaf les over taalvariatie binnen het Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam.