Australische wetenschappers ontdekken dat inteelt overlevingskansen nog eens extra hypothekeert
Helft van uitstervende diersoorten geplaagd door zwakke zaadcellen
Diersoorten die toch al met uitsterven bedreigd zijn hebben daarenboven ook nog eens sperma van slechte kwaliteit. Dat hebben twee Australische biologen onomstotelijk bewezen. Dat diersoorten niet alleen dreigen uit te sterven door omgevingsfactoren maar ook door lichaamseigen defecten is baanbrekend nieuws.
Door Kim Herbots
ANTWERPEN l Bijna de helft van het zaad van bedreigde diersoorten vertoont mankementen, aldus de studie, die in Biology Letters Online gepubliceerd werd. Enige optie om erger te voorkomen is massaal zaad- en eicellen stockeren van dieren die op dit moment nog frequent voorkomen.
Het lijkt de vraag van de kip of het ei. Sterven diersoorten uit omdat ze zwak zaad hebben of hebben ze zwak zaad omdat ze uitsterven? Dat tweede, zo menen John Fitzpatrick en Jonathan Evans van de University of Western Australia, al komt het slechte sperma de overlevingskansen natuurlijk niet ten goede.
Fitzpatrick en Evans onderzochten tien bedreigde en tien niet-bedreigde diersoorten en kwamen tot tot de conclusie dat 48 procent van het sperma van de eerste categorie - waaronder dieren zoals de Aziatische leeuw, de reuzenpanda en de floridapanter - 'abnormaliteiten' vertoont. Bij de tweede groep was dat slechts 30 procent. Zaad van een bijna uitgestorven diersoort is daarenboven 10 procent trager. Oorzaak van het slechte zaad is de inteelt. Doordat de dieren bedreigd zijn, is er nog maar weinig genetische variatie en blijkbaar zijn spermacellen uitzonderlijk gevoelig voor de consequenties van inteelt, al weten de onderzoekers niet waarom.
Mogelijke oplossing
"Het is een hypothese die al eerder geponeerd werd maar die nu voor het eerst ook aangetoond is", aldus Zjef Pereboom, hoofd van de dienst onderzoek en conservatie van de Antwerpse Zoo. "Hoe bedreigder de soort, hoe slechter het zaad." Slecht nieuws, zo lijkt het, want terwijl je omgevingsfactoren nog enigszins kunt beïnvloeden, ligt dat met zwak zaad een stuk moeilijker. "Het is inderdaad geen positief bericht", zo meent ook Pereboom, "maar de onderzoekers stellen zelf een mogelijke oplossing voor. Je moet vooraleer een soort met uitsterven bedreigd is zoveel mogelijk zaad- en eicellen opslaan om later, wanneer het nodig is, te gebruiken in kweekprogramma's. Op die manier garandeer je een grote genetische variëteit."
Het lijkt een enorm werk maar zo onmogelijk is het niet. "Op vele plaatsen is men al bezig met zo'n opslag", zegt Pereboom. "Ook hier in de zoo. Wij vriezen zoveel mogelijk voortplantingscellen van amfibieën in. Maar liefst 25 à 30 procent van de amfibieën zijn nu al met uitsterven bedreigd."
De vraag kan gesteld worden of kweekprogramma's tussen dierentuinen onderling ook nefast zijn voor de genetische variatie en bijgevolg ook voor de kwaliteit van het zaad? "We proberen daar zoveel mogelijk rekening mee te houden", aldus Pereboom, "maar of dat mogelijk is, hangt vaak van diersoort tot diersoort af. Neem de bonobo's: daar zitten er wereldwijd 180 van in dierentuinen maar omdat 40 van die 180 dieren uit het wild komen, vertegenwoordigen ze wel 96 procent van de genetische variatie. Daar zitten we dus redelijk goed."
Heel anders is het met een dier zoals het met uitsterven bedreigde hertenzwijn. "Alle hertenzwijnen in Europese dierenparken zijn nakomelingen van vier à vijf hertenzwijnen uit Indonesië. De genetische variatie is daardoor erg klein en je kunt inteelt moeilijk vermijden."
Manier waarop ze paren
Volgens de meest recente rode lijst van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) is een kwart van de zoogdiersoorten met uitsterven bedreigd. Concreet gaat het om 1.141 van de 5.487 getelde soorten. Over nog eens 836 andere soorten zijn er geen gegevens. Volgens Pereboom zijn er geen vaststaande criteria om te zeggen of een diersoort al dan niet in gevaar is. "Veel hangt bijvoorbeeld af van de manier waarop ze paren", zegt hij. "Een soort als de mens, waarbij iedereen zich kan voortplanten, is veel minder gevoelig dan bijvoorbeeld herten, waarbij enkel het dominante mannetje uit een roedel nakomelingen verwekt."
Voor de lijst van IUCN wordt rekening gehouden met parameters als grootte van de populatie maar ook de snelheid waarmee de soort afneemt en de geografische verspreiding.
Zjef Pereboom (Antwerpse Zoo):
Alle hertenzwijnen in Europese dierenparken zijn nakomelingen van vier à vijf hertenzwijnen uit Indonesië
n De zaadcellen van de Aziatische leeuw zijn te traag om goed te zijn.
n De reuzenpanda mag zich zorgen maken over zijn zaad.
n Ook het sperma van de floridapanter kampt met 'abnormaliteiten'.