Arne Quinze: "Een autovrij Gent vind ik fantastisch"
Arne Quinze is een wereldburger. Hij pendelt tussen Los Angeles, Shanghai, Washington, Mumbai en Sint-Martens-Latem, waar hij respectievelijk een tentoonstelling heeft lopen, een atelier bezit, zijn kunstwerken voorbereidt en zijn thuis heeft. Zo mobiel zouden we allemaal moeten zijn, vertelt hij aan Goesting Magazine. "Veel Belgen zitten in hun huis, terwijl we naar búíten moeten, naar de publieke plaatsen."
Je hebt zo'n beetje overal gewoond. Wat maakt Sint-Martens-Latem voor jou zo bijzonder?
"Ik ben hier eerder toevallig beland. Ik ben geboren in Gent en in de eerste plaats ben ik Gentenaar. Ik kom heel graag in de stad. Alleen heb ik als thuisbasis een groener plekje nodig. Zo is mijn oog op deze oude hoeve gevallen. Ik heb die laten verbouwen, zodat er plaats was om te wonen en te werken. Maar wat dit écht tot mijn thuis maakt, is dat ik hier de meeste tijd doorbreng met de kinderen. Ze brengen hun lieven mee, hun vrienden. Ook mijn vrienden en medewerkers lopen hier constant binnen en buiten. Soms blijven ze hier overnachten. Er is altijd van alles gaande, het leeft hier. Dat heb ik graag. Als ik thuiskom, weet ik vaak niet wie hier allemaal zal zijn, maar als we aan tafel gaan om te eten zijn alle plaatsen altijd volzet. En we hebben een hele grote tafel! Zo'n warm nest vind ik heel belangrijk."
Zelf heb je niet bepaald een warme jeugd gehad, waardoor je op jonge leeftijd al veel hebt meegemaakt. Maakt dat jou een beschermende vader?
"Niet echt. Kinderen en ouders, dat is zoals een pijl en een boog. Je kan je pijl alleen maar laden met het allerbeste van jezelf. Alle goede raad die je in je hebt, verhalen, zoveel mogelijk bagage... Dan richt je die pijl en laat je ze los. Meer kan je niet doen. Ik vind het belangrijk mijn kinderen een goed vangnet te bieden, maar je kan ze niet bij je blijven houden."
Welke les wil je hen absoluut meegeven?
"Dat ze zoveel mogelijk moeten reizen. Als het praktisch mogelijk is, neem ik mijn kinderen altijd mee naar de openingen van mijn installaties. Ik wil dat ze zoveel mogelijk van de wereld zien. Dat is de beste manier om ervaringen op te doen en te groeien. We zijn trouwens van plan om binnenkort deeltijds naar Los Angeles te verhuizen. De helft van mijn team gaat naar daar, ikzelf en de kinderen zouden op en af komen. We kijken er enorm naar uit. Ik denk dat zoiets een belangrijke springplank zal zijn. LA is een fantastische stad. Het culturele aanbod is er oneindig. Je wordt er constant geïnspireerd. Onze huidige tentoonstelling daar wordt met open armen ontvangen en we voelen dat daar nog veel mogelijkheden zijn."
NAAR BUITEN
De tentoonstelling die nu in Los Angeles te zien is, heet Jungle Cities. Wat is het idee erachter?
"Sinds ik geboren ben, is 30% van alle fauna en flora verloren gegaan. Om dat onder de aandacht te brengen, heb ik mijn werken gebaseerd op de natuur. Die is zo mooi, magisch zelfs, en wij maken ze kapot. Wij bouwen steden waar we op één grote hoop leven en waar we de schoonheid van de natuur bijna vergeten. De tentoonstelling is een voorbereiding naar een reeks nieuwe, grote installaties die ik over de hele wereld ga plaatsen. Zij verwijzen stuk voor stuk naar de jungle. Ze komen op centrale plaatsen te staan in onder andere Washington, Mumbai en São Paulo. Ze zullen het contrast tussen de kleurrijke natuur en het grijze beton benadrukken. Het is de bedoeling dat mensen daarbij blijven stilstaan, zodat ze tegelijkertijd dichter bij elkaar komen. We hebben dat nodig. Hier in België ook. Hoe meer je naar het noorden gaat, hoe kleiner de samenleving op straat. Als je steden verandert in openluchtmusea, wordt het aanlokkelijker om uit je kot te komen."
Zijn wij Belgen dan zo'n koud volk?
"Dat is aan het verbeteren. Maar Belgen hebben nog steeds een baksteen in de maag. Velen geven véél geld aan hun huis en zitten daar dan binnen. Terwijl we naar buiten moeten. Naar onze échte tuin: de publieke plaatsen. Daarom vind ik het initiatief van Gent om de stad autovrij te maken heel goed. Ik juich dat toe. Ik begrijp de kritiek, ik vind het ook handig om overal met mijn wagen naartoe te kunnen, maar door de wagen te bannen, krijg je een soort romantische ontmoetingsplaats. Het is toch schitterend om te wandelen van aan de Graslei, langs de Korenmarkt, naar het Belfort? Op zulke plekken komen mensen gemakkelijker samen. Als je daar dan kunstwerken zou laten plaatsen, ben je als stad goed bezig. Dan wordt de stad een openluchtmuseum. Nu is kunst iets elitairs, van die 1% van de bevolking die soms naar musea gaat. Plaats je werken in het straatbeeld, dan kan iedereen daar iets van opsteken en er een dialoog over aangaan."
Hoe maak je iets wat iedereen mooi vindt?
"Dat kan niet en dat is niet de bedoeling. Het is interessant dat mensen meningen hebben, het is zo dat je ze aan het praten krijgt. Denk maar aan Rock Strangers in Oostende. Er zijn een paar enkelingen die aan het schreeuwen zijn in de media over die blokken op de zeedijk. Eigenlijk zou ik hen bloemen moeten sturen. Het is dankzij die controverse dat ze mijn beeld op de kaart hebben gezet. Een beeld waar niemand naar kraait, dat hebben mensen niet gezien."
CONTROVERSE
Deert de kritiek die je krijgt je nooit?
"Je mag niet bang zijn van kritiek. Je leert eruit. Je wordt beter door te falen. Alle grote kunstenaars hebben veel kritiek gekregen. In feite wijst controverse erop dat je goed bezig bent. In het begin vond ik het moeilijk om van alles over me heen te krijgen. Nu voedt dat mij."
Je spreekt van falen, waarin heb jij ooit gefaald?
"Er kunnen altijd dingen misgaan. Denk maar aan wat er gebeurd is in Bergen. Er is een stuk van mijn beeld, The Passenger, naar beneden gekomen. Uit onderzoek bleek dat er een wagen tegen was gereden, waardoor er een betonblok was verschoven en het onstabiel werd. Maar over die auto is weinig geschreven. We hadden een budget van 400.000 euro gekregen voor de opbouw van het werk, maar dat was dus kapot. Uiteindelijk hebben we het op onze eigen kosten naar beneden gehaald en helemaal opnieuw gebouwd. Ik heb uit eigen zak bijna een half miljoen gefinancierd, om te bewijzen dat wij er ook staan als het eens minder goed loopt. Dat was geen geplande uitgave en dus een zeer pijnlijke situatie om de nodige fondsen te kunnen vrijmaken. Plus al die kritiek omdat mijn werk niet goed in elkaar zou gezeten hebben... Het is vallen en opstaan."
Het is niet goedkoop om jouw werken te plaatsen. Binnenkort plant je een installatie neer in Mumbai. Zou het geld dat daar naartoe gaat niet beter gebruikt worden om de armere delen van de bevolking te helpen?
"Mensen hebben voorbeelden nodig. Wij krijgen op school en in onze opvoeding veel symbolen mee. De Eiffeltoren, het Atomium, die betekenen veel. In India hebben ze hun tempels, maar buiten hun geloof zijn er weinig symbolen. Laat staan dat er een buitenlands cultuurbeleid is. Terwijl dat zo belangrijk is voor jonge mensen. Mijn beeld komt op een plek waar duizenden mensen en kinderen passeren. Als zij zo'n groot, internationaal beeld zien, kan die kunst dienen als voorbeeld. Het is de bedoeling dat zij geïnspireerd worden om zelf zoiets te maken. Het moet hen warm maken om een doel na te streven en er hun uiterste best voor te doen. Pas op, ik geef geld aan goede doelen. Ik steun Human Rights Watch en Parlez, een organisatie die zich inzet voor de oceanen. Iedereen zou een doel moeten steunen. Zelfs al geef je maar een euro, het is beter dan niets. Maar daarnaast wil ik focussen op educatie, alternatieven bieden die de opvoeding stimuleren. Daarom vind ik het zo belangrijk om mijn werken naar daar te brengen."
Wie is Arne Quinze?
- Geboren in 1971 in Gent.
- Staat als conceptueel kunstenaar vooral bekend om zijn grote constructies in het straatbeeld, die hij samen met zijn team installeert over de hele wereld.
- Enkele van zijn bekende werken in België zijn Rock Strangers in Oostende en The Passenger in Bergen. Beide lokten heel wat controverse uit.
- Vader van vijf kinderen.