Arabische Lente: the movie
De gelauwerde Egyptische filmmaker Ibrahim el Batout (48) stond tijdens de revolutie op het Tahrirplein op de eerste rij. Hij is een van de blikvangers op het Brusselse festival 'Egypt on Film' dat vandaag start.
Egypte is een filmreus, goed voor driekwart van alle Arabische films in de voorbije eeuw. Maar hoe gingen 's lands regisseurs met de censuur om en wat veranderde er sinds de Arabische Lente?
Ibrahim el Batout ziet zichzelf als een ongewone regisseur: hij probeert met een luttele 6 à 7.000 dollar een hele film te draaien. "Heel bewust, ja. In het andere geval heb je immers geen vrijheid. De geldschieters willen commercieel succes, de overheid waakt over de ideologische lijn en er moeten bekende sterren aan te pas komen. Dat soort films interesseert me niet".
El Batouts regisseurschap is geënt op zijn vorige leven, op de twaalf oorlogen die hij in achttien jaar tijd versloeg als cameraman voor ZDF, France 2 of Arte. Het begon in 1987 in Iran, en later ging hij naar Beiroet, Somalië, Afghanistan, Sri Lanka, Bosnië, Tsjetsjenië, Rwanda, Zuid-Soedan, Kosovo en Irak. "Na al die tijd wilde ik niet meer, ik had behoefte aan rust en wilde iets nieuws doen. Veel collega's en vrienden zag ik sterven, zelf raakte ik twee keer gewond."
In 2004 keerde hij terug naar Caïro om fictie te maken. "Er zijn duizenden draden die zich tot verhalen weven in mijn hoofd, maar het thema is altijd hetzelfde. 'Waarom zijn we zo stom? We zouden een goed leven kunnen hebben maar de zucht naar macht, rijkdom en controle maakt dat we ons altijd weer in oorlog en verderf storten. Hoe komt het toch? Antwoorden heb ik niet, maar als ik de kijker tot vragen, twijfel en introspectie kan bewegen, ben ik in mijn opzet geslaagd".
"2004 was achteraf beschouwd een goed moment om terug te keren naar Egypte. Zowat de helft van alle films die sinds die tijd zijn gemaakt, zijn sociaal geëngageerd en maatschappijkritisch. Dat kon ook niet anders: de dynastieke neigingen van het regime hadden onderhand vaste vorm gekregen, zoon Mubarak werd naar voren geschoven als opvolger en het wanbestuur, de corruptie en het autoritaire bewind hadden alle aspecten van ons dagelijkse leven aangevreten'.
El Batout geeft toe dat het gigantische aantal kritische films die werden gemaakt schijnbaar weinig impact hadden. "Maar je moet er bij zeggen dat het gros nooit tot bij de modale kijker geraakt. De Egyptische burgers worden dag aan dag gebrainwasht door de staatszenders. De zogenaamde alternatieve kanalen zijn veelal niet meer dan een pluralistische façade van datzelfde regime. Dat truukje werkt overigens nog steeds. Op internet mogen duizenden foto's opduiken van arrestaties, moorden en folteringen door het leger, toch is de man in de straat daar niet van op de hoogte."
El Batout liet zich niet alleen thematisch inspireren door zijn ervaring als cameraman in de grote wereldconflicten, ook zijn aanpak wordt erdoor bepaald. "Als je een officiële film wil maken, moet je je scenario voorleggen aan de censor, die 'corrigeert'. Idem dito voor je voorstellen voor filmlocaties, de mensen met wie je werkt... Met andere woorden: je vrijheid als officiële filmmaker is nihil. Daarom besloot ik om zonder de overheid te werken, wat betekent dat je draait zonder vergunning, met alle risico's van dien. Daarbij kwam mijn oorlogservaring goed van pas. Ik heb geleerd dat je snel moet zijn, onopgemerkt moet kunnen wegkomen en kalm hoort te blijven als het toch misloopt."
"Eén keer kregen we heibel, bij het draaien van mijn tweede film, Eye of the sun, in 2006. Tijdens een straatscène doken plots verschillende agenten op, die onze draaivergunning wilden zien. Ik antwoordde dat ik niet wist dat ik toestemming nodig had en dat ik best wou meekomen om dat te regelen. Uiteindelijk hebben ze me laten gaan".
Eye of the Sun won in 2008 als eerste Egyptische prent ooit de Gouden Stier op het Taormina Film Festival in Italië. "De Egyptische filmpers was mede daardoor erg enthousiast en dat stelde de censors voor een groot dilemma. De film verbieden zou hen imagoschade bezorgen en tegelijk extra aandacht opleveren voor de prent. Niet handelen was evenzeer onmogelijk: Eye of the Sun was administratief gezien een illegale film. Het eerste argument woog uiteindelijk toch door, de film is in de bioscopen en zelfs op televisie vertoond."
Nieuwe betogingen nodig
El Batout was een van de vele tienduizenden die in januari van vorig jaar op het Tahrirplein voor een regimewissel zorgden. "Ik heb gehuild toen Moebarak vertrok, zelfs al wist ik dat het ergste nog moest komen en dat we flink neerwaarts zouden tuimelen vooraleer er licht kwam aan het einde van de tunnel. Ik schat nu dat het nog een jaar of vijf duurt vooraleer de heropbouw kan beginnen. We moeten ons van het militaire regime ontdoen, en daarvoor zullen nieuwe betogingen nodig zijn, waarbij andermaal bloed zal vloeien. De vraag is alleen wat we kunnen doen om het aantal slachtoffers te beperken.
"Ik huilde omdat ik mocht meemaken dat het Egyptische volk op straat zijn rechten claimde. Vijf jaar geleden kon ik me dat niet voorstellen, ik had me neergelegd bij de gedachte dat ik permanent onder een autoritair bestel zou moeten werken.
"De spontane, grootschalige emotionele uitbarsting op het Tahrirplein motiveerde me om zelf ook initiatieven te nemen. Ik wist dat de bekende acteur Amr Waked al vanaf het begin deelnam, en belde hem met de vraag of hij aan mijn nieuwe film wilde meewerken. Hij wilde weten wanneer we zouden beginnen. 'Over een uur', zei ik, 'gewoon hier'. En hij kwam.
"In de dagen na de val van Moebarak konden we vrij filmen. Er was immers een machtsvacuüm, politie en leger waren tijdelijk weg uit het straatbeeld. Sindsdien is de situatie surrealistisch geworden. Er is veel intelligentie, kalmte, improvisatie en flexibiliteit nodig om als filmmaker snel te reageren op de voortdurend veranderende militaire regels en edicten. Maar de wetenschap dat een militair bewind geen toekomst heeft, sterkt ons in het besef dat het een kwestie van doorzetten is, en dat de overwinning uiteindelijk de onze zal zijn.
"Maak ik me zorgen over de islamistische krachten in de maatschappij? Ik vind het een goede zaak dat ze uit de kast zijn gekomen. Dat maakt het makkelijker om hun ideeën te bestrijden. Ik zie hun aanwezigheid en invloed als een noodzakelijke kinderziekte voor onze prille democratie. Europa heeft er eeuwen gedaan om te worden wat het nu is. In vergelijking daarmee is Egypte een adolescent van een jaar of dertien, die nog erg veel moet leren, vooral over de rechten van andersdenkenden. En daar is tijd voor nodig".