InterviewFamilieklap
Annemie Struyf en dochter Josefien: ‘Ik geniet nog te veel om fulltime ‘mamy’ te gaan spelen’
De oudste schrijft boeken en maakt tv-programma’s als In godsnaam en Het Hoge Noorden. Ze bracht vijf kinderen groot en wordt deze zomer voor het eerst oma. De jongste werkt als vroedvrouw en psychologe, en bereidt zich voor op het moederschap. Annemie Struyf (60) en Josefien Laurent (28), moeder en dochter.
ANNEMIE
“Een dochter die zwanger is, dat is heel speciaal voor een moeder. Dat kind is uit jouw lichaam gekomen en in dat lichaam zit een nieuwe baby. Het doet je nadenken over hoe het leven voorbijraast. Is het echt al 28 jaar geleden? De dag dat je dochter komt vertellen dat ze zwanger is, schuif je op. Er komt een nieuwe generatie bij, je gaat plaats moeten maken. Dat is keitof, en dat is ook: ouder worden.
“Ik was buiten met Hope (haar jongste, geadopteerde dochter, red.) toen Josefien belde. ‘Mag ik even langskomen? Ik ben iets vergeten!’ Dat ze zwanger was, schoot toen al even door me heen. Op het moment dat ze haar gsm op tafel legde om het berichtje met de bevestiging van de huisarts te tonen, bliksemde de gedachte opnieuw door mijn hoofd. Ik heb haar dat nog niet gezegd, dat ik het voelde aankomen. (lacht)
“Ik ga ‘mamy’ heten, naar Franse traditie. En ik ben er om te verwennen, niet om mee de verantwoordelijkheid te dragen, in tegenstelling tot veel grootouders. Nee, dat wil ik niet. Mijn eerste reflex was: ja, breng het kindje maar een vaste dag in de week. Maar daarna dacht ik, nee. Ik werk voltijds, heb vijf kinderen grootgebracht met alle consequenties van dien, en ik geniet in deze levensfase enorm van mijn vrijheid. Ik kan nu op elk moment beslissen: kom, we gaan op weekend. Of er komt iets op me af en ik vertrek voor het werk. Dat wil ik nog niet afgeven, ik ben vele jaren door kinderen gebonden geweest. J’ai donné.
“Twee dagen voor mijn zestigste verjaardag heb ik samen met mijn nieuwe partner een huis gekocht. Hij had een huis, ik had een huis, die verkopen we en we gaan samenwonen. Er gebeurt dus heel veel ineens. Ik zeg tegen iedereen: zestig worden is gewoon de max! Terwijl sommige leeftijdsgenoten het intussen wel een beetje gezien hebben. (lacht)
“Zoals we hier samen op de foto staan, zo zijn Josefien en ik echt. Heel fysiek, heel veel emoties. Mijn vijf kinderen zijn stuk voor stuk anders, met haar kan ik het makkelijkst knuffelen zoals vroeger. We zijn zo’n beetje hetzelfde bedraad, met onze emoties net onder het oppervlak. Wij kunnen niks voor elkaar verbergen, ook al is dat niet altijd een voordeel.
“Mijn gynaecologe raadde destijds aan om elk kind de dag na de geboorte goed te observeren en op te schrijven hoe het zich gedraagt. Dat is het karakter in zijn meest pure vorm. Het klopt volledig, voor allemaal, nog steeds. Josefien heeft een heel zachte natuur, ze is gevoelig, aanhankelijk en liefdevol, liet zich makkelijk oppakken.
“Wat ik zo bijzonder vind, is dat de rollen nu soms omkeren. Dat ik niet meer altijd degene ben die beschermt, leidt en advies geeft. Als ik ergens mee worstel, brengt Josefien mij inzichten bij, of ze benoemt feilloos wat er precies wringt. Kind, je slaat de nagel op de kop, denk ik dan. Hope, die nu 17 is, zag veel wegvallen door corona en daar struggelt ze mee, ze gaat soms wat gelaten door het leven. Als ik een paar dagen niet tot haar kan doordringen, bespreek ik met Josefien hoe we dat kunnen aanpakken.
“Vóór corona zaten al mijn kinderen en hun lieven elke zondagavond bij me aan tafel. Josefien en ik vervielen dan soms in de rol van gespreksmoderator: ‘Kom jongens, geef Hope ook eens de kans om haar zegske te doen!’ (lacht) Wanneer ik voor de opnames van Het Hoge Noorden bij een gezin binnenkwam, voelde ik ook heel snel aan of het er warm was, of de schone schijn werd hooggehouden, of er spanningen waren, duidelijk of verborgen. Dat interesseert mij mateloos, en Josefien is krek hetzelfde.”
JOSEFIEN
“Mama wil mensen niet veranderen, wel zo goed mogelijk begrijpen en ondersteunen. Dat is de rode draad in al haar werk. Ook de band tussen moeders en kinderen is een thema dat altijd terugkomt, van Afghanistan tot in het Hoge Noorden. Ik geloof dat wij zo van job zouden kunnen wisselen. Als psychologe en vroedvrouw begeleid ik zwangerschappen die niet lopen zoals gepland, waarbij een afwijking vastgesteld is bij de foetus. Soms beslissen koppels om de zwangerschap af te breken. Dan is het belangrijk om aan te voelen hoe hun band is, en op welke manier je bepaalde informatie kan overbrengen. Ik vind dat superboeiend. Veel van de gesprekken die ik met mama heb, gaan daar ook over.
“Ik was van plan om een aantal weken te verzwijgen dat ik zwanger was. Maar toen het zover was, dacht ik bijna instant: ik móét het aan mijn mama zeggen. Er gaat zoveel door je heen. Je denkt: wow, dit is de max. Maar ook: kan ik het wel? Door mijn job krijg ik alle niet-goeie verhalen mee. Dus ik heb haar gezegd: ‘Ik ben heel blij, maar ik vertel je dit ook omdat je me moet geruststellen.’ Doet ze ook, sinds dag één. Ik mag haar zelfs sturen: ‘Oh nee, mama, ik heb een spatader! Hoe was dat bij jou?’ Haar antwoorden zijn altijd heel eerlijk.
“Ik hoop dat ik er als moeder ook in slaag om mijn kind zichzelf te laten zijn. Zo van: lééf maar, ik ben er voor je als je me nodig hebt. Wil je aan mijn rokken hangen, oké. Wil je in de bomen klimmen, doe ook maar. Wij zijn alle vijf heel verschillend en mama líét ons. Ik was een rokkenhangertje. En ook mijn studentenjaren waren niet mijn wildste tijd. (glimlacht) Dat heb ik daarna wel ingehaald. Mijn moeder is het wandelende bewijs dat je eender wanneer voluit kan leven.
“Onze ruzies? Die kan ik op één hand tellen. Eigenlijk kan ik me er maar eentje herinneren, intussen zestien jaar geleden. Mama vertrok voor de tweede keer naar Afghanistan. Dat zagen wij totaal niet zitten. Dus had ze haar kinderen wijsgemaakt dat ze naar Pakistan zou reizen. Maar toen viel ze door de mand: ‘De vorige keer dat we in Afghanistan waren, was het zó warm’, zei ze. Toen ben ik heel, heel boos geworden. We waren ongerust en bang, een van mijn broers zat op het internet zelfs naar gruwelbeelden te zoeken om naar haar door te sturen. Zelf was mama ook bang. Nu weet ik dat ze had willen terugkrabbelen, maar het was te laat. Zo’n zaken kun je natuurlijk niet zeggen tegen je doodongeruste kinderen.
“Ze is geen klassieke moeder, maar ze heeft wel die warmte. Zet ons allemaal samen in een huisje in de Ardennen dat extreem ongezellig is, mama maakt er iets van. En ik begin bepaalde zaken van haar over te nemen. Kijk naar al die lege kommetjes soep hier op tafel. Het is geen mop, maar ook bij mij thuis is er altijd soep. Komen er vrienden op bezoek, dan zeggen die: ‘Ja, wij willen wel soep!’ Nog voor ik iets gevraagd heb. Als ik bij mijn zus Johanna binnenspring, is het net hetzelfde: ‘oh, leuk, schuif maar aan, eten genoeg in huis.’”
GEKKE GEWOONTES
Josefien over Annemie: “Mama zegt altijd: ‘nee, ik hoef geen ijsje’. Daarna vraagt ze om eens van het jouwe te proeven, en bijt ze er een halve bol af.”
Annemie over Josefien: “Als klein meisje wilde ze, wanneer ik niet thuis was, slapen met een sjaal waar mijn geur aan hing.”