Anderlecht, van geen kleintje gewonnen
Neen, Koninklijke Rupel-Boom FC was afgelopen woensdag geen primeur. Het hoofdstedelijke Anderlecht verliest in de beker van België vaker van kleine clubjes uit de provincie. En ook toen hadden de helden een verhaal. 'Ik trapte: los in de winkelhaak. Nadien nooit meer gebeurd.'
10 november 2005
RSC Anderlecht-KFC Verbroedering Geel: 0-0, 5-6 na strafschoppen
Held: Koen Schurmans
"He's only 19, don't kill him", zegt Christian Wilhelmsson na afloop. Hij neemt ploegmaat Cheik Tioté in bescherming, die even voordien de zesde elfmeter van Anderlecht tegen invallersdoelman Koen Schurman heeft gemikt. Ook Vincent Kompany troost zijn huilende ploegmaat. Nochtans heeft Tioté zich weinig te verwijten: hij is in wat vooraf gaat nagenoeg de enige speler op niveau. Anderlecht speelt, zoals tegen Rupel-Boom, met een halve invallersploeg. Trainer Frank Vercauteren is na afloop zeer ontstemd. "De jongens die hun kans gekregen hebben, hebben ze alvast niet gegrepen. Dit is de slechtste wedstrijd die ik als trainer of hulptrainer gezien heb." Het is zo'n archetypische wanprestatie van Anderlecht. Reactie van Herman Van Holsbeeck: "Ik ben boos. Dit kan niet door de beugel." Reactie van aanvoerder Bart Goor: "We moeten nu voor de spiegel staan en verder ons truitje nat maken."
De held is doelman Koen Schurmans die de strafschop van Tioté pakt. "In doel staan tegen Anderlecht is het mooiste wat er is", zegt hij na de match. "Tijdens de match zelf had ik niet eens zoveel werk. Het was meer: alert blijven. Winnen in Anderlecht: het is iets om later aan de kleinkinderen te vertellen."
"Ik had amper één competitiewedstrijd gespeeld voor Geel", herinnert Schurmans zich bijna zes jaar later. "In de opwarming hoorde ik dat ik zou spelen en dan denk je: 'Oei als dit maar niet 0-5 of 0-6 wordt.' Ik heb de wedstrijd nog altijd op band, maar het is al lang geleden dat ik hem nog bekeken heb."
16 oktober 1999
Anderlecht- KSV Ingelmunster: 1-4
Held: Luc Feys
"Buitenaards", zegt Ingelmunstertrainer Eddy Mestdagh na afloop. Zijn ploeg zorgt voor de bekerstunt van het jaar: 1-0 achtergekomen in Anderlecht, na een snelle goal van Zetterberg. Maar dan volgt de ultieme ommekeer: 1-1 in de reguliere speeltijd via topaankoop Serge Beerens. En in de extra tijd drie doelpunten na elkaar. Twee keer Luc Feys, één keer Thierry Degrande. Anderlechtcoach Aimé Anthuenis blijft verweesd achter.
"Wat is hier gebeurd?", vraagt Enzo Scifo zich na afloop af. Zelf weet hij het niet zo goed. "Het ging allemaal zo snel." De gebeten hond is Mike Verstraeten die in de fout gaat bij de derde tegengoal. "Het slaat nergens op om de nederlaag in mijn schoenen te schuiven", zo verweert Verstraeten zich na afloop. Hij is niet vies van het cliché. "Ik heb genoeg steekjes opgeraapt voor de anderen. Dit is een collectieve wanprestatie."
Uitblinker in het Constant Vanden Stock-stadion is natuurlijk Luc Feys, maker van twee doelpunten "Ik herinner me eigenlijk alles van die wedstrijd", zegt Feys. "Vooraf begin je met het idee 'schade beperken'. Vooral mijn eerste was een typische Luc Feysgoal. Goed naar de eerste paal gekomen en binnengekopt. De tweede was een strakke schuiver onder Geert De Vlieger. Natuurlijk was het een hoogtepunt. Voor mezelf en voor Ingelmunster."
18 oktober 1998
Denderleeuw-Anderlecht: 3-3, 4-2 na strafschoppen.
Held: Daniël Simmes
Anderlecht verliest in de beker op het veld van Denderleeuw. Na een strafschoppenserie waarin Denderleeuw foutloos blijft en Stephane Stassin en Enzo Scifo falen. Het is een tijd dat verliezende coaches nog echt hun verantwoordelijkheid nemen: "Er moet een nieuwe oefenmeester komen", zegt Anderlechttrainer Jean Dockx na afloop. Met twee doelpunten is spits Keshinro bij de thuisploeg de gevierde man, maar de echte held is Daniël Simmes, die op vrije trap voor de 1-0 zorgt. Het Nieuwsblad van 19 oktober citeert hem daags nadien zo: "Ik werd plots bevangen door een gevoel van heilige overtuiging dat ik de bal erin kon krijgen."
Het blijkt vandaag niet eens een apocrief verhaal. "Ik herinner me inderdaad dat gevoel", zegt Simmes, vandaag hoofdcoach van KV Turnhout. "Je moet weten: ik was net vader geworden van mijn zoon Robin, nu dertien jaar oud. Peter Van Wambeke was normaal de vaste man voor de vrije trappen. Ik zei: 'Peter ik heb zo'n gevoel dat als ik tegen de bal trap, dat die dan binnen gaat.' Van Wambeke liet me trappen. Al zei hij wel nog: 'Zorg maar dat hij echt binnen gaat ook'. Ik trapte, los in de winkelhaak. Nadien nooit meer gebeurd. Wij klopten Anderlecht, met al die grote namen. Staelens, Scifo en De Wilde in de goal."
Vergis u niet: Simmes is geen typische held voor één dag. Zijn loopbaan is meer dan een anekdote. Of dat had ze toch moeten zijn. In 1984 was Daniël Simmes in Duitsland een naam als een klok. "Ik was toen achttien en scoorde het 'Doelpunt van het Jaar' in de Bundesliga. Met Borussia Dortmund tegen Leverküsen." Volgens wikipedia betrof het een solo van zeventig meter, maar Simmes weerlegt dat: "Het was maar vijfenzestig meter. Ik vertrek op snelheid, toen had ik die nog, en trapte binnen met links. Dat was zoals die vrije trap tegen Anderlecht: één keer in mijn leven. Je moet weten: ik was echt top op mijn achttiende. Bild zou mij 'het grootste Duitse talent ooit' noemen. Na een toernooi in Barcelona is toenmalig voorzitter José Luis Nuñez nog bij mij gekomen: teken bij ons, anders heb je je hele leven spijt. Ik heb het niet gedaan. En kort nadien ben ik beginnen sukkelen. Ik begon aan de wedstrijd met het gevoel dat ik er al één gespeeld had. Constant vermoeid. Pas vijf jaar geleden is duidelijk geworden hoe dat kwam: ik had een aangeboren hartafwijking. Pedro Brugada heeft dat toen weg gebrand. Was dat vroeger gebeurd, dan ben ik 20 miljoen rijker en spraken we nu niet over Denderleeuw-Anderlecht."