Anderlecht-Sint Truiden: 3-D

Belgacom experimenteert met nieuwe technologie om voetbal in te blikken

Meer dan een eenmalige stunt lijkt het experiment voorlopig niet. Hoewel ze bij Belgacom beweren dat ze de dure techniek zo snel mogelijk in de huiskamers willen brengen, is het toch nog wachten tot voldoende kijkers een 3D-televisietoestel in huis hebben gehaald. Ook de zenders, die voor de kosten moeten opdraaien, lopen voorlopig niet echt warm voor het idee.

Het idee van 3D-televisie, waarbij de vlakke televisiefiguren als het ware het scherm uitstappen, is niet nieuw. In 1922 al ging de allereerste 3D-film, The Power of Love, in première in New York. Maar het duurde tot nu voor de techniek echt op punt stond. Of om het met de woorden van Jean Charles De Keyser, vicepresident van BelgacomTV, te zeggen: “Jammer dat ze die oude 3D-brilletjes in twee kleuren niet standaard met een tube aspirine verkochten. Na een kwartier 3D-beelden verging je van de koppijn.” Nu die tweekleurige kartonnen brilletjes tot het verleden behoren is de tijd volgens De Keyser klaar voor ‘3D nieuwe stijl’. Samen met het facilitair bedrijf Outside Broadcast en elektronicafabrikant Samsung sloeg Belgacom aan het experimenteren: materiaal - stereocamera’s met twee lenzen - op punt stellen, zoeken naar de geschikte camerastandpunten, en controleren hoe het 3D-effect maximaal wordt bereikt. Twee weken geleden, op 10 maart, werd tijdens de match Charleroi - Lokeren voor het eerst alles grondig getest. Het resultaat viel zo goed mee dat de verschillende partners zich klaar voelen om nu ook het grote publiek van voetbal in 3D te laten proeven. Al moeten we ‘groot’ wat nuanceren: hoewel de HD-decoders van Belgacom klaar zijn om het 3D-signaal tot in de huiskamer te brengen, zal dat op 8 mei toch niet gebeuren. Enkel de geselecteerde cafés - één per provincie - waar fabrikant Samsung een 3D-televisie komt installeren krijgen het signaal binnen.

Op de vraag wanneer de modale televisiekijkers dan wel van die 3D-beelden zullen kunnen genieten, antwoordt De Keyser: “Zo snel mogelijk”. Toch lijkt een definitieve doorbraak van 3D-tv nog niet meteen voor morgen. Eerst en vooral is er de kostprijs. Hoeveel de captatie van die ene voetbalmatch zal kosten willen noch Belgacom, noch Outside Broadcast kwijt, maar het lijdt geen twijfel dat het prijskaartje behoorlijk fors is. Er is niet alleen de investering in materiaal. Om die ene wedstrijd in beeld te brengen heb je ook twee volwaardige captatieteams nodig: één voor de 3D-beelden en één voor het ‘gewone’ televisiebeeld. Meteen een verdubbeling van de personeelskosten dus. “Het is een compleet andere manier van beeldvoering”, vertelt Bart Raes van productiehuis Woestijnvis, dat de Jupiler League in beeld brengt. “Snelle zooms en snelle camerabewegingen zijn uit den boze.” Het blijft ook nog de vraag hoe snel de 3D-televisies de huiskamer zullen veroveren. Het heeft immers geen zin om dure 3D-beelden te maken voor een handvol kijkers. Bij Samsung gaan ze er van uit dat binnen drie, maximum vier jaar zowat een kwart van de gezinnen zo’n 3D-televisie in de huiskamer heeft staan. “De helft van de Belgische gezinnen kijkt tegenwoordig digitaal. En dat in amper een paar jaar. Wanneer een bepaalde techniek een duidelijke meerwaarde heeft, gaat het snel”, klinkt het. Maar biedt 3D-tv die meerwaarde wel? Toegegeven, de wedstrijdbeelden die we te zien kregen, waren best leuk. Vooral wanneer de spitsen op de camera afstormen die achter de doellijn staat opgesteld krijg je echt het gevoel middenin de actie te zitten. De beelden van de overzichtscamera in de tribune zijn dan weer een stuk minder spectaculair. En dan is er nog het brilletje. Want hoewel het tweekleurige, kartonnen brilletje voorgoed is afgeschreven, heb je er nog steeds een nodig om 3D te kijken. Dat maakt het niet alleen omslachtig, het blijkt ook behoorlijk vermoeiend: een match van anderhalf uur uitkijken lijkt ons alleszins een uitdaging. En dan is er nog een laatste hinderpaal: de content. Want zo bijster veel 3D-aanbod voor de televisiemarkt is er voorlopig niet. “Wij bieden de mogelijkheden aan”, vertelt De Keyzer. “Het is nu aan de zenders om mee op de kar te springen.”