Column
Alsof Gent nog niet genoeg afscheid moest nemen, behoort ook het Volkshuis tot het verleden
Tim F. Van der Mensbrugghe is journalist voor De Morgen. Hij neemt afscheid van het Volkshuis, het legendarische Gentse café in de Sleepstraat dat de deuren sloot.
Als je genoeg calvados drinkt, gebeurt het al eens dat je op een stoel 'Poison' van Alice Cooper staat te brullen. Achter de toog valt de barman stilaan in slaap, de enige twee andere overlevers schreeuwen nóg luider van 'Poison running through my veins'.
In de Sleepstraat haasten wakkere burgermensen zich al naar de bakker, maar in de microkosmos van het Volkshuis duurt de nacht nog één liedje langer. Helaas is het lied van het Volkshuis uit. Alsof we in Gent nog niet genoeg afscheid hebben moeten nemen van monumenten, behoort ook het Volkshuis tot het verleden. Het laatste feest liep uit tot in 2015, maar de echo's zijn uitgestorven.
Je kunt je het leed van de vrijgezelle twintigers en dertigers niet inbeelden. Zij moeten op zoek naar een nieuw uitvijzerskot, maar een vervanger voor het Volkshuis bestaat niet. Ik ken in Gent geen ander café met een voorgeschiedenis als communistisch clubhuis.
Tot negen jaar geleden zwaaide de legendarische Octavia hier de plak, maar toen Iris de zaak overnam, kreeg het café een nieuw leven. Ieder weekend werd er gedanst op échte muziek, tijdloze pop en rock waar andere dj's hun neus voor ophalen. Van aan de toog kon ik toekijken hoe mijn maat op de dansvloer een treintje meisjes achter zich verzamelde.
Waar moeten al die jongens en meisjes hun uitvijzerskunsten nu botvieren? En in welk volkscafé kan ik nog om zeven uur 's ochtends meebrullen met Alice Cooper?