Als pop en politiek onder een hoedje spelen
'The Complete Adventures Of', een vijfdelige overzichtsbox van The Style Council
Als soloartiest bevindt Modfather Paul Weller zich al in de derde fase van zijn twee decennia omspannende carrière. Eerst verwierf hij reputatie met de gebalde punkpop van The Jam; later vormde hij The Style Council, die verfijnde cappuccinojazz en soul koppelde aan bijtende maatschappijkritiek. Het verzamelde werk van dit gezelschap, 90 tracks in totaal, is nu verkrijgbaar in een vijfdelige cd-box. Interessant is dat de acid-houseplaat van de groep, die in 1989 door Polydor werd afgewezen, nu alsnog officieel wordt uitgebracht.
De Britse pers heeft met The Style Council altijd een haat-liefdeverhouding gehad. Men bleef het Weller immers kwalijk nemen dat hij het populaire powertrio The Jam had opgeblazen op het toppunt van zijn roem. Maar de zanger wilde niet langer de spreekbuis van een generatie zijn. Hij was het beu al zijn vrije tijd in de studio of op het podium door te moeten brengen, snakte naar een beetje anonimiteit en nam zich voor het stilistische keurslijf van zijn vorige groep voorgoed af te leggen. Voortaan wilde hij meer gaan experimenteren, iedere song benaderen volgens zijn specifieke noden, en in dat opzicht leek een flexibele kern, aangevuld met wisselende partners, hem veel interessanter dan een vaste line-up. Hij ging in zee met toetsenspeler Mick Talbot en begon zo een samenwerking die zeven jaar zou standhouden.
De eerste sporen van de Style Council-sound doken al op tijdens de afscheidstournee van The Jam. Niet alleen werd toen met een blazerssectie gestoeid; er prijkte ook een song van Curtis Mayfield op de setlist. Wellers fascinatie voor continentale jazz en zwarte (dans)muziek zou echter nog duidelijker tot uiting komen op de eerste singles van het nieuwe duo: het naar Motown verwijzende 'Speak Like a Child'; het funky 'Merry-Go-Round'; de wiegende soulpop van 'Long Hot Summer'. Echt bevreemdend werd het pas toen The Style Council zijn debuutelpee uitbracht: vijf van de elf nummers uit Café Bleu waren namelijk instrumentaal, terwijl twee andere liedjes door gasten werden gezongen: Tracey Thorn leende haar stem aan het lome 'The Paris Match' en rapper Dizzy Hines werd naar voren geschoven in 'A Gospel'. Weller zelf schitterde dan weer in de sobere protestsong 'The Whole Point of No Return' en het al even fraaie 'My Ever Changing Moods' - een uitgeklede versie van een nummer dat eerder al op single was uitgekomen.
De komst van The Style Council viel perfect samen met de op dat ogenblik in Engeland ontluikende new jazz-beweging, waar ook Everything But the Girl, Working Week, Sade, Carmel en Matt Bianco deel van uitmaakten. Het speelse concept van Weller en Talbot sloeg dus aan, maar ging gepaard met een visueel imago dat geïspireerd was door La Dolce Vita en dus een beetje snobistisch aandeed. Beide heren lieten hun haar blonderen, hulden zich bij voorkeur in Franse haute couture of droegen lange regenjassen, puntschoenen, witte sokken en gestipte sjaaltjes. Bovendien bevatte iedere Style Council-hoes aantekeningen van de enigmatische Cappuccino Kid, waarin voortdurend werd gekoketteerd met achttiende-eeuwse Franse filosofen. Our Favourite Shop, langspeler nummer twee, klonk coherenter, gaf blijk van een groeiend zelfvertrouwen, en wordt door Paul Weller als zijn "beste plaat uit de jaren tachtig" beschouwd. De Council was inmiddels aangevuld met drummer Steve White en de zwarte zangeres Dee C. Lee, die later Wellers vrouw zou worden, en de Philly Sound-hommage 'Shout to the Top' werd een grote hit. Gaandeweg raakten pop en politiek in Paul Wellers universum steeds nauwer verweven. Tenslotte was Engeland in de ban van de grote mijnwerkersstaking en kregen de sociale instellingen steeds zwaarder te lijden onder het Thatcher-regime. Net als Billy Bragg begon Weller zijn songs dus te gebruiken als doorgeefluik voor zijn politieke ideeën (zie: 'Walls Come Tumbling Down' en 'Dropping Bombs on the Whitehouse'). Hij raakte zelfs actief betrokken bij Red Wedge, een muzikantenorganisatie die het Britse publiek ertoe trachtte te bewegen voor Labour te stemmen en zo het machtsmonopolie van de Tories te breken. Weller zou daar later spijt van krijgen: "Tony Blair heeft veel meer met de showbizz te maken dan wij", verklaarde hij onlangs in een interview. Maar in creatief opzicht was hij in topvorm: hij kon het zich zelfs veroorloven enkele van zijn mooiste songs, zoals 'Ghosts of Dachau' en 'Bloodsports', naar b-kantjes te verbannen.
Vanaf The Cost of Loving, sterk beïnvloed door politieke songwriters als Sly Stone, Curtis Mayfield en Marvin Gaye, ging het echter snel bergaf. Op een moment dat The Smiths en R.E.M. door het publiek aan de boezem werden gedrukt, deed Wellers voorliefde voor de gladde Amerikaanse dansmuziek van Luther Vandross en Alexander O'Neill uitgesproken anachronistisch aan. Tegelijk werd The Style Council prekerigheid en een schrijnend gebrek aan humor verweten.
Het ambitieuze Confessions of a Pop Group deed weinig om de massaal afhakende fans terug te winnen. Te pretentieus, vond de een; "dinner party muzak", meesmuilde de ander. Behalve met funk en r&b flirtte de groep hier onder meer met de klassieke muziek van Debussy en Satie, de soundtracks van Francis Lai, de kitschpop van Bacharach en de erfenis van The Beach Boys. Alleen: het publiek bleef er hoogst onverschillig bij.
Intussen waren Weller en Talbot in de ban geraakt van de house-singles die uit Chicago en Detroit kwamen overwaaien. Het duo zag raakpunten tussen de housegemeenschap en de vroegere mod-beweging, ging aan de slag met samples en computerbeats en huurde voor zijn nieuwe plaat, behalve de blazerssectie van James Brown, ook de deejay-mixers Norman Jay en Juan Atkins in. Maar house was op dat ogenblik nog een undergroundverschijnsel. Toen platenmaatschappij Polydor Modernism: A New Decade te horen kreeg, weigerde ze dus prompt de elpee uit te brengen en hield The Style Council de eer aan zichzelf.
Niet alle muziek uit de periode 1982-1989 is even briljant, maar dat The Style Council in Paul Wellers carrière een belangrijke schakel heeft gevormd, staat vast. De groep gaf de artiest niet alleen de gelegenheid zijn muzikale vocabulaire aanzienlijk uit te breiden, ze liet hem ook toe te bewijzen dat er leven was na The Jam. En in die zin is The Complete Adventures of een boeiend tijdsdocument.Dirk Steenhaut
De box The Complete Adventures of van The Style Council (5 cd's, vergezeld van alle songteksten en een 112 pagina's tellend boek) is uit op Polydor.