AchtergrondIntensieve zorg
‘Als het zaterdag bevrijdingsfeesten zijn, dan hebben we een probleem’: intensivisten maken zich zorgen
Nu het buitenplan op 8 mei in actie treedt, zijn we weer een stapje dichter bij het normale leven. Maar op intensieve zorg blijft de situatie zorgwekkend. Dalen de cijfers wel snel genoeg om versoepelingen mogelijk te maken?
Om het buitenplan in werking te laten treden, stelde de regering twee voorwaarden voorop. Tegen 8 mei moesten zeven op de tien 65-plussers minstens één vaccinspuitje gekregen hebben. Daar zitten we op dit moment mooi boven. Zo’n 87 procent van de 65-plussers kreeg al een prikje. De andere voorwaarde was dat de ziekenhuiscijfers, met name het aantal opnames op intensieve zorg, ‘duurzaam verbeterd’ moest zijn. Ook die verbetering is er, al zakken vooral de cijfers op intensieve zorg trager dan gehoopt. “Alle cijfers dalen op dit moment met 10 procent", zegt viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven). “Dat betekent dat ze in 45 dagen tijd halveren. Dat is traag, maar ligt wel in lijn met wat de regering enkele weken terug kon voorspellen.”
Lagen er op 13 april nog 947 patiënten op intensieve zorg, dan is dat aantal vandaag voor het eerst sinds april weer onder de 800 gezakt. Dat blijft echter een precair evenwicht, toont bijvoorbeeld de situatie in UZ Brussel. “Zo goed als alle bedden zijn nog steeds bezet, vooral ook omdat patiënten er langer liggen", zegt CEO Marc Noppen. “Dat betekent dat we nog steeds heel wat niet-covidzorg moeten uitstellen. Ook zware operaties, bijvoorbeeld mensen met hersentumoren. Dat zal waarschijnlijk nog een tweetal weken duren. We hopen vooral dat er geen extra patiënten bijkomen.”
Omdat we sinds oktober nooit minder dan 1.500 covidpatiënten in de ziekenhuizen gehad hebben, kampen we sowieso nog met een achterstand in de niet-covidzorg. “Zo volgt de OESO het aantal cataractoperaties in Europa op”, zegt Marcel Van der Auwera, diensthoofd Dringende Geneeskundige en Psychosociale Hulpverlening bij de FOD Volksgezondheid. “Dat is een goede graadmeter voor de gezondheidstoestand van een ziekenhuissysteem, omdat een cataractoperatie een patiënt meteen heel veel vooruithelpt. Welnu, we zien de afgelopen maanden veel minder cataractoperaties dan in andere jaren. Niet omdat covid voor minder cataract zorgt, wel omdat er nu eenmaal met personeel geschoven wordt.”
Zelfs nu er 100 iz-bedden minder door covidpatiënten worden ingenomen dan enkele weken geleden, betekent dat niet dat de niet-covidzorg onmiddellijk ingehaald kan worden. “Van zodra er een beetje ruimte vrijkomt, zien we dat ziekenhuizen eerst de rust herstellen en de afdeling intensieve zorg willen normaliseren. Dat personeel zit namelijk al een jaar op zijn tandvlees, en ze weten dat er nog een tsunami aan problemen op hen afkomt.”
Zelfs 500 bedden is geen normalisering
Intensivisten en experts hopen dan ook dat de aankomende versoepelingen zich niet zullen vertalen in opnieuw een grotere toestroom covidpatiënten. “De huidige daling van de cijfers kun je toeschrijven aan de vaccinaties en de maatregelen", zegt Van Ranst. “Bouw je die maatregelen af, dan moeten die vaccinaties een sterkere factor worden. Want terrassen zijn dan wel een gecontroleerde omgeving, zo'n heropening brengt natuurlijk nog steeds meer mensen op straat. Zolang we daar verstandig mee omspringen, hoeft dat geen probleem te zijn. Maar als het zaterdag grote bevrijdingsfeesten zijn, dan hebben we wel een probleem.”
Voor de volledige heropening van de horeca en het toelaten van meer sociale contacten binnen, moest de situatie op intensieve zorg ‘genormaliseerd’ zijn. De regering sprak daarbij over een maximum van 500 bezette bedden door covidpatiënten. Als het huidig tempo aanhoudt, geraken we pas midden juni aan die drempel. “Maar we hebben er vertrouwen in dat tegen dan alle risicogroepen gevaccineerd zijn, en dat het aantal patiënten op iz daardoor snel zal afnemen”, zegt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) bij monde van zijn woordvoerder. Van een echte normalisering kun je bij 500 covidpatiënten op intensieve zorg echter nog niet spreken, zegt intensivist Geert Meyfroidt (KU Leuven). “Met 500 covidpatiënten op iz heb je weer enige reserve mochten de cijfers terug stijgen, al zal er nog steeds impact zijn op de niet-covidzorg. Pas als je onder de 300 zakt, kun je weer spreken van een min of meer normale gezondheidszorg.”