AnalyseCoronacijfers
‘Als er niets gebeurt, komen we in een derde golf terecht, dus er moet iets gebeuren’
Is de derde golf van de Covidpandemie, die onder meer in Japan al volop woedt, bij ons onafwendbaar? Daar lijkt het op, nu steeds meer alarmbellen in de cijfers afgaan. Die derde golf zal vanop een hoger niveau vertrekken dan de tweede, zodat het nu cruciaal is die proactief in te dijken. Maar hoe?
We zitten niet meer op een plateau maar in de opwaartse fase van de besmettingscurve, toont viroloog Marc Van Ranst (KULeuven) aan met bijgevoegde tabel. Het aantal nieuwe vastgestelde besmettingen daalde op 4 december nog met 24% tegenover het voorgaande weekgemiddelde, gisteren was het met 6% toegenomen. Dat zal zich de komende dagen en weken achtereenvolgens vertalen in de ziekenhuisopnames, de aantallen op intensieve zorgen en uiteindelijk ook in de dodentol door Covid-19.
Geen versoepeling in zicht
Het Overlegcomité krijgt vrijdag dus geen fraai rapport om het huidige arsenaal aan maatregelen te evalueren. Versoepelingen moeten we dus niet verwachten. Er is vooropgesteld dat we daarvoor eerst minder dan 800 besmettingen per dag en 75 ziekenhuisopnames moeten krijgen, drie weken lang. Gisteren zaten we aan gemiddeld 2.273,9 besmettingen en 181,6 hospitalisaties per dag. Bijkomende voorwaarde is dat alle indicatoren in neerwaartse lijn zitten, en ook dat is nog niet in zicht. De vraag van één miljoen: waar hebben we dit aan te danken?
Viroloog Marc Van Ranst (55): “Aan een combinatie van factoren. Vooreerst is het kouder geworden, wat ervoor zorgt dat mensen elkaar binnenshuis ontmoeten. Daarnaast is er een algemene coronamoeheid. Er zijn weinig zaken die je na tien maanden niet beu raakt. De lockdownfeesten komen vaker voor, en ook Sinterklaas speelt schijnbaar een kwalijke rol. Je kan die zaken niet bewijzen, maar wellicht leveren ook de scholen een bijdrage. Als er in de brede maatschappij meer gevallen zijn, dan ook in de scholen en bedrijven. Je ziet het in heel Europa: wanneer het kouder wordt, leven wintervirussen, zoals het coronavirus er een is, op.”
Mobiliteit en testbeleid
Biostatisticus Geert Molenberghs (58) wijt de stijgende curves aan onze toegenomen mobiliteit, die erop wijst dat we (te) veel contacten hebben. “Maar er is niet één silver bullet die dit verklaart. Ook de grensstreken spelen een rol, we zijn nu eenmaal een transitland. Bij lage binnenlandse cijfers wordt de virusdruk vanuit het buitenland groter. Daarenboven wordt het telewerken niet in alle sectoren goed opgevolgd. Daarnaast is de sense of urgency wat weggedeemsterd sinds de noodkreten uit de ziekenhuizen verstilden. Daar zijn ze nog aan het bekomen van de tweede golf. Maar ook het feit dat we een maand lang de asymptomatische gevallen niet hebben getest en daarna het testbeleid weer hebben uitgebreid, draagt bij tot de stijging. Hoe minder blind we varen, hoe meer schijnwerpers we op het virus hebben.”
Is de derde golf nog te verijdelen? Van Ranst: “Als er niets gebeurt, komen we in een derde golf terecht, dus er moet iets gebeuren. We moeten dit ernstig nemen, en de regering doet dat ook. Ook de daling van het aantal mensen op intensieve neemt af, en dan weet je dat de overlijdens volgen.” Molenberghs: “Die derde golf is nog geen feit, ook al wijst alles erop dat er terug meer viruscirculatie is. We zitten nog niet in de orde van Nederland, maar we mogen onze greep op het virus nu niet lossen. Dat besef moet doordringen. We kunnen de kerstvakantie gebruiken om wat af te koelen: dan zal er minder mobiliteit zijn, omdat de scholen dicht zijn en veel mensen vakantie nemen. Vervolgens zullen we héél voorzichtig moeten zijn met Kerst en Nieuw en hopen dat de curve dan weer zakt. Ik hoop dat het wordt zoals aan het begin van de zomer. Toen hadden we ook een opflakkering maar kregen we, behalve in het Antwerpse, geen grote zomergolf. Dat toont dat zo’n opflakkering niet altijd in een hoge golf resulteert.”
Meer telewerken, minder reizen
Hoe moeten we die golf dan de pas afsnijden? Molenberghs: “Het is altijd goed te weten dat er nog mogelijkheden zijn. Kijk naar Nederland, zij gaan verder (Nederland kiest net als Duitsland voor een harde lockdown met sluiting van de scholen en niet-essentiële winkels, red.). Al hoop ik dat het bij ons zo ver niet moet komen. Laat ons beginnen met de huidige maatregelen goed op te volgen. We kunnen nog winst boeken met telewerken en het beperken van onze contacten. We mogen ook moed putten uit het feit dat we al een groot deel van de weg hebben afgelegd. Van ongeveer 25.000 besmettingen per dag eind oktober zijn we op minder dan 2.500 beland, minder dan 10 procent van anderhalve maand geleden. In die optiek is het doel van 800 nieuwe besmettingen niet meer zo veraf.”
Van Ranst: “Ook op het vlak van reizen kunnen we beter doen. Roep zoals de Nederlandse premier Rutte op om geen reizen te boeken tot midden maart. In het voorjaar gingen de grenzen dicht, maar Europa wil dat niet meer, onder druk van de toeristische landen. Sneltesten voor terugkeerders kunnen helpen, maar de overheid is niet duidelijk over wat ze van plan zijn met die sneltesten.”
Wachten op de lente
Intussen gaan stemmen op om de tactiek van de korte pijn toe te passen met een korte, harde lockdown. Hangt die ons boven het hoofd? Van Ranst geeft een open antwoord: “De experten en de politici twijfelen. We willen het niet moeilijker maken dan het al is. Maar hier moet ik dus ontwijkend op antwoorden. Wat we moeten doen, is de maatregelen die we nu hebben en die behoorlijk streng zijn - en waar andere landen die verstrengen naar evolueren - scherpstellen en beter handhaven. Ze blijven nog te veel dode letter.” Molenberghs: “Ik blijf hopen dat we een harde lockdown kunnen vermijden. Maar als het moet, dan moet het. Maar laat ons eerst het besef aanscherpen dat we uiterst voorzichtig moeten zijn. We moeten deze winter door. Samen met het vaccin en een goed testbeleid zal de lente ons in rustiger vaarwater brengen. De hele winter zullen we nog op onze tanden moeten bijten.”