GetuigenissenEventsector
‘Als de overheid ons vergeet, is er volgend jaar misschien geen eventsector meer’
Nu alle indicatoren op rood staan, komt de gehoopte versoepeling er niet. Slecht nieuws voor de eventsector, die al maanden werkloos moet toekijken. Hoe groot is de impact? Drie getuigenissen.
Jan Van Esbroeck (57) – gedelegeerd bestuurder Sportpaleis Groep
“Dit is helaas geen verrassing, ik heb ook begrip voor het feit dat in deze context geen ruimte is voor versoepelingen. Voor ons maakt het ook weinig uit. Wij bleven sowieso al out of scope. Een theater of concertzaal van 2.000 man kan je niet rendabel openen voor 200 of 400 mensen. Wij zitten niet in het gesubsidieerde circuit, en onze activiteiten moeten met andere woorden kostendragend zijn.”
“We zitten normaal op een omzetcijfer van 40 miljoen euro, dat zal dit jaar herleid worden tot 0 euro. Dat geldt helaas niet voor onze kosten. Artiesten en publiek omboeken, website runnen, er zijn herboekingen, en terugbetalingen. Of het onderhoud aan de gebouwen. Dat wordt nu allemaal gedaan door ruwweg 20 mensen die nog aan de slag zijn. De rest – zo’n 80-tal mensen – zijn technisch werkloos.”
“Die mensen wil ik aan boord houden. Onze reddingsoperatie gaat daar ook nog steeds van uit, hoe lastig ook. En daarvoor gaan we soms heel ver in onze maatregelen. Het licht op ons kantoor staat uit en het onderhoudscontract is geschrapt. We zoeken naar tal van maatregelen om onze kostenstructuur te laten zakken. Wij moeten vertrouwen uitstralen, en moed tonen, ook al is het verdomd moeilijk soms.”
Steven Jansen (31) – geluidstechnicus bij eenmansbedrijf Waveform Audio
“Vanaf de lockdown is mijn job voor de volle 100 procent weggevallen. Het saldo op mijn rekening zag ik in sneltempo naar beneden kelderen. Ik hield me bezig met afstandsonderwijs en online cursussen, maar al snel had ik door dat ik voor het einde van het jaar niet meer verwacht zou worden op een concert of festival. Sinds mei ben ik voor een installateur van zonnepanelen gaan werken, een sector die het wel nog goed doet. Een overstap die ik veel collega-techniekers ook zie maken.”
“Of ik perspectief zie voor de eventsector? Wel in negatieve zin helaas: grote evenementen zullen de komende jaren nog niet aan volle capaciteit draaien, denk ik. Ofwel zal de hele sector dan drie vijfde werken. Ofwel zullen er banen sneuvelen. Maar de overheid gunt ons geen toekomstperspectief. Daar struikel ik over. In onze sector merken we ook het gebrek aan sterke vertegenwoordiging. Federaties als BESA doen hun opperste best, maar zijn bijlange niet zo invloedrijk als andere sectoren zoals de toeristische sector en de luchtvaart. Die lobbygroepen hebben veel gedaan om de sectoren te redden, waardoor andere sectoren hebben moeten inboeten. Met ons wordt er te weinig rekening gehouden.”
Liesbeth Vandersmissen (37) – vennoot bij Vandersmissen Feestservice (horeca-kmo, gespecialiseerd in event catering)
“De toestemming van de overheid om feesten te organiseren tot vijftig personen geldt wel nog steeds. Maar onze agenda blijft leeg. En daar laat de overheid ons in de steek. Samen met mijn ouders, zus en twintig werknemers zit ik al sinds midden maart zonder werk. Uiteindelijk is het de klant die ons werk geeft, maar mensen zijn nog niet in de stemming om feesten te organiseren. Dat heb je als ondernemer niet in de hand, en dat is heel frustrerend.”
“We zullen twee derde van onze omzet kwijt zijn op het einde van dit jaar. En dan ga ik er al van uit dat we in het najaar weer draaien. Zo niet, dan komt het neer op het eerste kwartaal. Wij blijven dus op onze honger zitten, terwijl de regering blijft verder talmen. Er moet perspectief komen en verdere steunmaatregelen, specifiek voor onze sector. Doordachte maatregelen. Niet zoals de btw-verlaging van 12 procent naar 6 procent, want wij kunnen niet eens werken. Daar zijn we dus niets mee. De overheid moet over de brug komen.”
“Ik doe dit verhaal trouwens niet alleen maar voor mijzelf, maar voor de hele sector. Want als de overheid ons vergeet, is er volgend jaar misschien geen eventsector meer.”