'Alleen met medaille is seizoen geslaagd'

Sven Kramer, die naam mag u al invullen als winnaar. Zonder ongelukken steekt de sterke Fries zondag zijn achtste goud op het WK allround in zijn koffer. "Kramer, dat is de Usain Bolt van het schaatsen", beweert Bart Swings. "Hij heeft dit jaar nog niks verloren. Ik beweer niet dat hij onklopbaar is, maar normaal is het goud voor hem. Het zilver en het brons liggen wel open. De kandidaten zijn dezelfde als op het EK. Ik ga de strijd aan met Pedersen, Blokhuijsen en Joeskov, dat moet een mooi gevecht worden."

Hopelijk met dezelfde afloop als op het EK allround, waar Swings het zilver greep, zijn tweede kampioenschapsmedaille na het brons op het WK allround in 2013. "Ik haalde dat jaar veel minder het podium dan ik nu doe. Dit seizoen reed ik zowat elk weekend naar een medaille. Alleen op het WK afstanden lukte het op geen enkele afstand, telkens ging er wat mis."

Hoe frusterend was dat WK?

Bart Swings: "Vreselijk. Omdat ik op de 1.500 meter voor het eerst echt het gevoel had dat ik wat heb laten liggen, dat er een medaille in zat. Joeskov was te sterk, daar maak ik me geen illusies over, maar met het niveau dat ik nu haal, moet ik altijd op dat podium staan. Ik had niet eens een fantastische rit nodig. Vroeger moest ik tevreden zijn met een vierde of vijfde plek, nu niet meer.

"Ik maakte op het WK afstanden één gigantische fout op de 1.500 meter, het ijzer een fractie van een seconde te laat op het ijs, en het was gedaan. Lang geleden dat ik nog zo'n misser heb begaan. Ik moet me dan echt beheersen na zo'n rit. Ik zou met alles beginnen smijten, zoals ik deed toen ik klein was. Dan vloog mijn helm of zo. Nu kon ik me rustiger houden, maar het was niet makkelijk. Ik had geen zin meer om de rest van het WK te rijden."

Het WK allround ligt jou in principe beter.

"Ja, en na het WK afstanden ben ik daar nog meer op gebrand. Ik wil in Berlijn geen steken laten vallen zoals op het WK afstanden. Ik wil top zijn dit weekend. Mijn seizoen was niet slecht want ik heb mijn doelen bereikt en ben tevreden met mijn EK-zilver, maar dat is niet genoeg om te kunnen zeggen dat mijn seizoen geslaagd is."

Je bent aan je zesde seizoen bezig als schaatser en de kloof met de Nederlanders is nog niet gedicht. Hoe geduldig ben je nog?

"Na het WK afstanden heb ik het gevoel dat ik extra geduldig moet zijn. Dat zilver op het EK deed wel deugd. Het bevestigde dat ik op de goede weg ben. De Spelen van 2018 zijn het belangrijkste, maar ik heb altijd gezegd dat ik ook prijzen wil pakken op EK's en WK's. Ik wil die niet als tussendoortjes voor de Spelen zien. Dat ik dit seizoen geregeld het podium haalde, was goed voor het vertrouwen, dat had ik nodig. Daarom is het ook jammer dat ik op het WK afstanden geen medaille won. Maar mijn vertrouwen is niet geschaad of verdwenen, hoor."

Wat is het verschil met vorig jaar, dat niet goed was?

"Dat ik weer samenwerk met Jelle Spruyt (conditietrainer, VH) en kinesist Maarten Thysen. Dat zijn twee belangrijke personen die ik vorig jaar miste. Ik heb weer vertrouwen in mijn trainingsschema en hoe ik het moet aanpakken. In mijn team zaten dit jaar ook toppers zoals Blokhuijsen, Bowe en Mantia. Brittany Bowe is wereldrecordhoudster en wereldkampioene. Hoe zij traint, dat is ongelooflijk. Een atlete die alleen maar voor goud gaat. Zo'n winnaarsmentaliteit in de ploeg straalt af op iedereen."

Jelle Spruyt is ervan overtuigd dat jij in 2018 een olympische medaille kan pakken op de 5.000 meter, zelfs het goud.

"Eigenlijk wel, ja maar dan moet ik elk jaar progressie maken. Dan moet ik komend jaar onder 6:17 rijden en op de Spelen onder 6:15, dan kom je in de buurt van het goud. Dat is zeker niet onmogelijk, want in Sotsji was ik er met een vierde plek niet ver vanaf. Ik moet technisch en fysiek nog sterker worden."

Moet je dan niet kiezen tussen de 1.500, 5.000 en 10.000 meter?

"Hoe dichter de Spelen komen, hoe meer ik me ook op één afstand ga richten. Op de Spelen zit er wel meer tijd tussen de verschillende afstanden dan op een WK, dan kun je mentaal beter de switch maken. Jelle is ervan overtuigd dat ik de drie afstanden aankan op de Spelen.

"Mijn doel is een medaille, maakt me niet uit op welke afstand. Sommigen vinden de 1.500 meter het koningsnummer, maar als je op de 10.000 meter, toch de zwaarste proef, op het podium staat, dat is ook niet mis. In Sotsji werd ik vijfde op de 10.000 meter, fysiek zou dat een van mijn beste afstanden moeten zijn.

"Volgend jaar ga ik wel een keuze maken, denk ik. Sla ik af naar de 1.500 en 5.000 meter of naar 5.000 en 10.000 meter, dat zal zich wel uitwijzen. Nu ben ik wel heel regelmatig op de 1.500 meter maar dat kan nog veranderen."