Voor u uitgelegdPensioenen
Afzwaaiende boomers, de genderkloof en een groot onrechtvaardigheidsgevoel: pensioendossier brengt regering onder spanning
De hervorming van de pensioenen doet de spanning binnen de federale regering oplopen. Maar waarom is die hervorming überhaupt nodig? Deze drie grote uitdagingen komen alvast op ons af.
Afzwaaiende boomers
In de jaren 70 en 80 stroomden de ‘babyboomers’ - mensen die kort na de Tweede Wereldoorlog werden geboren - en masse toe op de arbeidsmarkt, nu zijn ze op zoek naar de exit. Mensen leven ook steeds langer na hun pensioen. Daardoor wordt de groep van de werkende bevolking steeds kleiner in vergelijking met het aantal gepensioneerden.
Die scheeftrekking zet ons pensioenstelsel onder druk, want dat is gebaseerd op de solidariteit tussen generaties. Wie vandaag werkt, draagt via zijn of haar loon rechtstreeks bij aan het wettelijke pensioen van de huidige gepensioneerden. Hoe minder schouders er zijn om dat gewicht te dragen, hoe zwaarder de last.
We kunnen moeilijk zeggen dat we dat probleem niet zagen aankomen, want demografen waarschuwen er al decennia voor. Toch kwam de politiek nooit met een antwoord. Nu staan we met de rug tegen de muur. “De vergrijzing is al volop bezig, maar de piek ligt tussen 2035 en 2042”, zegt Yves Stevens, professor sociaal recht aan de KU Leuven. “Dan zal België 3,5 miljoen gepensioneerden tellen, tegenover 2,5 miljoen vandaag.”
Elk jaar geven we 55 miljard euro uit aan pensioenen. Volgens begrotingsminister Eva De Bleeker (Open Vld) komt daar volgend jaar 4,9 miljard euro bij, puur vanwege het hogere aantal gepensioneerden en de inflatie. In 2024 nog eens 3 miljard euro, enzovoort.
“Of dat nog betaalbaar is? Dat is een politieke keuze. Maar het gaat sowieso ten koste van andere uitgaven”, zegt professor pensioenrecht Ria Janvier (UAntwerpen). Geen al te prettig vooruitzicht met een begrotingstekort van bijna 30 miljard.
Om de situatie beheersbaar te houden, wil de federale regering niet-werkenden activeren en werkenden langer aan de slag houden. Wat dat laatste betreft, liggen er twee pistes op tafel: de mogelijkheid om deeltijds met pensioen te gaan, en de invoering van de pensioenbonus, een financiële beloning voor wie vrijwillig langer blijft werken.
De genderkloof
Vrouwen die de komende jaren met pensioen gaan, hebben tijdens hun loopbaan vaak deeltijds gewerkt of een pauze genomen om de zorg binnen het gezin op zich te nemen. Daardoor hebben ze lagere lonen en minder gewerkte jaren. Dat leidt tot schrijnende situaties als zij met pensioen gaan. Gemiddeld ligt het pensioen van een vrouw in België ongeveer een kwart lager dan dat van een man.
“Vooral bij echtscheidingen komen vrouwen er bekaaid vanaf”, zegt Janvier. “Als de man voltijds kostwinner is geweest, eindigt hij met een goed pensioen van 100 procent. De vrouw is aangewezen op een echtscheidingspensioen van 62,5 procent van dat van haar echtgenoot.”
Meewerkende echtgenoten van zelfstandigen zijn extra kwetsbaar. Zij werkten vaak jarenlang mee in de zaak van hun partner zonder eigen rechten op te bouwen.
Een van de vragen die nu op tafel liggen, is of de niet-gewerkte periodes moeten meetellen bij de berekening van het minimumpensioen. Tijdens de regeringsonderhandelingen besliste Vivaldi dat het minimumpensioen ongeveer op 1.500 euro netto komt te liggen. De voorwaarden om dat minimum te krijgen liggen echter nog niet vast. Tot nu toe moet je een loopbaan van 30 jaar hebben, maar ook gelijkgestelde periodes tellen in deze berekening mee.
Als het van de liberalen afhangt, zal je straks daadwerkelijk 20 jaar moeten hebben gewerkt om het minimumpensioen te krijgen. Voor de socialisten volstaat 10 jaar. “We zullen vooral moeten opletten dat we geen bijkomende discriminatie tussen mannen en vrouwen creëren”, denkt Janvier.
Een andere piste, die cd&v op tafel legde, is de ‘pensioensplit’. Daarbij worden de pensioenen van beide partners opgeteld, om dan gelijk te verdelen over de twee. Een verdienstelijk principe, dat weliswaar niet zonder gevaar is, denkt Janvier. “Als de best verdienende partner een middelmatig pensioen heeft en de andere een laag, dan kom je uit op twee lage pensioenen. Zo neemt het risico op armoede toe.”
Onrechtvaardigheidsgevoel
Herinnert u zich het verhaal van Caroline en Virginie? De vriendinnen uit Henegouwen kwamen in 2017 uitgebreid in het nieuws omdat ze een aantal gaten in het Belgische pensioenstelsel blootlegden. Virginie had 40 jaar gewerkt als zelfstandige, maar stelde op het einde van de rit vast dat ze minder pensioen zou krijgen dan Caroline, haar vriendin die 33 jaar werkloos was geweest. Ook vandaag ontstaan er op familiefeesten en burenborrels nog vaak heftige discussies over de rechtvaardigheid van het pensioensysteem.
Een deel van die frustraties vloeit volgens specialisten voort uit het arbeidsmarktbeleid in ons land, dat onlosmakelijk verbonden is met de pensioenen. “Er zijn te veel langdurig zieken en werklozen”, zegt Janvier. “Mensen die werken vragen zich af of ze zelf wel genoeg krijgen.” De grote vraag is natuurlijk of je dat kunt oplossen met een pensioenhervorming. Janvier: “Ik denk persoonlijk van niet. Beter is het om tijdens de loopbaan controles uit te voeren.”
Professor Stevens verwijst naar de verwachtingen van werknemers met een zwaar beroep, die onder de vorige regering nog een tijdlang zicht hadden op een gunstiger pensioenregeling. “Eigenlijk moeten die mensen op het moment van hun werk gewoon beter verloond worden.”