InterviewZarifa Ghafari
Afghanistans jongste vrouwelijke burgemeester ooit vluchtte naar Duitsland: ‘Ik spreek namens de vrouwen die nooit gehoord worden’
Zarifa Ghafari werd op haar 26ste burgemeester van een conservatieve plaats in Afghanistan. Ze trok zich niets aan van de taliban. Inmiddels woont ze in Duitsland. Ze tekende haar verhaal op in een boek. ‘Ik spreek namens de vrouwen die nooit gehoord worden.’
De passie die Zarifa Ghafari voelt voor Afghanistan, is in elke zin die ze spreekt voelbaar. Ze is pas 30, en maakte in die drie decennia de opkomst, val en terugkeer van de taliban mee. Op haar 26ste werd ze de jongste vrouwelijke burgemeester in het land, een beslissing die ze moest bekopen met meerdere aanslagen op haar leven.
Nu is haar opmerkelijke levensverhaal opgetekend in het boek Zarifa, dat ze schreef samen met de Britse journalist Hannah Lucinda Smith. Haar missie is om een stem te geven aan de vrouwen van Afghanistan. “Ik spreek voor de vrouwen, met name op het platteland, die nooit gehoord worden”, vertelt ze.
Ghafari is boos. Ze is al meerdere dagen op tournee door Europa met haar boek, dat al in zeven talen is vertaald. Het nieuws wordt gedomineerd door de protesten in Iran na de dood van Mahsa Amini. Maar Afghanistan wordt vergeten. “Hoeveel media hebben het over de tranen van de meisjes in Afghanistan die niet naar school kunnen? Ze gaan al meer dan een jaar niet meer naar school... Waarom zijn scholen voor meisjes in Afghanistan niet net zo belangrijk als hoofddoeken in Iran?”, vraagt ze fel.
Vergeten door het Westen
Haar boek komt voort uit de frustratie dat haar land vergeten is door het Westen, vertelt Ghafari. Juist door de landen die zo’n grote rol hebben gespeeld in de recente geschiedenis van haar land. “Wat er met mij gebeurd is, is vanwege jullie”, zegt ze verontwaardigd. “Maar jullie vergeten Afghanistan. Daarom heb ik dit boek geschreven.”
Ghafari groeide op in Kaboel. Ze was 4 jaar oud toen de taliban in 1996 Kaboel innamen. Ondanks het verbod op onderwijs voor meisjes ging ze stiekem naar school in een kelder. Nadat de taliban in 2001 werden verdreven, nam ze officieel plaats in de schoolbanken. Op haar meisjesschool kwamen Amerikaanse soldaten langs die snoepjes uitdeelden.
Na een studie in India keerde ze terug naar haar thuisland, en besloot ze zich in te zetten voor vrouwenrechten. Hoewel in Kaboel steeds meer meisjes naar school gingen, was de situatie anders buiten de hoofdstad. Ze begon een radiostation in Wardak, de conservatieve provincie die aan Kaboel grenst.
In huis verstoppen en bellen
“Iedereen in Afghanistan heeft een radio. En ik wist dat vrouwen minder kans hadden om zich uit te spreken. Maar op de radio kun je zelfs onder een valse naam inbellen en je verhaal delen. Je kunt je in huis verstoppen en bellen”, legt ze uit. Het was voor het eerst dat er in de provincie vrouwelijke stemmen op de radio te horen waren. Ze deelden hun frustraties en dromen. “Ik leerde enorm veel over mijn gemeenschap.”
De verhalen die ze hoorde, inspireerden haar om in 2018 te solliciteren als burgemeester van Maidan Shar, de provinciale hoofdstad van Wardak. Ze was slechts 26. Nadat ze was uitgekozen als de meest geschikte kandidaat, was er lokaal enorme weerstand. “Ik was onafhankelijk, ik ging naar niemand luisteren, en ik wilde de wet uitvoeren. En mensen wisten dat ze dat geld zou kunnen kosten, er was veel corruptie in de gemeente”, verklaart ze de weerstand. Negen maanden lang vochten mannen tegen haar aanstelling. Uiteindelijk dreigde ze zichzelf in brand te steken als haar benoeming niet officieel werd. Na tussenkomst van de Afghaanse president kon ze alsnog aan de slag.
Ze ging onmiddellijk de strijd aan met corruptie in haar stad. Marktverkopers moesten zich registreren bij de gemeente en belasting afdragen, illegale bouwwerken werden gesloopt. “Het was moeilijk om corruptie te bestrijden, maar niet onmogelijk.” Ze benadrukt dat ze geen steekpenningen heeft aangenomen.
Aartsconservatieve provincie
Terwijl ze het ambt uitvoerde, verwierf ze nationale bekendheid. Ze was een van de weinige vrouwelijke burgemeesters, en de enige in een aartsconservatieve provincie waar de taliban machtig waren. “Ze hadden meer dan de helft van de provincie in handen tijdens mijn benoeming”, zegt ze.
Ghafari heeft kort, zwart haar en draagt een lichtblauw overhemd en een zwarte broek. Haar enkellaarzen verbergen haar verbrande voeten – het resultaat van de eerste aanslag op haar leven toen de gasfles in haar huis was opengezet, met enorme brandwonden als gevolg.
“Ik had veel vijanden, maar de aanslagen werden uitgevoerd door de taliban”, zegt ze resoluut. Desalniettemin weigerde ze haar werk op te geven, na alle drie de aanslagen ging ze gewoon weer naar kantoor. “Iedereen gaat ooit dood. Als je in bed doodgaat, zal je familie om je rouwen. Maar als je doodgaat op het slagveld, vechtend voor een goed doel dat heel veel betekent voor je land, dan word je onderdeel van de geschiedenis”, zegt ze gepassioneerd.
Ze vond het belangrijk om de taliban te laten zien dat ze niet bang was. “De meeste mensen pakken hun biezen en rennen weg als ze een bericht van de taliban krijgen. Dat gaf de taliban macht, en het gevoel dat ze alles konden maken. Om hen te confronteren is het belangrijk om te zeggen: ‘Ik ben niet bang voor jullie. De enige manier dat jullie me kunnen stoppen is door me te vermoorden.’”
Documentaire over haar leven
Het regent onderscheidingen voor Ghafari’s dapperheid. De Britse openbare omroep BBC riep haar in 2019 uit tot een van de honderd meest inspirerende en invloedrijke vrouwen ter wereld, en ze ontving de International Women of Courage Award van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Eind volgende maand verschijnt een documentaire over haar leven op Netflix, geproduceerd door Hillary Clinton.
Ze hoopt dat dit soort aandacht kan bijdragen aan verandering. “Ik reis al jaren en geef toespraken, maar die worden door slechts een kleine gemeenschap gehoord. Ik praat al decennia met politici – zij zijn doof. Maar het is belangrijk dat mensen leren over onze pijn, ons verlies en onze successen. Ze moeten weten dat vrouwen niet opgeven en sterk staan.”
Terwijl de taliban oprukten, werd Ghafari in het voorjaar van 2021 overgeplaatst naar het ministerie van Defensie in Kaboel. Toen de taliban in augustus 2021 aan de poorten van Kaboel stonden, wilde ze het niet geloven. Ze dacht dat ze in Afghanistan kon blijven, maar besloot uiteindelijk toch te vluchten.
“Ik ben niet voor mezelf vertrokken. Maar als mens heb ik verantwoordelijkheden naar mijn familie toe. Zeker na de moord op mijn vader.” Hij werd in het najaar van 2020 doodgeschoten. Zarifa denkt dat de taliban hem vermoordden als vergelding voor haar werk. “Dat was voor het eerst in mijn leven dat ik voorrang gaf aan mijn familie – mijn moeder, mijn broers en zussen – in plaats van mijn werkzaamheden voor mijn land”, zegt ze.
Asiel in Duitsland
Een chaotische reis naar het vliegveld volgde; duizenden mensen probeerden het land te verlaten. Uit angst om tegengehouden te worden door de taliban drukte ze zich tegen de vloer van de auto. Uiteindelijk wist ze samen met haar familie het vliegveld op te komen. Ze werden geëvacueerd en kregen asiel in Duitsland. “Het was een emotionele achtbaan, voor iedereen die is gevlucht. Ik heb geluk omdat ik mijn familie mee kon nemen.”
Sindsdien volgt ze het nieuws in Afghanistan op de voet. De problemen zijn talrijk. “Miljoenen kinderen kunnen niet naar school, de minister van Onderwijs kunnen we beter de minister die vecht tegen onderwijs noemen”, schampert ze. “Alles is moeilijk, niet alleen vrouwenrechten, maar ook het feit dat miljoenen vrouwen niet kunnen werken, dat mensen doodgaan van de honger, de gezondheidszorg, de humanitaire crisis, de voedselcrisis...”
Ze heeft voortdurend contact met Kaboel, waar de organisatie die ze oprichtte nog steeds actief is. Ze helpt weduwes, met voedselpakketten maar ook met onderwijs – haar passie. “Als je een vrouw een voedselpakket geeft, dan geef je haar eten voor een maand. Maar als je die vrouw onderwijs geeft, een praktijkopleiding, kan ze daarmee zichzelf haar hele leven te eten geven”, zegt ze.
Kritiek op sociale media
Ghafari besloot in februari 2022 terug te gaan naar Kaboel. Voordat ze in het vliegtuig stapte, overlegde ze met de taliban om haar veiligheid te garanderen. Het kwam haar op een storm van kritiek te staan op sociale media; ze zou de taliban legitimeren.
Die kritiek doet haar weinig. “Mensen die me bekritiseren, zitten in een café in Europa. Het is makkelijk kritiek te uiten. Maar ik ben niet bang. Ik ben erheen gegaan, ik heb mijn leven geriskeerd. Ik was daar om mensen te helpen, vrouwen te helpen, om met ze te spreken, ze te verbinden met de buitenwereld, om hen een stem te geven.”
Zo bezocht ze vrouwen in kleine dorpen, en pleitte met de dorpsoudsten om hun dochters toch vooral onderwijs te geven. Ze gaf interviews aan lokale media waarin ze de taliban opriep vrouwelijke gevangenen vrij te laten.
Ze voelde zich weer thuis. “Ik riskeerde mijn leven al toen veel mensen dat niet durfden. Maar ik had de kans om naar het graf van mijn vader te gaan. Mijn grootmoeder te omhelzen. Om Maidan Shahr, de stad waar ik burgemeester was, weer te zien. Het moment dat ik uit het vliegtuig stapte en de zon van Kaboel mijn huid aanraakte, was ik zo blij. Ik ademde diep in en dacht: als ik hier doodga, is dat ook goed.”
Niet welkom in Duitsland
Ze kan maar moeilijk wennen aan haar nieuwe leven in Duitsland. “Ik blijf vaak de hele dag thuis, en ga niet naar buiten zodat ik kan proberen te negeren waar ik ben”, zegt ze. “Vroeger, als ik Afghanistan uit moest, was het altijd iets fijns: ik ging winkelen, reizen. Maar nu ben ik al in Europa en heb ik dat gevoel niet meer.”
Ze voelt zich niet welkom in Duitsland. “Ik word ongelukkig als ik naar buiten ga. Ik blijf het liefst binnen, in mijn bed. Het voelt totaal niet als thuis”, geeft ze toe. “Maar met mijn familie gaat het goed, en ik ben zo blij voor hen.”
Als de fotograaf komt, verkleedt ze zich in een kleurrijk Afghaans jasje en heeft ze een hoofddoek losjes over haar haar gedrapeerd. Ze mist Kaboel en het land waar ze al zo veel heeft geriskeerd. Ze wil terug, maar weet nog niet wanneer dat weer kan. “Dat is waar ik hoor”, zegt ze. “Ik hoop dat deze nachtmerrie snel voorbij is.”
Zarifa Ghafari en Hannah Lucinda Smith, Zarifa, de strijd van een vrouw in een mannenwereld, Alfabet Uitgevers, 272 p., 22,99 euro