ReportageKaboel
Afghaanse vrouwen lijden onder de taliban: ‘Kwamen de Amerikanen maar terug’
Een kleine twee maanden na de machtsovername van de taliban in Afghanistan hebben vrouwen in Kaboel die gewend waren aan hun vrijheid grote moeite met het nieuwe regime. ‘De Titanic, dat zijn wij.’
In een van de video’s komt ze net uit de zee in Dubai in een korte broek en een shirt. Voor Belgische begrippen is ze nog steeds flink bedekt, maar haar schouders en hals zijn bloot. In een ander filmpje zit ze in een badjas en kijkt ze naar buiten. “Dit gaat voor de taliban natuurlijk allemaal veel te ver”, zegt ze met een troosteloze blik. Ze heeft afgesproken in een restaurant in Kaboel dat op de vierde verdieping zit, buiten het zicht van de langsrijdende taliban.
Monawarahamnawa heet ze, op TikTok dan, de app waar je korte video’s kunt plaatsen. Haar video’s zijn soms wel 157.000 keer bekeken. “Ik ben bang dat de taliban mij doden als ze me vinden”, zegt ze. Niet alleen haar ‘gewaagde’ video’s zijn een probleem, ze verdiende haar geld vooral met het aankondigen van congressen en andere evenementen voor de oude regering. En dan woont de 22-jarige ook nog eens in haar eentje in een appartement in Kaboel. “Dat kon vroeger, maar nu niet meer. Ik ben voortdurend bang dat de taliban voor mijn deur staan. Ze checken al huizen.”
Werkgever mag Sameera niet meer inroosteren
Sinds 15 augustus, de dag dat de taliban Kaboel innamen, is het leven van veel vrouwen in Afghanistan compleet veranderd. Angst bepaalt hun leven. Ook dat van stewardess Sameera (25). Die 15de augustus reed ze nietsvermoedend naar het vliegveld om aan haar dienst te beginnen op een vlucht naar Dubai. “Ik kwam ineens vast te zitten in het verkeer tussen mensen die wilden vluchten voor de taliban”, vertelt ze.
Ze begint zachtjes te huilen. “Het was al zo’n rotjaar. Mijn vader stierf, corona was hier heel erg. En nu ben ik ook mijn baan kwijt.” Sameera werkte voor de staatsvliegtuigmaatschappij Ariana. Ariana vliegt weer, maar Sameera niet. “Ik vroeg mijn bazen mij in te roosteren”, zegt ze, “maar die zeiden dat het niet mag van de taliban. Ik vroeg nog: maar als ik nu alleen vrouwelijke passagiers bedien?”
Het gesprek met Sameera vindt ook plaats op een neutrale locatie: een kantoor van vrienden, waar de oude vlag van Afghanistan nog niet is vervangen door de witte van de taliban. Sameera zit vooral thuis. Laatst ging ze naar de bank, waar ze zag dat de taliban vrouwen met een zweep sloegen.
“Tegen mij zeiden ze: ‘Als vrouw hoef je geen bankrekening te hebben’. Maar ik heb geen broer, geen vader en ook geen man.” Ze woont samen met haar moeder en zussen, die allemaal ook geen werk meer hebben. “Mijn oudste zus werd na een week aangehouden door de taliban toen ze autoreed. ‘We zullen je doden als je dat nog een keer doet’, zeiden ze.” De auto heeft de familie inmiddels verkocht. “Dat geld gebruiken we nu om van te leven.”
‘Ik heb wel in korte rokken gelopen op straat’
Ze verlangt terug naar haar oude leven. “Ik mis mijn uniform, het vliegen naar de provincies in Afghanistan en naar landen zoals Turkije, Dubai, India.” Haar mooiste herinnering noemt ze de speciale vluchten met de top van de oude regering, zoals met president Ashraf Ghani. “Die mocht ik dan bedienen. Nee, geen kip of vlees. Hij koos rijst.” Even lacht ze en is ze terug in een wereld die voorgoed lijkt verdwenen.
Wie wel nog werk heeft, is Hanifa (25). Ze is verpleegkundige in een ziekenhuis in Kaboel. “Hoe erg mijn leven is veranderd?” herhaalt ze de vraag. “Ik heb wel in korte rokken gelopen op straat. Maar nu moet ik goed opletten welke kleren ik draag, hoe ik naar het ziekenhuis ga en weer naar huis.” Bij gebruik van een taxi wordt haar bij checkpoints van de taliban verweten dat de chauffeur geen familie is en daarom slaapt ze nu vaak in het ziekenhuis. Daar geldt overigens nog niet dat mannen en vrouwen apart van elkaar werken, want anders zou alles vastlopen.
Hanifah is wel blij dat ze nog een baan heeft. “Veel familieleden werkten voor het leger. Die zijn alles kwijt. Maar ik wil niet werken onder een taliban-regering, die zonder geld zit en tegen vrouwen is. Dus als ik een manier vind, ontvlucht ik dit land.”
‘Ik wou dat de Amerikanen weer terugkwamen’
Toch hebben sommige Afghanen het nog slechter. In een park in Kaboel zitten mensen uit de provincies die zijn gevlucht tijdens de opmars van de taliban. Ze wonen in tentjes of onder doeken. Shereen zit er al drie maanden met haar dochter Mariam van 12. “Mijn man is verdwenen toen de taliban ons gebied innamen. Nooit meer iets van gehoord. Ik heb geen geld om terug te gaan. En al helemaal niet om de huur te betalen.”
Veel mannen uit het kamp bedelen. “Maar van de taliban mogen de vrouwen dat niet.” Mariam gaat niet naar school, jongens van 12 jaar en ouder uit het kamp wel. Wie je ook spreekt in het kamp, allemaal willen ze het land uit.
Ook stewardess Sameera wil weg. “Voor mijzelf en voor mijn zevenjarig zusje. Er is geen hoop voor mij.” De TikTokker geeft zelfs een kopie van haar paspoort aan de interviewer. “Mocht je kunnen helpen mij hier weg te krijgen. Want als de internationale gemeenschap straks de taliban zonder voorwaarden erkent, dan gaan ze helemaal los op de vrouwen. Echt, ik wou dat de Amerikanen weer terugkwamen. Denk je dat die dat zullen doen?”
Ze staart weer naar haar telefoon. Onder de video waarin ze in haar badjas zit, staat muziek van de film Titanic. “Ja, ik weet het. De Titanic, dat zijn wij.”
De echte of volledige namen van de Tiktokker en de stewardess zijn bij de redactie bekend.