Film
Acteurs in de regisseursstoel: zo voorkom je een flop
Schoenmaker, blijf bij je leest? Na Ryan Gosling is het deze week de beurt aan Russell Crowe: alweer een acteur die plaatsneemt in de regisseursstoel. Een overstap die allesbehalve een garantie op succes is.
Terwijl Ben Affleck en Ron Howard meer lof krijgen als regisseurs dan als acteurs, flopten andere regiedebuten genadeloos. Nicolas Cage heeft zich niet meer aan regisseren gewaagd sinds zijn fiasco met Sonny en ook William Shatner weet na Star Trek V dat sommigen beter voor de camera staan dan erachter. Zelfs de recente regiedebuten van golden boy Ryan Gosling (Lost River) en Oscar-winnaar Russell Crowe (The Water Diviner) worden op gemengde kritieken onthaald.
Toekomstige regisserende acteurs kunnen volgende tips dus maar beter in het achterhoofd houden.
undefined
1. Schuif je ego opzij
Russell Crowe heeft de klassieke fout van veel acteurs/regisseurs gemaakt. Niet alleen regisseert hij The Water Diviner, hij heeft zichzelf ook nog eens de hoofdrol toebedeeld. Alsof een regiedebuut nog niet genoeg concentratie vereist. Het is natuurlijk aanlokkelijk om jezelf te casten in die ene gedroomde rol waar je anders naast grijpt.
Joseph-Gordon Levitt moest Don Jon zelf regisseren om eindelijk eens de gespierde verleider te kunnen spelen. Maar lang niet iedereen slaagt erin de aartsmoeilijke combinatie van acteren én regisseren tot een goed einde te brengen. Of ze moesten Clint Eastwood (Million Dollar Baby) of Mel Gibson (Braveheart) heten.
Eddie Murphy is nog altijd aan het bekomen van het fiasco Harlem Nights. Ben Affleck liet in zijn debuut Gone Baby Gone de spotlights aan zijn broer Casey alvorens zich te wagen aan de gevreesde duotaak in Argo (waarvoor hij een Oscar won).
Hilde Van Mieghem speelde nog een rol in haar debuut De kus, maar kwam algauw tot de constatatie dat acteren én regisseren "te zwaar en te duur is, en te veel tijd kost". "Zeker hier in Vlaanderen, waar je met kleine budgetten moet werken", zegt Van Mieghem. "In Hollywood hebben acteur-regisseurs het budget om na de opnames of tijdens de montage nog reshoots te doen als ze niet tevreden zijn over een bepaalde scène."
Ook Stany Crets, die momenteel zijn filmregiedebuut Lee & Cindy C afwerkt, twijfelde even om zichzelf te regisseren. Crets: "Eén rol was me echt op het lijf geschreven, maar bij nader inzien zou dat toch te veel zijn geweest, om in een eerste film naast al dat andere werk ook nog eens jezelf te moeten beoordelen."
2. Begin met andermans script
Acteurs zijn vaak gebeten om te tonen dat ze meer in hun mars hebben, dat ze ook een verhaal en een visie hebben. Maar hoe groot is de kans dat je én een uitstekende acteur én een geweldige regisseur én ook nog eens een schrijfgenie bent? Veel regisserende acteurs en actrices schatten hun veelzijdigheid net iets te hoog in, met de nodige flops tot gevolg. Madonna's visie over een New Yorkse vrouw die geobsedeerd raakt door koning Edward VIII's relatie met Wallis Simpson (W.E.) klonk wellicht beter in haar hoofd dan op het scherm.
Dan waren beginnende regisseurs als Jodie Foster (Little Man Tate) en George Clooney (Confessions of a Dangerous Mind) slimmer om het schrijven eerst aan anderen over te laten.
Al zijn er volgens Crets ook voordelen verbonden aan het verfilmen van je eigen script, wat hij ook zelf doet met Lee & Cindy C. "Ik had wel al wat ervaring: voor televisie, theater en musicals heb ik ook al veel geschreven. Je weet heel duidelijk wat je wil vertellen en je kunt dat als regisseur ook veel makkelijker overbrengen naar je acteurs. Soms kun je aan één zin honderd-en-een interpretaties koppelen, maar als je het zelf hebt geschreven kun je heel precies zijn. Al is een goede regel wel: write about what you know. Anders dreig je jezelf sneller te verliezen."
Opvallend: Van Mieghem begon met een eigen script (De kus), maar koos daarna voor een andere aanpak. "Dennis van Rita was geen eigen project, en dat laat je toe om afstand te nemen. Je bent vrijer in je regie, vind ik. Nu, ik maak graag films tout court, zolang er maar een goed scenario achter zit."
3. Steun op je ervaring als acteur, maar toch vooral op je team
Op papier lijkt het om problemen vragen: een acteur die zelf plots de baas wordt en andere acteurs moet vertellen hoe ze het beter kunnen doen, of erger: acteerlijnen beginnen te dicteren in plaats van de nodige vrijheid te gunnen. Maar veel regisserende acteurs maken zich sterk dat acteerervaring net een voordeel kan zijn als regisseur.
"Je spreekt dezelfde taal als de acteurs", zegt Crets. "Je kunt heel concreet communiceren, omdat je weet wat ze van een regisseur verwachten, waar ze soms mee worstelen en moeilijkheden vaak op voorhand kunt inschatten. 'Hoe moet ik deze scène spelen' of 'Waar gaat mijn personage naartoe?' De meeste acteurs hebben nood aan duidelijke feedback."
Van Mieghem: "Acteren is erg minutieus, psychologisch werk. Ik kan zoiets beter lezen dan andere filmmakers. Een acteur of actrice die iets probeert te forceren, die fake lacht of doorzichtig speelt, dat doorprik ik meteen. Ik denk niet dat regisseurs zonder acteerervaring dat op dezelfde manier kunnen. Tegelijk zal ik van een acteur ook niets vragen wat hij niet kan bereiken, net omdat ik de stiel beter begrijp. Andere regisseurs hebben niet datzelfde inzicht."
Ook acteur Gène Bervoets, die onder meer meespeelt in Filip Peeters' debuut Wat mannen willen, heeft goede ervaringen met regisserende acteurs. En dan vooral "hun grote zorg voor de acteurs en personages". Bervoets werkt zelf aan een scenario dat hij in de toekomst graag zou verfilmen.
"Ik heb al geweldige rollen mogen spelen, maar soms zie je ook dat sommige regisseurs minder goede keuzes maken en denk je: 'Ik zou dat zelf beter doen.' Al is regisseren wel een totaal ander metier. Je moet niet alleen je verhaal vertellen, je bent ook een crisismanager. Filip was bijvoorbeeld vaak van zeven uur 's ochtends tot middernacht bezig."
Alleen daarom is een goed, ervaren team een must voor elke beginnende regisserende acteur. "Ik heb als actrice al veel technische bagage opgedaan, maar daarvoor leun ik toch ook op de crew, die de technische kant beter kent", zegt Van Mieghem.
4. Verwacht geen cadeaus
Aandacht en promo gegarandeerd als debuterende acteur/regisseur, maar critici hebben vaak een scherp gewet mes klaar voor acteurs die zichzelf ook als beloftevolle filmmakers zien. Niet alleen Gosling en Crowe moesten opboksen tegen negatieve recensies, ook de debuutfilms van Sylvester Stallone (Paradise Alley) en Kevin Spacey (Albino Alligator) werden met de grond gelijk maakt. Zelfs met een prijsbeest als Dances With Wolves als debuut, kunnen sceptische recensenten je carrière nog kraken: de legendarische flop van het overambitieuze The Postman hangt nog altijd als een schaduw over Kevin Costners carrière.
Hun Vlaamse evenknieën zijn zich bewust van de argusogen waarmee de verzamelde pers naar hun debuut kijkt. Van Mieghem: "Zeker bij je eerste film werkt je reputatie als actrice in je nadeel. De recensies beginnen dan steevast met: 'Hilde Van Mieghem is een fantastische actrice, máár...' Dan weet je dat het moeilijk is om serieus te worden genomen."
"Het publiek en de critici vergeten te vaak dat het nog steeds om een debuutfilm gaat, ook al hebben die acteurs al jaren ervaring in de filmsector", zegt Johan Heldenbergh, die de film Schellebelle 1919 regisseerde. "Ze hebben niet dezelfde dosis geduld als bij de debuutfilms van beginnende cineasten." Daardoor wordt de impact van de recensies ook nog groter. "Beroemde acteurs krijgen geen herkansing als hun regiedebuut flopt."
Denken dat je als bekende acteur sneller de nodige financiering voor je eigen film bij elkaar krijgt zou ook kunnen tegenvallen. Heldenbergh: "In Hollywood is er een echte sterrencultus. Grote namen zullen een project daar wel gemakkelijker gefinancierd krijgen. Hier in Vlaanderen is dat niet het geval: als je een film wilt maken, is de belangrijkste vraag niet hoe bekend je bent, maar wel welk verhaal je wilt vertellen."
5. Verlies de moed niet
Jabberwocky, de eerste film die acteur en animator Terry Gilliam maakte na het klinkende succes van de drie Monty Python-films, moest het stellen met een erg lauwe ontvangst. Gilliam liet de kritieken niet aan zijn hart komen en bleef koppig voortdoen, om uiteindelijk een indrukwekkend oeuvre met eigenzinnige klassiekers als Brazil, The Fisher King en 12 Monkeys bij elkaar te filmen.
Ook Van Mieghem heeft niet opgegeven na de negatieve recensies voor De kus en maakte sindsdien nog de dramafilm Dennis van Rita en de romantische komedie Smoorverliefd. "De kritieken na De kus waren hard en vaak onder de gordel", legt Van Mieghem uit. "Ik wilde bijna niet meer voortdoen, maar ik heb toch doorgezet. Bij mijn latere films is de houding van de recensenten gelukkig wel verbeterd. Omdat ze mij meer serieus zijn gaan nemen, maar ook omdat ik als regisseuse beter ben geworden."
We mogen er dan ook zeker van zijn dat Van Mieghem films zal blijven maken. "Mijn behoefte om films te maken is er sindsdien niet minder op geworden en ik ben dan ook niet van plan er mee op te houden."