Chemnitz
Achttien gewonden en 37 strafbare feiten na betoging extreemrechts in Chemnitz
Bij de protesten in de Duitse stad Chemnitz, waar zaterdag zowel een extreemrechtse protestmars al een tegenbetoging plaatsvonden, zijn in totaal achttien gewonden gevallen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die de politie van Saksen zondag heeft meegedeeld. Het gaat voornamelijk om lichtgewonden.
Volgens een mededeling die zondag door de politie werd verspreid, vonden na het ontbinden van de betogingen nog confrontaties met de ordediensten plaats. Bij de achttien gewonden bevinden zich dan ook drie politiemensen die geprobeerd hadden om betogers tegen te houden. Er werden in totaal 37 strafbare feiten genoteerd. Het gaat vooral om het toebrengen van verwondingen en het beschadigen van eigendommen.
Nieuwe cijfers van de politie geven ook aan dat 11.000 mensen deelgenomen hebben aan de betogingen. Er waren 8.000 mensen aanwezig bij de demonstraties die waren opgezet door de extreemrechtse partij AfD, de antimoslimorganisatie Pegida en de extreemrechtse groep Pro Chemnitz. De tegenbetogers, die op de sociaalnetwerksites nochtans gebruik maakten van de hashtag #wirsindmehr (wij zijn met meer), waren met 3.000.
Na afloop van de demonstraties werd ook een 20-jarige Afghaan door vier vermomde mannen aangevallen en geslagen. Hij liep daarbij lichte verwondingen op. De politie onderzoekt of de daders deelnemers waren van de manifestaties.
De protesten in de Oost-Duitse stad ontstonden nadat een 35-jarige Duitser zaterdagavond werd doodgestoken door migranten. Een Syriër en een Irakees zijn aangehouden. Volgens het openbaar ministerie handelden ze niet uit wettige zelfverdediging. Zondag en maandag waren extreemrechtse betogingen uitgemond in rellen en in geweld op migranten.