NieuwsEconomie
Aantal vrije beroepers op recordpeil, maar sector maakt zich zorgen over statuut
Er waren nooit meer vrije beroepers in ons land. In 2021 kwamen er nog 6 procent zelfstandige beoefenaars van een vrij en intellectueel beroep bij. De beroepsfederatie trekt evenwel aan de alarmbel, nu bepaalde politici er schijnbaar aan denken om van vrije beroepers ambtenaren te maken. ‘Dat zou nefast zijn voor de kwaliteit en de dienstverlening.’
Eind 2021 waren er in België welgeteld 393.878 zelfstandige beoefenaars van een vrij en intellectueel beroep actief. Dat waren er 39.448 meer dan in 2020. Daarmee is ook 1 op 3 (32 procent) van de 1,23 miljoen zelfstandigen in België een vrije beroeper. Daarnaast zet de vrije beroeper meer dan 320.000 mensen aan het werk. Dat blijkt uit RSVZ-cijfers die de Federatie Vrije Beroepen (FVB) verzamelde.
De voorbije tien jaar kende het vrije beroep een stijging van bijna 60 procent meer beoefenaars. Ook vorig jaar was het de sterkst groeiende groep zelfstandige ondernemers. De sector van de intellectuele diensten was in 2021 het grootst, met 201.813 beoefenaars. Zij zijn nu goed voor de helft (51 procent) van het totale aantal vrije beroepen. De zorgsector is de tweede grootste (32 procent). Het was de voorbije 5 jaar ook de sterkst groeiende groep (+34,05 procent), gevolgd door de intellectuele diensten (+28,74 procent), de bouwsector (+8,04 procent) en de juridische sector (+7,40 procent).
Woensdag vierden de beoefenaars hun jaarlijkse ‘Dag van het Vrije Beroep’. Maar de federatie kijkt ook met lede ogen naar hoe de maatschappij het steeds moeilijker heeft met het statuut van vrije beroepers, waarbij de essentiële erkenning van het maatschappelijk belang van hun activiteiten volgens haar niet meer voor iedereen vanzelfsprekend is. “Vrije beroepen staan voor kwaliteit met verplichte diploma’s en opleidingen én de controle hierop”, stelt Anton Smagghe, secretaris-generaal van de FVB.
“Er is een maatschappelijke trend – zowel buiten als binnen het vrije beroep - om het maatschappelijk aspect te minimaliseren. Sommige ministers lijken er wel van te dromen om van vrije beroepers ambtenaren te maken. Dat zou nefast zijn voor de kwaliteit en de centrale rol die de cliënt of patiënt altijd moet krijgen. Het moet altijd mogelijk zijn om als vrije beroeper de activiteit in een zelfstandigenstatuut te beoefenen. Dit om zowel de hang naar controle door de overheid als de sterk financieel gekleurde roep van multinationals te kunnen weerstaan.”