Reportage
Aalsterse carnavalisten: "We zijn geraakt waar het het meest pijn doet"
Nog groter dan de materiële schade is de pijn aan het hart van de carnavalist, na de brand die twee werkplaatsen helemaal heeft vernield. En nu? 'Carnaval 2017, dat is nog driehonderd dagen.'
Het is bevreemdend om doodgewone mensen in doodgewone kleren op ernstige toon te horen praten over carnaval, een feest dat door buitenstaanders geassocieerd wordt met slemppartijen en vulgaire kostuums. Maar dat is precies wat er in Aalst gebeurt, de uren na de brand die twee van de twaalf werkhallen heeft vernield.De Zoijpers, de Zwiejtollekes, de Toerenbiejoekes en de Zwiejtzoel'n, de groepen Dest Goe Schief, Tiserover en Geschallotterd: ze zitten in zak en as. Woensdagavond brak een brand uit die pas donderdagochtend was bedwongen. Jaren werk zijn in vlammen opgegaan.
"Da emme welle chance ge'ad hé man", zegt Glenn De Winter van carnavalsgroep Pertotal, de blik gericht op de zwaar beschadigde loods. In de lucht hangt de geur van geroosterd brood. "Welle emme grèllige chance ge'ad", beaamt Werner Gits, stichtend lid van de carnavalsgroep die al 36 jaar bestaat. "Welle zen nie perte total."
Als bij wonder is Pertotal aan de vlammen ontsnapt, in de aanleunende hal staan enkel nog uitgebrande tractoren en praalwagens overeind. Waterschade is er wel bij Pertotal, door bluswerken en insijpeling via het beschadigde dak. De grote praalwagen, vijftig meter lang, is meer dan waarschijnlijk onherstelbaar beschadigd. 45.000 euro hebben ze in die kar gestopt, schat Werner Gits. "En dan zijn wij niet eens de groep met het grootste budget."
Apocalyptisch
Elke carnavalist zal het zich nog jaren lang herinneren: waar was u op woensdag 27 april om 20.14 uur? Op dat moment vatte hal 10 van de carnavalswerkplaats vuur. Burgemeester Christophe D'Haese (N-VA) had net zijn laatste dienstbetoon afgewerkt, zoals hij het zelf zegt. Op het moment dat het brandalarm hem bereikte, zag hij de rookontwikkeling al boven de hallen. Hij wist meteen hoe laat het was. "Dit is heel, heel erg. Apocalyptische toestanden." De oorzaak van de brand is volgens D'Haese "accidenteel".
Ooggetuigen melden dat bij slijpwerken een vonk is overgeslagen op het piepschuim van een praalwagen. De vuurbal die daarop ontstond, zette de hele hal in een paar minuten tijd in lichterlaaie. D'Haese is ervan overtuigd dat de snelle inzet van een helikopter met infraroodcamera om de bluswerken vanuit de lucht te coördineren, een nog grotere ramp heeft voorkomen. Donderdagnamiddag moet de brandweer zelfs nog even uitrukken om terug oplaaiend vuur te doven.
Elke carnavalist is zich bewust van brandgevaar. "Zo ne kop van isomo, dat vlamt hard." Verf, white spirit, detergenten, piepschuim, papier en hout: de werkplaats zit vol hoogst brandbaar materiaal. Elke hal is eigenlijk een fabriekje, zegt Glenn De Winter. "We kennen het gevaar. Het is toch akelig om te zien hoe één vonkje alles teniet kan doen."
Niet dat een brand ooit gelegen komt, maar nu was de timing toch vervelend: heel wat carnavalsgroepen verwachten kopers uit binnen- en buitenland. Al tijdens de stoet in februari komen groepen van Poperinge tot Maaseik kijken en keuzes maken. Veel door de brand verwoest materiaal was al verkocht. Een streep door de rekening van de getroffen groepen.
Over de impact op carnaval 2017 willen ze het niet eens hebben. "Dat zijn nog driehonderd dagen", rekent de opzichter snel uit. Het grootste probleem wordt plaats. De werkhallen zijn voor onbepaalde tijd gesloten, zo heeft de stad aangekondigd. Parket en verzekering moeten hun werk doen, de claims ingediend. Het gebouw is verzekerd voor 2,5 miljoen euro, de inboedel voor anderhalf miljoen. Er zijn groepen met een eigen extra verzekering.
Maar waar de voorbereidingen verder gaan? Dat is de grote vraag. In de werkplaatsen zijn 57 carnavalsgroepen gevestigd, maar Aalst telt er een stuk of 90. Iedereen zoekt ruimte. Om met meer dan 40 man aan een praalwagen te werken is veel plaats nodig en een dak op een locatie die wat geluidsoverlast kan verdragen: als de datum van de stoet nadert, wordt er tot 3 uur 's nachts doorgewerkt.
Emotionele averij
Gelukkig dat er geen menselijke slachtoffers vielen, daar zijn ze het allemaal over eens. Eén carnavalist is lichtgewond geraakt, hij wilde niet stoppen met blussen. Ze zegden nog: lossen, lossen, lossen. Maar hij wilde niet afgeven. Nu heeft hij brandwonden. "Het had veel erger kunnen zijn." Maar erger nog dan de materiële schade, weten deze carnavalisten is de emotionele averij. "Ze hebben ons geraakt waar het het meest pijn doet. 't Is maar schade, zeggen ze dan. Maar het doet pijn hoor. Al die herinneringen aan al die jaren, aan mensen die niet meer onder ons zijn: weg."
Zelfs op een kille woensdagavond in april, nauwelijks twee maanden na de stoet, is er vlotjes 150 man in de hallen aanwezig. Afbreken, opruimen, praatjes slaan. "Het sociale aspect is even belangrijk als het werk. Dit is een tweede thuis. Als je de dagen zou optellen, zitten we hier zes tot zeven maanden per jaar."
Je ziet ze denken en zachtjes zuchten: een leek kan dat niet begrijpen. Medecarnavalisten, die snappen het wel: vanuit carnavalsgek Limburg zijn er vele warme berichten naar Aalst gestuurd. Of het een beetje ging. "'t Is een kleine wereld, die van het carnaval."
Kijk, zegt Werner Gits. Hij wijst naar de graffiti op een ongeschonden bijgebouw van de werkplaats, een enorme afbeelding van een intriest kijkende clown met rode neus en hangende mondhoeken. "Vandaag voelen we ons allemaal gelijk da manneke."