35-jarige fietser overleeft val op Gentse tramsporen niet

Zondagavond 29 augustus fietste Alexander Verhaeghe (35) rond 18 uur in de buurt van het Hippoliet Lippensplein in Gent, vlakbij de Brabantdam. Het regende, het wegdek was nat, net als de tramsporen die in het Gentse stadscentrum overal aanwezig zijn. Toen viel hij, en hij gleed door tot tegen een verkeerspaaltje waardoor hij een flinke klap op zijn borst kreeg. De man werd naar het ziekenhuis gebracht, waar hij twee uur later overleed.

De tramsporen in Gent genieten bij de fietsers een kwalijke reputatie. Uit een studie van de spoedgevallendienst van het UZ Gent bleek dat een kwart van de fietsongevallen te maken heeft met de tramsporen. Jaarlijks belanden zowat 500 mensen na hun val op een van de Gentse spoedongevallendiensten.

Vlaams mobiliteitsinister Lydia Peeters (Open Vld) wil dat De Lijn die ongevallen nu dieper analyseert. “Voor mij is verkeersveiligheid absoluut prioriteit. Ik wil dan ook graag weten hoe die ongevallen gebeuren en hoe we het kunnen voorkomen”, klinkt het. Peeters wil de resultaten van het onderzoek afwachten en wil nadien samen met de stad Gent en De Lijn de nodige maatregelen nemen.

Gents mobiliteitsschepen Filip Watteeuw (Groen) betreurt het tragische ongeval en belooft meer inspanningen om de verkeersveiligheid voor fietsers te verbeteren. Hij wijst er in De ochtend op Radio 1 op dat sinds de invoering van het circulatieplan in 2017 het aantal ongevallen in Gent “met meer dan 30 procent gedaald” is, maar erkent “dat het nooit genoeg kan zijn”.

Wat stelt Watteeuw voor?

Watteeuw denkt aan drie ingrepen. “Het wegdek rond de tramsporen moet in orde zijn. Daar moeten we samen met De Lijn voor zorgen. We moeten ook zorgen voor een betere signalisatie. En we moeten de fietslessen om mensen te leren omgaan met de tramsporen nog verbeteren.”

De schepen hamert ook op de verkeersinfrastructuur. “Fietsers hebben het nodig om te kunnen uitwijken, en dat kan nu niet. Het wegdek moet beter”, voegt hij eraan toe. Aanpassingen aan de weg gebeuren te traag, klinkt het. “Ik wil niet wijzen naar De Lijn, ook wij als stad hebben daar onze verantwoordelijkheid in, en ook andere overheden. Het gaat te traag, de procedures zijn te log. Ik ga er alles aan doen om dat te versnellen.”

Oplossingen gezocht

Als fietsers tramsporen moeten oversteken, rijden ze daar best dwars (loodrecht) over, zegt openbaarvervoersmaatschappij De Lijn. “Zo heb je het minste risico op vallen of vast komen te zitten”.

“Het tramverkeer scheiden van de rest van het verkeer - of minstens van het fietsverkeer - is in Gent, in de historische binnenstad met zijn smalle straten, niet eenvoudig. Dergelijke aanpassingen zijn moeilijk realiseerbaar”, zegt De Lijn. De vervoermaatschappij zegt in Antwerpen en aan de kust veel minder vaak met het probleem te maken te hebben, omdat de trams daar vooral in eigen bedding - al dan niet ondergronds - rijden en dus veel minder in gemengd verkeer terechtkomen.

“Er worden alleszins wereldwijd studies uitgevoerd om dit fenomeen aan te pakken en oplossingen te vinden, maar tot nu toe zijn deze niet afdoende”, stelt De Lijn nog. “Voor het type sporen in Gent is er geen enkel toepasbaar product op de markt.” De maatschappij zegt de evolutie nauw op te volgen. Sporen die niet meer gebruikt worden, worden opgevuld.

De vervoermaatschappij zegt geregeld te sensibiliseren om fietsers te waarschuwen voor tramsporen. Ook worden tramsporen en -beddingen vernieuwd. In Gent staan zo de Botermarkt, de Vervaenestraat en de Coupure op de planning. “Er staan veel tramspoorvernieuwingsprojecten op stapel waarbij, naast grote projecten, ook voortdurend klein onderhoud wordt voorzien en de sporen continu worden gemonitord. We moeten er wel voor zien te zorgen dat we niet overal tegelijk aan het werk zijn in functie van de doorstroming.”