NieuwsOnderwijs
1.500 leerkrachten staan niet voor de klas: hoe komt dat en wat is een mogelijke oplossing?
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) bekijkt of bijna 1.500 personeelsleden uit het onderwijs teruggeroepen kunnen worden naar de scholen. Het gaat om personeel dat gedetacheerd is naar organisaties buiten de scholen, maar nog wel op de payroll van het ministerie staat.
Om hoeveel leerkrachten gaat het?
In totaal telt het onderwijs in Vlaanderen ongeveer 200.000 personeelsleden. Uit cijfers die Het Laatste Nieuws opvroeg, blijkt dat er in het schooljaar 2019-2020 - dat zijn de meest recente cijfers - 1.478 personeelsleden gedetacheerd waren, goed voor 1.146 voltijdse equivalenten. Dat is onderwijspersoneel dat tijdelijk buiten de school werkt “aan een opdracht in het belang van het onderwijs”, zoals dat heet.
Waar werken ze zoal?
Er zijn gedetacheerden terug te vinden bij socio-culturele organisaties in de marge van de onderwijswereld, bij ouderverenigingen, bij de onderwijsadministratie, tot zelfs in Europese instellingen toe.
Onderwijsexpert Dirk Van Damme kaart de detachering aan in het kader van het huidige lerarentekort. “Er zijn er die in de culturele of de sociale sector tewerkgesteld worden, bijvoorbeeld in musea of de jeugdsector”, zo klinkt het.
Is dit per se problematisch?
“We nemen het systeem momenteel volledig onder de loep en bekijken of elke detachering even nuttig is, dan wel of er geen nuttiger werk wacht in de klas”, zegt minister Ben Weyts in een reactie. “Want, let wel: veel gedetacheerden doen echt wel heel zinvol werk voor ons onderwijs.”
Wil Weyts nu snoeien in dit systeem?
“Ook terugschroeven kan een optie zijn”, zegt de onderwijsminister. “We zijn alvast gestart met deze oefening, bijvoorbeeld bij de pedagogische begeleidingsdiensten.”