ColumnHilde Van Mieghem
Zeventien mannen voor mij en de eerste in de rij riep dat hij al drie uur geleden aan de beurt had moeten zijn
Hilde Van Mieghem neemt de tijd voor een gloedvolle kijk achter de schermen van haar leven.
Zet me in de realiteit van het dagelijks leven met al zijn beslommeringen, meevallers en tegenslagen, en ik loop hopeloos verloren. Zet me in de hyperrealiteit van een filmset, een micromaatschappij met al haar beslommeringen, meevallers en tegenslagen, en ik voel me als een vis in het water. In het leven hijgt de dood in je nek, op de set het overschrijden van het budget. Even dodelijk.
Als een idioot loop ik in zeven sloten tegelijk in de werkelijkheid. Ik panikeer, raak niet wijs uit griezelbrieven en steek mijn kop in het zand. De wereld is een onontwarbaar kluwen van regels waarin ik kemel na kemel bega. Wil je uitleg, word je hoorndol, geen mens te vinden. Het moet allemaal digitaal.
Deze week moest ik opnieuw mijn rijbewijs halen, theoretisch, praktisch, medisch en psychologisch. Met het openbaar vervoer naar een afspraak gaan kan faliekant aflopen. En ja hoor, veel te laat stapte ik van de tram af die eindeloos lang geblokkeerd had gestaan door werken. Er bleef me niets anders over dan een nieuwe afspraak te maken.
Diezelfde dag moest ik ook een psychologisch en medisch onderzoek afleggen. Ik was er veel te vroeg, zeventien mannen voor mij en de eerste in de rij riep dat hij al drie uur geleden aan de beurt had moeten zijn. Help! Een paar uur later moest ik in Brussel zijn voor een sollicitatie. Een nieuwe job die ik zeer goed kan gebruiken. Chaos in mijn hoofd.
Er kwam een man het lokaal uit waar de psychiater zat en ik glipte bliksemsnel naar binnen en loog dat ik om halfvier mijn kleindochter van school moest halen en onmogelijk te laat kon komen – ik was zeker dat dat meer indruk zou maken dan een sollicitatie.
“Simpel”, zei hij minachtend zonder me aan te kijken. “Nieuwe afspraak maken en dat kost u dan 50 euro.”
“Ik heb al 460 euro betaald voor deze afspraak”, riep ik uit.
Een blik, de eerste.
“Ja, zegt u eens, waarom hebt u een rijverbod?”
“Voor snelheid, dacht ik.”
“Dacht u toch? Waar, wanneer, hoe snel?”
Stomverbaasd keek ik hem aan. Woedend riep hij: “U bent een snelheidsduivel en weet dat niet?!” Hij bleef razen.
Kalm belde ik mijn advocaat, die gelukkig meteen opnam. Toen viel ik pas echt van mijn stoel, en de psychiater met mij. Ik bleek niet voor snelheid, maar voor iets heel anders gestraft te zijn. Ik had drie zware verkeersovertredingen begaan binnen een jaar, niets met alcohol of snelheid. Had niet gereageerd op politiebrieven, de advocaat niet ingelicht, was zelf niet opgedaagd en veroordeeld voor twee maanden rijverbod bij verstek! En ja, ook te laat om verzet aan te tekenen. Dat had ik blijkbaar wél gevraagd te doen.
Tweede blik.
Hij zette vijf stempels, wierp me de papieren toe en siste: “Maokt da ge weg zè!”
Ik was op tijd in Brussel.