ColumnJohn John & Missy
Ze breken je hart, de verhalen over broers en zussen die van elkaar vervreemden of ruziemaken, meestal over centen
Bart Eeckhout is journalist en oud-hoofdredacteur bij De Morgen en papa van John John (13) en Missy (9).
Veel sneeuw is er niet nodig om het gezin in beweging te krijgen. Zodra de radio melding maakt van ‘winterse neerslag’ in de Hoge Venen, hoppen jullie de wagen in om naar de Ardennen te vertrekken. Dat valt weleens tegen. Als er voorbij Luik of Namen nog altijd geen wit tapijt ligt, stijgt de stress op de achterbank: niet weer anderhalf uur rijden voor niks. En als er dan eens voldoende sneeuw ligt, is de pret na een halfuurtje vaak al voorbij. Te koud, te nat, terug naar huis.
Ditmaal is het anders. Het pak sneeuw is dik genoeg, er is aan een schuiloord bij een vriendin in de buurt gedacht en jullie vinden snel een steile helling waar je met de slee van af kan glijden. John John duikt, met hervonden kinderlijk enthousiasme, als eerste de diepte in. Daar gaat zijn zus ’m achterna. Dan gaan ze samen. Dan moeten ze minder lang op hun beurt wachten en verhoogt het extra gewicht de snelheid.
“Wat mooi om te zien hoe ze nog samen spelen”, zegt de vriendin, terwijl je kinderen nog maar eens de helling af duiken om hun recordafstand te breken. Je zuchtende glimlach zegt: je moest eens weten. Dat is namelijk wat ouders doen als hun kroost eens een complimentje krijgt: tegenwerpen dat het allemaal niet bijzonder is, en stilletjes gloeien van trots of geluk.
Dat is niet eerlijk. Zoals alle broers en zussen ter wereld kunnen John John en Missy elkaar (en hun ouders) verschrikkelijk de duvel aandoen. Elk met inzet van de eigen middelen: hij met de aanwassende spierkracht, zij met de luide stem. Maar ze zien elkaar graag en ze steunen op elkaar. Zij op zijn eigenwijsheid, hij op haar grote mond en vermoeden van onschuld.
Vanzelfsprekend is dat niet. Ze breken je hart, de verhalen over broers en zussen die van elkaar vervreemden of ruziemaken, meestal over centen. Vaak denk je aan de Tsjechen die je ooit vertelden dat ze de Russen hun broeders noemden en niet hun kameraden, omdat je je familie niet zelf kiest.
Dan valt het bij je kinderen reuze mee, als je ze lachend, gierend en filmend de sneeuwhelling ziet afdenderen. Er is wel één gevoelig punt. “Missy gaat geweldig goed naar beneden”, zegt de vriendin, binnen gehoorsafstand van John John. En je weet dat hij nu stiekem niets liever wil dan haar doen vallen. Want hij wil overal de grote broer zijn, die beter kan glijden, skaten, lopen of rekenen. De ene aanmoedigen zonder de ander te krenken: lastig. Elkaar complimentjes geven: bijna onmogelijk.
Bijna. Op weg naar huis beheert John John vanaf de achterbank de muziekkeuze in de wagen. Måneskin en Klara Hammarström weerklinken. “Dat is mijn afspeellijst”, zegt Missy. “John John heeft mijn afspeellijst gekozen.” Ze is blij. Ze weet dat ze nog nooit dichter bij een compliment van haar grote broer gekomen is.