StandpuntBarbara Debusschere
Woorden, zelfs al staan ze in decreten, zijn goedkoop
Barbara Debusschere is journalist.
Het PFOS-schandaal gaat over een van de belangrijkste hamvragen vandaag: hoe consequent en streng moeten onze overheden vervuilers aanpakken om onze gezondheid en onze omgeving te vrijwaren? In een volgebouwd gewest dat kreunt onder stikstof, broeikasgassen en uitlaatgassen is het enige antwoord: zo consequent en streng mogelijk. Gesjacher met betonstop en bouwshift, klimaatdoelen en kilometerheffingen illustreren hoe moeilijk dat is.
Qua milieuwetgeving is Vlaanderen nochtans een Europese voorloper. Er is een indrukwekkende batterij aan regels en instanties die die uitvoert of controleert. Hoe kan het dan dat 3M jarenlang een woongebied heeft kunnen vervuilen met het ondertussen verboden PFOS en dat het nog altijd gelijkaardige stoffen uitstoot zonder vergunning? Dat het bedrijf vorig jaar een hernieuwde vergunning kreeg waarbij de lichtste screening op milieueffecten blijkbaar volstond?
En dat de lijst met gaten in de effectrapportage en vergunningverlening voor zowel 3M als de Oosterweel-werf lang is? Waardoor niemand precies weet wat 3M nu nog altijd loost en uitstoot en of de maatregelen op de Oosterweel-werf verdere verspreiding van het problematische PFOS voldoende kunnen tegenhouden.
Naïviteit of – afhankelijk van je wereldbeeld – cynische partijpolitiek, zo luidt het antwoord van juristen in de parlementaire PFOS-commissie.
Minister Zuhal Demir (N-VA) rolt nu met de spierballen door 3M na een ‘handhavingsbezoek’ te verplichten op te houden met PFBSA te lozen, een verwante stof die ook al ongezond is. In haar persbericht wijst ze erop dat 3M bij de hernieuwing van zijn vergunningsaanvraag naliet te melden dat het PFBSA loost.
Ziedaar de naïviteit. Het is pijnlijk goedgelovig om aan te nemen dat de industrie zélf alle nodige vervuilingsinformatie geeft, zo waarschuwt het Europees Parlement landen al jaren. Zeker in dossiers van dit kaliber is het aan de overheid om van bij het begin de strengste procedures toe te passen. Dat is niet gebeurd. 3M moest enkel wat vragen invullen.
Volgens insiders en ook een van de milieujuristen grenst die goedgelovigheid niet zelden aan cynisme. Het valt hen op dat de diensten die de puike milieuwetgeving moeten toepassen afgeslankt worden en ‘partijdruk’ voelen, wat vrij te vertalen is als: ‘maak het de industrie niet te moeilijk’.
Dat Demir nu daadkracht toont is goed, maar verandert niets aan de vaststelling dat de vergunningsdossiers van 3M en van Oosterweel-werf niet consequent, niet streng en volgens een ervaren jurist zelfs onwettig zijn.
Woorden, zelfs al staan ze in decreten, zijn goedkoop. Wil Vlaanderen gezondheid en milieu echt vrijwaren, dan zijn al te lakse milieueffectenrapportages en al te slap toezicht voortaan onmogelijk. En dan krijgen de betrokken diensten alle middelen om wat Vlaanderen op papier belooft ook daadwerkelijk en volgens de wetten waar we zo trots op zijn naar behoren uit te voeren.