ColumnDe gebeten hond
Wilde ik te graag dat ik dit een goeie film vond, of is het echt een goeie film?
Mark Coenen gaat op wandel met de week.
Voor de vertoning begon zei de regisseur, de sympathieke jeune premier Willem Wallyn, gehuld in een bruin velours pak dat hem geweldig afging, dat de Montagne Russe de beste attractie van de kermis is.
Dat klonk een beetje cryptisch, maar daarmee beschreef hij treffend zijn film: een roetsjbaan van emoties over mensen met kwalijke kankers die elkaar vinden in de behandelkamer van een twijfelachtige therapeute met huwelijksproblemen.
Een soort van tragikomische One Flew Over the Cuckoo’s Nest voor terminale gevallen. Tussen alle personages op weg naar hun einde groeit een band: in al hun uiteenlopendheid vinden ze elkaar in hetzelfde machteloze gevoel dat ze op de tram van het leven aan hun laatste rit zijn begonnen.
Wie denkt dat men bij het buitenkomen van de zaal klaar is om zich eigenhandig de polsen over te snijden wegens zoveel treurnis en doodsangst, heeft zonder het slimme scenario gerekend. Korte, krachtige scènes, veel grappen op het randje, van mensen op de grens, en een cast om van te dromen.
In microscopisch klein Vlaanderen loop je op alle schermen de hele tijd tegen ongeveer hetzelfde kleine leger getalenteerden aan, wat als nadeel heeft dat je heel hard je best moet doen om achter de schnabbelende reclamestem of het jurylid van De slimste mens nog de acteur of actrice te zien.
In All of Us heb je daar geen last van: na een aanpassingsperiode die ongeveer 13 seconden duurt, zit je in het verhaal dat je 80 minuten later pas loslaat.
Ondertussen heb je gelachen en meegeleefd met de vrouw die haar kanker wil geheimhouden maar zonder haar pientere zoontje heeft gerekend, een licht godsdienstwaanzinnig geworden aanstaande vader die wil blijven leven tot zijn kind geboren is, de harde tante die euthanasie wil plegen en de praatjesmaker met prostaatkanker.
Zij zitten in een praatgroep geleid door Barbara Sarafian, die met veel valse serieux een geweldige prestatie neerzet als therapeute met scheidingsangst: heerlijk.
Op het einde vergaat je de lach wel een beetje, maar de laatste scène zit dan weer zo vol hoop dat je niet als een uitgewrongen Kleenex de zaal verlaat.
Het is een evenwichtsoefening die werkt. Tenminste voor mij, want ik las in onze eigenste krant een licht andere mening. Weekendfilm, was het harde oordeel.
Daar moest ik even over nadenken. Was ik te welwillend omdat ik de situatie te veel op een eigen geschiedenis en de sores van sommigen in mijn omgeving betrok?
Wilde ik te graag dat ik dit een goeie film vond, of was het echt een goede film?
We beslisten na ampele analyse dat het het tweede was. Zijdelings gecombineerd met het eerste. “We zijn allemaal prutsers, maar dat is oké”, vertelde de regisseur ook nog.
Hij kan veel zeggen, maar daar was ik het, voor wat hem betreft, na het zien van All of Us helemaal mee oneens.