OpinieMania De Praeter
Wil de minister van Onderwijs die de belangen van studenten verdedigt eindelijk opstaan?
Mania De Praeter is neurochirurg in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA).
Mijnheer Weyts (N-VA) is, op papier alleszins, de minister van Onderwijs, en vindt dat lagere en secundaire scholen absoluut moeten openblijven. Waarschijnlijk heeft hij het beste voor met het welzijn van deze kinderen en het beperken van hun leerachterstand.
Zelf ben ik een van diegenen die geloven dat we zonder schoolsluiting nooit uit deze halve lockdown zullen geraken en nog vele maanden zullen blijven aanmodderen. Mijnheer Weyts blijft er echter heilig van overtuigd dat scholen openhouden veilig is en dat scholen niet verantwoordelijk zijn voor de besmettingen. Hij is er ondertussen misschien al zo van overtuigd dat het wel heel moeilijk wordt om nu nog zijn ongelijk toe te geven.
Wat ik mij dan wel afvraag, is of hij ook minister van Onderwijs is voor de studenten van het hoger onderwijs en de universiteiten, want er zijn duidelijk twee maten en twee gewichten. Er is namelijk stilaan geen wetenschappelijke evidentie meer dat jongere kinderen naar school laten gaan veiliger is dan oudere kinderen. En als het dan toch zo veilig is om naar school te gaan, zoals de heer Weyts beweert, waarom moeten de studerende jongeren dan wel thuisblijven van de lessen? En waarom zouden de gevolgen van dat thuisblijven minder schadelijk zijn voor hen dan voor hun jongere lotgenoten? Wie verdedigt de belangen van deze jongeren? Ziet men niet dat zij misschien wel het grootste slachtoffer zijn?
Ik zie de studenten rondom mij, onder wie ook mijn eigen oudste dochters van 19 en 20, langzaam maar zeker wegkwijnen, zich al maanden braaf aan de regeltjes houdend, zonder enig vooruitzicht op beterschap. Het doet pijn om dat te zien.
Ondertussen gaan de meeste volwassenen nog naar het werk, kinderen tussen 13 en 18 jaar mogen deeltijds naar school en in groep outdoor sporten, en onder de 12 mogen ze zelfs voltijds naar school en daarbij nog een hobby uitoefenen. Studenten boven de 18 jaar mogen al bijna een jaar geen hobby’s meer uitoefenen, mogen slechts met één knuffelcontact afspreken, hebben geen campusleven meer gehad sinds het begin van deze crisis (behoudens enkele weken in oktober), en moeten zelf alle lessen online verwerken. Eerstejaarsstudenten hebben er geen idee van wie hun klasgenoten zijn. Er is dan ook geen sprake van het opbouwen van enige relaties.
Nu de druk van de examens van het eerste semester is weggevallen, voelen ze nog meer hoe doelloos alles is, want er valt in de komende lesvrije week namelijk niets te beleven. Daarnaast hebben ze ook geen enkel vooruitzicht op contact met hun medestudenten, het volgen van de lessen op de campus, of zelfs een beperkt studentenleven. En het ziet er niet naar uit dat dit nog voor de zomer zal veranderen. Nochtans kunnen en willen de meeste studenten de regels volgen en zouden zij net als de jongere kinderen deeltijds en beperkt naar de les kunnen. Bovendien is er nog een avondklok en is de horeca gesloten, wat excessen beperkt van de minderheid die zich niet aan de regels houdt.
Ze ergeren zich blauw aan het feit dat er wel volop onderhandeld wordt over het al dan niet openen van kappers of massagesalons, dat ouders van jongere kinderen klagen hoe lastig het is dat ze nu een keuze moeten maken tussen de verschillende hobby’s en dat ‘gelovigen’ wel naar de kerk, moskee of synagoge mogen met 15 mensen, maar dat hen lessen noch enige andere activiteiten zijn gegund. Ook wordt er geen enkele perspectief gegeven over hogescholen of universiteiten. Al zeker niet door mijnheer Weyts.
Wie neemt het op voor deze studenten? Wie ziet dat velen van hen de nabije toekomst niet meer zien zitten op deze manier? Daarenboven hebben ze ook vernomen dat zij de allerlaatsten in de rij zijn voor vaccinatie, en in het huidige tempo van vaccineren zal ook deze zomer er een worden zonder festivals, vakantie met vrienden, of gewoon samenzijn. Je zou voor minder het hoofd laten hangen. Ach, als ik kon, gaf ik zoals Heidi De Pauw en Sara Vercauteren betogen (DM 1/2) mijn vaccin (al ik dat ooit zelf krijg tenminste, want de zorg is duidelijk niet de prioriteit) aan hen.
Beseft mijnheer Weyts niet dat deze studenten zijn bloed wel kunnen drinken en zich doodergeren aan foto’s waar hij, als blijk van medeleven met de studenten, met brede grijns een kom soep gaat afgeven aan enkelen onder hen? Denkt hij nu echt dat ze daarop zitten te wachten? Of heeft dat feit zijn geweten voldoende gesust?
Wil de minister van Onderwijs die de belangen van deze studenten verdedigt eindelijk eens opstaan?