ColumnDe Schaal van Mulders
Wie jonge vrouwen met woorden kan boeien, hoeft voor de toekomst schrik noch onzekerheid te voelen
Jean-Paul Mulders onderzoekt alles wat u bij de hersenkwabben kan grijpen.
Terwijl ik op bed lig te lezen, rijdt er in de verte een brommer voorbij. Brommers in de nacht heb ik altijd geheimzinnig gevonden, vooral als je ze hoort maar ze niet te zien krijgt. Er zijn van die hele trage brommers, die zich voortbewegen als dodelijk vermoeide hommels. Hun geluid zwelt tergend langzaam aan om vervolgens even tergend langzaam weer weg te sterven. In dat wegsterven ligt wat je kunt noemen: de poëzie van de verdwijnende brommer.
Terwijl ik daaraan denk, weerklinkt op de radio de jingle van het nieuws. De jingle is zachter geworden, maar het nieuws is meestal harder dan vroeger. Ondanks het late uur volgt weer een opsomming van gebeurtenissen en voorvallen waarvan je niet gelooft dat de ene mens ze de andere zomaar kan aandoen. Dat heeft te maken met het onbetrouwbare vehikel dat we weleens empathie noemen. Zoals de meeste dingen, is dat ongelijk verdeeld onder de mensen. Sommigen voelen al empathie bij een dode vlinder, anderen vegen steden van de kaart zonder een spier te vertrekken.
Ik ben geen fan van mensen die geen spier vertrekken. Wel hou ik van mensen die niet voor één gat zijn te vangen en die talenten combineren die je haast nooit in één en dezelfde mens gecombineerd ziet. Vorige week, bijvoorbeeld, raakte ik aan de praat met een elektricien die ook romans recenseert. Hij brandt schrijvers af, maar draagt er wel zorg voor dat de stroomkring correct is geaard. We ontmoetten elkaar op de uitreiking van de Boonprijs voor Literatuur, waar hoofdzakelijk volk rondliep dat zich met striptang en isoleertape minder bedreven voelt.
Bekroond in de categorie kinder- en jeugdliteratuur werd Pieter Gaudesaboos. Die naam vind ik bijna even leuk klinken als Danny Verliefde, een legger van parketvloeren uit Zottegem die op zijn website uitpakt met 25 jaar vakmanschap, steeds grote stock in voorraad. Bij de fictie/non-fictie ging de prijs naar Marieke Lucas Rijneveld, een ‘tussenmens’ die zich naar eigen zeggen zowel jongen als meisje voelt. Het pleit niet voor de lenigheid van mijn geest dat ik nog altijd even opkijk van Mariekes die je ‘hij’ moet noemen. Van Mijn lieve gunsteling las ik tot dusver alleen het eerste hoofdstuk, maar wel hardop en zonder te kunnen stoppen. Ik kreeg kippenvel van het goede soort terwijl ik vaststelde: deze tussenmens koppelt de woordenschat van Jeroen Brouwers aan de verschijning van een engel. Mijn dochter van vijftien is al wild van enthousiasme. Wie jonge vrouwen met woorden kan boeien, hoeft voor de toekomst schrik noch onzekerheid te voelen.
Het geluid van de brommer in de verte is inmiddels weggestorven. Ik vat de slaap, en droom van hommels die tergend langzaam onderweg zijn naar nergens.