ColumnAlain Gerlache
Welk Nederlands moeten anderstaligen leren spreken: Standaardnederlands of tussentaal?
Alain Gerlache overschouwt de politieke actualiteit. Zijn column verschijnt tweewekelijks, afwisselend met Dave Sinardet.
Ondanks de controverses, en zelfs dankzij, blijf ik ervan overtuigd dat het voor Franstaligen die dat kunnen de moeite waard is om de docuserie Het verhaal van Vlaanderen te bekijken. Het is een buitenkans om een beter inzicht te krijgen in een geschiedenis die ten zuiden van de taalgrens te weinig bekend is.
Als een Franstalige zender ooit ‘Het verhaal van Wallonië’ zou produceren, zou het even nuttig zijn dat ook het Vlaamse publiek meekijkt. In een land dat zich ‘federaal’ noemt en misschien ooit ‘confederaal’ zal worden – wat die woorden ook mogen betekenen – zou de kennis van de geschiedenis en de identiteit van de deelstaten vanzelfsprekend moeten zijn. Maar het belang van de docuserie beperkt zich niet tot de inhoud van de verschillende afleveringen. De polemieken die het programma in de politieke en academische wereld en ook in de media uitlokt, tonen dat Vlaanderen ideologisch diverser is dan men aan de Franstalige kant veel te vaak gelooft.
In dat verband horen we stil te staan bij de kritiek van Europees Parlementslid Geert Bourgeois (N-VA). In Knack (20/01/2023) stoort de voormalige minister-president van Vlaanderen zich aan het taalgebruik van presentator Tom Waes: “Het verhaal van Vlaanderen is óns verhaal en moet dus worden gebracht in onze gemeenschappelijke taal, niet in een tussentaal, een soort algemeen Antwaarps, met doedegij, ziedegij en wa is dees. Nee, ik vind dat echt bedroevend.”
Vlaams-nationalisten hebben in de 19de eeuw een moeizame strijd gevoerd voor het Nederlands tegen de Franstaligen, merkt Geert Bourgeois, die zelf perfect tweetalig is, ook op. Voor alle duidelijkheid gaat het hier om de Franstalige heersende klasse, want in die tijd sprak het Waalse volk vooral Waalse dialecten en had het hoe dan ook geen stemrecht om wat dan ook aan Vlaanderen op te leggen.
De kritiek is niet alleen tegen Tom Waes of de VRT gericht. Ze stelt een fundamentele vraag die heel Vlaanderen aangaat: ‘De cultuurflaminganten hebben de strijd voor het Standaardnederlands uiteindelijk gewonnen. Ik zou het heel erg vinden als we dat nu loslaten.’
Taalgebruik is nooit neutraal. Krijgt de Brabantse en Antwerpse omgangstaal de bovenhand in Vlaanderen omdat die regio ook politiek de machtigste wordt? Betekent de achteruitgang van AN dat Vlaanderen, nu het in België meer autonomie heeft verworven, zijn eigenheid tegenover Nederland wil laten gelden? Of heeft het te maken met een soort gebrek aan zelfvertrouwen en ambitie in de Nederlandse culturele ruimte? Dit is een interessant debat, hoewel het natuurlijk niet aan een Waal is om hier een oordeel over te vellen.
Maar op een moment dat er in Vlaanderen een debat gevoerd wordt over de noodzaak om de kennis van het Nederlands bij kinderen en jongeren te versterken en de minister van Onderwijs voorstelt om de kinderbijslag te verminderen voor gezinnen die te weinig inspanningen in die richting leveren, is de vraag welke taal in Vlaanderen wordt gesproken en met welke taal het zich identificeert, niet anekdotisch.
Die vraag raakt ook de Franstaligen en in het bijzonder de Walen, want de lessen Nederlands zullen geleidelijk aan weer verplicht worden in de Waalse scholen. Dat zal niet zonder problemen verlopen, te beginnen met de schaarste aan leerkrachten Nederlands die we nu al meemaken.
Maar een taal leren is heel concreet en het veronderstelt dat je niet alleen in staat bent om te spreken maar ook om wat gezegd wordt te verstaan. Franstalige jongeren en volwassenen die echt moeite doen om het Nederlands te leren en die in contact met Vlamingen komen, hebben de indruk dat de taal die ze leren, het AN, niet de taal is die de Vlamingen in het dagelijkse leven gebruiken. Wanneer ze naar de radio luisteren, merken ze dat de taal die in het nieuws wordt gesproken niet dezelfde is als de taal die daarna in de reclamespotjes wordt gebruikt. Dat werkt storend. Wat is het nut van een taal te leren die niet echt gesproken wordt? Het gaat hier niet om een waardeoordeel. Taalkundig beschouwd bestaat er geen hiërarchie tussen dialect, tussentaal of standaardtaal. Maar vertel de anderstaligen gewoon wat ze moeten leren spreken.