Opinie
Weg met de angst voor het label 'politiek correct'
Dieter Ceustermans is VRT-journalist en auteur van de romans 'Vluchtmisdrijf' (2009) en 'Breaking News' (2011).
Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik heb het helemaal gehad met het label 'politiek correct'. Die term is in de voorbije kwarteeuw (sinds Zwarte Zondag in 1991) uitgegroeid tot een soort karwats waarmee iedereen die zich nog vragen durft te stellen bij de manier waarop het er in onze samenleving aan toe gaat om de oren wordt geslagen. Problemen met stigmatiserend en polariserend taalgebruik? Politiek correct! Vragen bij de dubbele moraal die we in onze samenleving hanteren? Politiek correct! Problemen met het totaal geperverteerde wereldbeeld dat sommige politici en media propageren? Politiek correct!
Het probleem is vooral dat nogal wat journalisten zich hebben laten opjagen door dat label, zodat er met de jaren steeds meer dingen 'gebruikelijk' en zelfs 'vanzelfsprekend' zijn geworden die dat eigenlijk helemaal niet zouden mogen zijn. Concreet zie ik problemen op minstens twee niveaus: dat van de taal en dat van de toonzetting.
Voor wat de taal betreft, grijp ik graag terug naar het voorbeeld dat ik twee weken geleden gaf in deze kolommen (DM 19/1): het veralgemeende en vaak ondoordachte gebruik van een term als 'moslimterreur'. De dooddoener bij uitstek die telkens weer de kop opsteekt als je die discussie durft aan te snijden, is dat 'we een kat toch een kat moeten durven noemen'. Ik ben het daar volkomen mee eens. Het is inderdaad hoog tijd dat we een kat weer gewoon een kat gaan noemen in plaats van alle katten systematisch als bloeddorstige tijgers voor te stellen of ze er op zijn minst voortdurend mee in verband te brengen.
Want wat zijn de feiten? Ten eerste: de overgrote meerderheid van de slachtoffers van zogenaamde 'moslimterreur' zijn moslims. Volgens een recent BBC-artikel gaat het om ruim 90 procent, maar zelfs al was het maar 75 procent: het is absurd en eigenlijk zelfs onaanvaardbaar om een woord dat zozeer de achterliggende werkelijkheid miskent te gebruiken als was het de gewoonste zaak van de wereld. Bovendien valt het me op dat we de slachtoffers van 'moslimterreur' elders in de wereld (die 130 kinderen in Pakistan van zes weken geleden bijvoorbeeld) zelden of nooit 'moslimslachtoffers' noemen. Daar is 'een kat een kat noemen' plots niet meer zo belangrijk blijkbaar.
Ten tweede, en daarmee komen we op het niveau van de toonzetting: het gemak waarmee wij de hele moslimgemeenschap ter verantwoording roepen als er iemand in naam van de Islam een aanslag pleegt, staat in schril contrast met de manier waarop we omgaan met 'jongens van bij ons' die tot wandaden overgaan.
Toen Hans Van Themsche op 11 mei 2006 met een jachtgeweer door Antwerpen trok en het vuur opende op alles wat een kleurtje had (jazeker, de laatste terroristische aanslag in Antwerpen werd gepleegd door een volledig uit Vlaamse klei opgetrokken jongen met extreem-rechtse roots), was er grote schroom om het te hebben over de verantwoordelijkheid van extreem-rechts. Zelfs opiniemakers ter linker zijde schreven toen dat het 'onkies' was om een verband te leggen tussen deze terreurdaad en het discours van het Vlaams Belang, bijvoorbeeld.
Nochtans hadden we amper één maand eerder, toen Joe Van Holsbeeck op 12 april 2006 werd gedood door twee mannen 'met een Noord-Afrikaans uiterlijk' (alleen al het feit dat dat toen zo in een persbericht van het parket stond), met z'n allen de hele Marokkaanse gemeenschap ter verantwoording geroepen voor die misdaad, want het was nu wel eens dringend tijd dat die ouders daar hun criminele kinderen een beetje behoorlijk gingen opvoeden. Dat het uiteindelijk om Poolse zigeuners bleek te gaan? Tja, foutje zeker?
Bovendien treedt er bij 'jongens van bij ons' altijd weer een heel herkenbaar procédé in werking. Anders Breivik, Kim De Gelder en Hans Van Themsche hebben één ding gemeen, als je de teneur in veel van onze media mag geloven: het zijn gekken, die in geen geval representatief zijn voor de rest van de bevolking. Voor ons dus. Maar waar is die heldere blik als het om daders met een kleurtje gaat? Of om daders met een moslimachtergrond? Waarom wordt er bij hen niet meteen geroepen dat het om gekken gaat en waarom moet de moslimgemeenschap zich keer op keer wel verantwoorden voor het gedrag van 'hun' gekken?
Als dergelijke vragen 'politiek correct' zijn, dan beschouw ik die term voortaan als een geuzennaam. En ik zou ook mijn collega's willen oproepen om de angst om voor 'politiek correct' versleten te worden van zich af te werpen. Sommige dingen zijn nu eenmaal correct zonder meer, de toevoeging 'politiek' dient louter om de aandacht daarvan af te leiden.