De sportzomer van Vandeweghe
We zijn veel te snel blij in dit land en we rekenen ons zo graag rijk
Hans Vandeweghe volgt na het EK voetbal en de Tour ook de Olympische Spelen in Rio.
Zuur.
Glas altijd halfvol.
Pretbederver.
Ik kan de reacties op deze analyse op de sociale media zo voorspellen. Het tegendeel zou mij verbazen. Stel nu in geval van het andere uiterste dat op alle banken applaus zou losbarsten, dan pas zou ik mij een beetje ongerust maken.
We zijn stilaan aan het einde gekomen van de lange hete sportzomer van 2016 en de perceptie dat we het beste voor het laatst hebben gehouden, overheerst. Dat klopt niet helemaal, maar dat leest u wel in die analyse. We zijn veel te snel blij in dit land en we rekenen ons zo graag rijk.
Ik ben geen supporter als ik in den vreemde ben met de Belgische ploeg. Ik heb een polootje van het Belgian Olympic Team gekregen dat ik pas zal aantrekken als ik dinsdag incheck aan de olympische balie met mijn accreditatie strategisch omgekeerd gedraaid waardoor ze denken dat ik een trainer ben, kwestie van de lange wachtrijen wat te korten.
Behalve vier gratis caipirinha's en enkele hapjes op een avond in het Belgian House is dat polootje het enige wat ik van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité heb gekregen.
O ja, er was ook nog een rugzakje bij maar dat viel uit elkaar toen ik het de eerste keer openritste. Om u maar duidelijk te maken: ik moet dat kleffe gedoe niet van deel zijn van het team, juichen als de Belgen scoren en huilen als ze verliezen. Ik had wel gehoopt dat Jaouad Achab of die Raheleh Asemani een medaille zouden pakken omwille van de symbolische waarde en de aantrekkingskracht ervan op hele bevolkingsgroepen, maar dat is dan weer niet gelukt.
Haantjes bij de bond
Ik zit in met de topsport in dit land en ik hoop dat het nu de goede kant uitgaat. Jammer maar helaas loop ik al wat langer in deze business rond en zo kan ik mij nog levendig Atlanta 1996 voor de geest halen. Hoe we toen samen in het vliegtuig op weg naar huis een hele nacht doorpraatten en dronken (colaatjes) en in een extatische toestand op Zaventem werden ontvangen door een uitzinnige menigte.
Ik herinner mij nog hoe de toenmalige voorzitter van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité uiteraard in business terugvloog en toen hij aan zijn speech moest beginnen, minder lucide was dan wij allemaal die een hele nacht waren opgebleven. Hij had naar goede gewoonte de vliegtuigvoorraad sterke drank achterovergeslagen en die ochtend werden de messen geslepen voor een strijd die de sport jarenlang zou verlammen. BLOSO, nu Sport Vlaanderen, kwam nog maar net kijken als topsportactor en was niet bij machte meteen de leegte op te vullen die het BOIC achterliet.
De voorzitter werd vervangen en er kwam een nog slechtere voorzitter en na hem een nog slechtere, daarna een nog slechtere en al die tijd ging het steeds verder bergaf. Ik bleef tot 2008 in Nederland van alles doen en ik maakte het andere uiterste mee: het NOC*NSF dat tot de fusie in 1992 niks voorstelde, groeide uit tot een performante topsportmachine. Ook daar werd geruzied en af en toe ging een hoofd op het kapblok, ook daar hadden ze voorzitters die gebakken lucht verkochten, maar het NOC*NSF werd de onbetwiste motor van de Nederlandse topsport.
Dus ja, ik ben ongerust als ik een coach uit een van de meest performante sporten van deze Olympische Spelen hoor zeggen dat hij te allen tijde zal dwarsliggen. Of hij nu gelijk heeft dan wel ongelijk, dat maakt niet uit en ja, ik heb het over de zwemvaudeville. Het zal toch verdorie niet waar zijn dat we nu weer gaan ruziemaken? Is er dan niemand die binnen zo'n bond kan opstaan en de haantjes uit elkaar kan houden, in hun hok jagen of desnoods castreren?
Ik ben ook ongerust als ik zie dat de Franstaligen, die in 2014 en 2015 zo goed scoorden met veel mooie podia, ineens wegzakken tot het niveau van weleer: één toevallige medaille (maar wat voor één) en verder haast alleen mislukkingen. Een topsportland word je door het installeren van een topsportcultuur, door de lat hoog te leggen, over de taalgrenzen heen, en door niet te plooien voor het typisch Belgisch compromis. Her en der zag je die onverzettelijkheid opborrelen, met name bij wie het niet haalde en bij wie de tristesse nooit groter was. Ik denk, ik hoop dat we nu vertrokken zijn voor enkele Olympische Spelen met tien medailles als target.