ColumnFrederik De Backer
Wat is het waard, dat wat is uitgescheten in de glorie van uw wonderlijke techniek? Niets. Volstrekt niets
Frederik De Backer is columnist.
Lees mij nu u nog kunt, want straks ben ik er niet meer. Isoleer de muren met me, wikkel haringen in me, rol me op en hang me naast het toilet. Laat me links liggen, maar laat het mij zijn. Vergeet míj, niet de machine die straks deze stukjes produceert, die woorden uitbraakt waaraan misschien wel enige betekenis valt te onttrekken, maar geen zucht leven. Dorre letters. Droge inkt.
Ergens in een gebouw met pingpongtafels, standing desks en kleurige vergaderzalen lopen bleke jongetjes met brillen en smartwatches elkaar onder te spuiten. Twee verdiepingen hoger doen in botox gesteven mannen met dure hemden hetzelfde, ervoor wakend dat hun leren schoenen onbevlekt blijven. Taal was al langer stervende, maar deze schare heeft haar het mes in de borst geplant, gevild en in één moeite door uitgebeend.
We zijn waar de proleet ons al zo lang hebben wil. Slechts het getal is nog van tel.
Een motivatiebrief voor een sollicitatie, een opstel over Albert Camus of het neerschrijven van wat u voelt voor de vrouw die u al zovele jaren naloopt legt u vanaf nu in de kille digitale tengels van software genaamd GPT-3. Gewoon even nalezen wat u denkt, vindt en voelt, en klaar. Twijfel? Als de computer het zegt, zal het wel kloppen.
Dit soort uitvindingen wordt toegejuicht door wie zijn geluk afleest van een grafiek, mensen die praten in cijfers en denken in valuta. Mensen die opleven bij het zien van een propere kamer. Van een witte muur. Voor wie natuur een getrimd gazon is. Voor wie iets moeten uitleggen inefficiënt is.
Alsof de wereld nog niet potdoof gekakeld is met hersenloos gebral. Alsof nog niet genoeg bejaarden zich laten vangen door het Halfnederlands eigen aan officieel aandoende e-mails.
Er bestaat technologie die muziek maakt in de stijl van The Beatles, er is er die portretten schildert in die van Rembrandt, maar wat is ze waard? Wat is het waard, dat wat is uitgescheten in de glorie van uw wonderlijke techniek? Niets. Volstrekt niets. Het is zielloos. Bar. Leeg. Het beroert als het plastic waarin het wordt verpakt.
Het is de zoveelste containerlading stront en misprijzen die over de kunst wordt uitgestort. Niet eens over de kunst die men in musea hangt, neen, over iedere vrucht van een onafhankelijk brein, het knetteren van synapsen, het in woorden, muziek of kleuren gieten van een gevoel, iets wat vooralsnog niet kan worden geprogrammeerd. De mooiste, meest waardevolle uiting van wat het betekent mens te zijn. Hoe krukkig het ook moge zijn geschreven, hoe vals de noten ook gezongen, het is echt. Iemand heeft het gedacht, iemand heeft het gevoeld. En nu wordt het verkocht per lopende letter, zelfs niet; gratis weggegeven.
Schrijf mij een brief over het doven van het vuur.