OpinieNoa*
Wat ik geleerd heb in Lützerath
Noa* is een Belgische klimaatactiviste van 22. Ze verbleef tien maanden in het Duitse bruinkooldorp Lützerath, dat begin januari werd ontruimd en inmiddels is afgebroken.
Het is een huizenhoog journalistiek cliché dat er groepen mensen zijn waar veel over, maar zelden mee gesproken wordt. Terwijl ik met gefronste wenkbrauwen de artikels over de ontruiming van Lützerath las, kwam ik tot het besef dat ik deel uitmaak van zo’n groep: de ‘gewelddadige links-extremisten’, zoals de Verfassungsschutz, de Duitse staatsveiligheid, ons noemt, de gemaskerde anarchisten, de ecoterroristen.
Er is van onze kant vaak een zekere argwaan tegenover de pers, een voorzichtigheid die niet altijd onterecht is, maar ik geloof toch in het belang en de kracht van journalistiek. Daarom wil ik graag mijn perspectief op de afgelopen dagen geven, een perspectief getekend door mijn tien maanden in Lützerath, Lützi voor de vrienden, gekleurd door het verdriet dat ik momenteel voel door het verlies van mijn thuis. (Onverschilligheid is niet iets om trots op te zijn.)
Waar ik me hoofdzakelijk aan stoor in de berichtgeving over Lützerath is de reductie van de strijd rond het dorpje tot een symbool. Misschien zijn de mensen er te gewoon aan geraakt dat protest zo vaak symbolisch is. Er is in mijn ogen niets symbolisch aan de 280 miljoen ton bruinkool onder Lützerath. Het kan moeilijk meer concreet worden. Bruinkool is de meest schadelijke van de fossiele brandstoffen. Het verbranden van de bruinkool onder Lützerath zal ervoor zorgen dat Duitsland zich niet kan houden aan de klimaatafspraken van Parijs. Volgens het Duitse Instituut voor Economisch Onderzoek heeft Duitsland deze bruinkool niet eens nodig om de de energievoorziening te waarborgen. Bovendien duurt het nog jaren voordat de kool onder Lützi effectief kan worden verbrand, en kan het dus geen snelle magische oplossing bieden voor de huidige energiecrisis.
Ik begrijp dan ook niet goed waarom er in zo veel kranten staat dat ‘volgens de bezetters’ het verbranden van de bruinkool onder Lützi leidt tot ‘verdere onaanvaardbare opwarming van de aarde’. Hoezo, ‘volgens de bezetters’? Waarom worden de feiten niet als feiten benoemd? Het klimaatakkoord van Parijs, dát blijkt symbolisch, de gevolgen van het verbranden van de bruinkool onder Lützi zijn dat niet.
Lützerath was een plaats waar we een positief alternatief probeerden uit te bouwen voor onze destructieve manier van leven. Er wordt klimaatactivisten vaak verweten dat ze tegen alles zijn, dat ze met het vingertje wijzen en zeggen wat je wel en niet mag doen, dat je alles wat het leven ietwat dragelijk maakt moet opofferen op het altaar van de abstracte god van de klimaatneutraliteit. Lützi was een gemeenschap waar mensen opnieuw leerden om samen te leven, om hun verantwoordelijkheid tegenover elkaar te nemen.
Mijn vrienden hebben mij afgeraden om hét woord te gebruiken, maar ik ga het toch doen: in Lützi probeerden we ons ‘anarchistisch’ te organiseren. Ik gebruik dit woord, omdat ik het wil loskoppelen van de beelden van brandende auto’s die mensen hebben als ze het A-woord horen. Anarchistisch samenleven, dat is: oneindige vergaderingen, omdat op consensus gebaseerde democratie tijd vraagt, dat is in de vrieskou enorme hoeveelheden wortels snijden, dat is elkaars tranen drogen als de aanblik van de enorme bruinkoolmijn te veel wordt.
De vernietiging van Lützi zal niet alleen herinnerd worden als een zwarte dag in de geschiedenis van het klimaatactivisme, het is ook de zoveelste keer dat een gemeenschap waarin men op een andere manier politiek probeert samen te wonen onder de voet wordt gelopen. De criminalisering van Lützi gaat verder dan de honger naar bruinkool, het is een criminalisering van onze ideeën. Want mensen die niet-hiërarchisch proberen te leven, die tegen grenzen zijn, voor lgbtq-acceptatie zonder ja-maars zijn, waar je als man en wit persoon wordt gedwongen tot reflectie, waar de hegemonie van de staat niet wordt geaccepteerd, zo’n plek is te gevaarlijk om te blijven bestaan.
De strijd om Lützi was naast een strijd tegen klimaatverandering een strijd voor onze idealen, de idealen van een betere tijd. Maar utopieën mogen niet te lang blijven bestaan, het zou mensen zomaar op foute gedachten kunnen brengen. Lützerath een symbool noemen, dat is vergeten dat er daar echte mensen woonden, voor wie het een echte thuis was.
Wat is er symbolisch aan de bulldozers die de structuren platgooien die wij zo zorgvuldig hebben gebouwd? Ik heb een herinnering aan elke verwoeste hut, en het beeld van mijn voormalige thuis, met een gapend gat in de gevel waar ooit de grote poort in regenboogkleuren zat, zit voor altijd op mijn netvlies gebrand.
Laten we het tot slot hebben over politiegeweld. Over de ‘lichte schermutselingen’ bij de ontruiming. Nooit zal ik vergeten hoe mijn vriendin tot tweemaal toe haar lichaam over het mijne wierp toen ik op de grond was getackeld, waarna de politie haar in het gezicht en op het hoofd sloeg, en ze kokhalzend op handen en voeten door de modder moest wegkruipen. Toen we die 14de januari terug naar onze thuis wilden gaan, werden we begroet door een rij oproerpolitie, een aarden muur, een rij hekken, nog een rij politie, een rij politieauto’s, nog een rij hekken, politie te paard, politie met honden. This is what democracy looks like. Demosanis, die op betogingen medische hulp verstrekken, had het over opzettelijk toebrengen van ‘ernstige en zeer ernstige verwondingen’, bij twee personen zelfs ‘mogelijk levensbedreigend’. De politie ontkent.
Waar het die zaterdag om draaide was onze thuis en toekomst. En toen ik arm in arm met mijn kameraden een vastberaden stap vooruitzette, richting de politielinie, deden we dit omdat we, in tegenstelling tot de politici die uit cynisch winstbejag onze planeet vergooien, wel ergens in geloven.
Ergens in geloven, dat heb ik geleerd in Lützerath.