OpinieHendrik Schoukens
Wanneer krijgt de Schelde een stem in het PFOS-debat?
Hendrik Schoukens is onderzoeker Europees milieu- en natuurbeschermingsrecht (UGent).
PFOS is here to stay. Maar de hormoonverstorende forever chemicals vormen niet alleen een gevaar voor de volksgezondheid, zij brengen ook onherstelbare schade toe aan de natuur. Is het daarom niet hoog tijd om die natuur ook een stem te geven in dit debat?
Dodelijke cocktail
“De rivier is oppermachtig, een waarachtig vrouwelijk dier. Haar water glinstert prachtig, iedereen kijkt naar de rivier”. Deze tekstflard van wijlen Thé Lau, de zanger van de Nederlandse band The Scene, herinnert ons aan de centrale rol van rivieren in onze Lage Landen. De Schelde vormt met voorsprong de belangrijkste levensader van Vlaanderen. De voornaamste reden waarom Antwerpen überhaupt bestaat, is zijn strategische ligging langs de Schelde. Van toevluchtsoord voor woeste Vikingbendes uit het Hoge Noorden, tot fiere wereldhaven in de 21e eeuw.
Maar de voorbije eeuw is de aanwezigheid van dit ecologische wonder verworden tot een vanzelfsprekendheid. De Schelde slingert zich op de kaart met PFOS-vervuiling als een bloedrode slang dwars door het hart van de Vlaamse Ruit. De hoogste PFOS-concentraties werden opgetekend in Antwerpen, waar de hoeveelheden 110 keer hoger lagen dan toegelaten. Men suste dat de toegelaten normen ‘ecologische normen’ zijn. Je wordt als mens niet meteen ziek van een wandeling langs de rivier. Maar toch beter géén vis uit de rivier eten: de Schelde zelf lijkt wel doodziek door die cocktail van te veel nitraten (van de landbouw), ongezuiverd afvalwater (van burgers), industriële polluenten (van bedrijven) en het eindeloze uitbaggeren van de vaargeul (voor de haven).
Sois belle et tais-toi
Het is dan ook bevreemdend dat diezelfde Schelde tot nu toe de grote afwezige is in het debat omtrent de PFOS-vervuiling in en rondom de bedrijfssite van 3M in Zwijndrecht. De Schelde lijkt vooral te moeten knikken en zwijgen wanneer het gaat over de toekomst van onze industrie in en rondom het Antwerpse havengebied. De voorbije jaren hebben we nochtans heel wat schade toegebracht aan deze rivier: we hebben haar ingesnoerd met dijken, vervuild en diepe dokken langs haar oevers gegraven. De rivier wordt hooguit gedoogd. Een gebruiksvoorwerp zonder intrinsieke waarde.
Niemand vond het tot nu toe zinvol om namens de Schelde zelf naar de rechtbank te stappen. En terwijl zelfs die vermaledijde Oosterweel een menselijk gezicht kreeg in de vorm van de vermakelijke mascotte Corneel, zijn het vooral bedrijven die in onze nationale en internationale rechtbanken de plak zwaaien.
Er wordt met schouderophalen gereageerd op de vergunning van zeven bedrijven – waaronder 3M – om PFOS te lozen in Schelde. Dat PFOS op vandaag niet meer geproduceerd wordt, is een schrale troost. Niemand vindt het absurd dat bedrijven eeuwigdurende vervuilingsrechten krijgen. Het was de onlangs overleden Amerikaanse jurist Christopher Stone (1937-2021), die in 1972 in een baanbrekend artikel wees op deze opmerkelijke spreidstand: “We zijn zo gewend geraakt aan het idee dat een bedrijf ‘zijn’ rechten kan hebben (…) dat we vergeten zijn hoe schokkend dat was voor juristen (en mensen) in het verleden.”
De Schelde vs 3M?
Het PFOS-schandaal maakt op pijnlijke wijze duidelijk dat onze juridische kijk op de wereld rondom ons verre van neutraal is. Er ontstaan rechtssubjecten, waaronder de mens, en rechtsobjecten, waaronder wilde dieren en rivieren. Pas wanneer de volksgezondheid in het gedrang komt, wordt het milieu een halszaak. De natuur wordt immers niet rechtstreeks beschermd door rechten, zo nemen we gemakshalve aan.
Maar is het zo vergezocht om finaal de rivier zelf te laten plaatsnemen in de rechtbank als aanklager tegen 3M bijvoorbeeld? Natuurlijk, we weten niet zeker wat die rivier juist wil, maar weten we dat van de multinationaal of baby’s wel dan? En van Darwin hebben we geleerd dat wij mensen ook maar geconditioneerde mensaapjes zijn, die zichzelf vooral wijsmaken dat ze een vrije wil hebben.
Maar zonder het te beseffen hebben we de natuur de voorbije jaren via de achterdeur een plaats gegeven in ons juridische landschap. Want de Schelde is ondertussen een Europees beschermd natuurgebied en wij, Europeanen, hebben onszelf de harde juridische verplichting opgelegd het herstel van de ecologische integriteit centraal te stellen in ons handelen. Of anders gesteld, de Schelde heeft reeds het recht te bestaan en zelfs te floreren. In Nieuw-Zeeland kende men enkele jaren terug bij wet rechtspersoonlijkheid toe aan een rivier, hier in Vlaanderen moet het proces De Schelde vs 3M misschien wel hét milieuproces van de eeuw worden?