De gedachteAnn De Boeck
Wagons van meer dan 40 jaar oud en een spoornet dat met haken en ogen aan elkaar hangt, is het trieste resultaat van decennialang wanbeleid
Ann De Boeck is journalist.
Als jonge journalist kreeg ik in 2011 de NMBS in mijn bakje geschoven bij De Morgen. Dat waren nog eens hoogdagen. De drie bazen Jannie Haek, Marc Descheemaecker en Luc Lallemand die elkaar voortdurend saboteerden in de strijd om de macht. De clan-Didier Reynders en de clan-Johan Vande Lanotte die zich bezighielden met schimmige vastgoedpraktijken, tot in India toe. De bouw van de megalomane stations van Bergen en Luik. En later de totale leegte onder MR-ministers Jacqueline Galant en François Bellot.
Noem me gerust een azijnpisser, dat is wat regelmatig de trein nemen met je doet, maar een mens zou zich afvragen of er ooit iemand bezig was met het rijden van de treinen. Dat we ons vandaag moeten behelpen met wagons van meer dan veertig jaar oud en een spoornet dat met haken en ogen aan elkaar hangt, is het trieste resultaat van decennialang wanbeleid. Een beleid waarbij haltes, treinen en loketten werden geschrapt onder het mom van efficiëntie en andere uit electorale belangen werden opengehouden. Waarbij raden van bestuur en directies werden gevuld met politieke kameraden eerder dan met competente managers.
Pluim
Alleen al daarom verdienen de nieuwe beheerscontracten van de NMBS en Infrabel een pluim. Na twee jaar bikkelhard onderhandelen plaatsten de regering-De Croo, NMBS-baas Sophie Dutordoir en Infrabel-baas Benoît Gilson vrijdagmiddag de handtekening onder een toekomstplan voor de periode 2023-2032. Bijbehorend budget: een slordige 44 miljard euro, een historisch hoge financiële injectie in het spoor. Dankzij dit plan zou de NMBS binnen tien jaar 30 procent meer reizigers moeten vervoeren, zouden er nieuwere en stiptere treinen komen en goedkopere tickets in de daluren.
Lees ook
Groepskorting, extra late treinen en minder subsidies bij vertraging: zo ziet de toekomst van de NMBS eruit
Met de nadruk op ‘zou’ en ‘zouden’, natuurlijk. Maar als het goed is, zeggen we het ook: hulde aan de spoorbazen, die de onderhandelingen hard speelden maar zich uiteindelijk neerlegden bij het compromis. Hulde aan de groene mobiliteitsminister Georges Gilkinet (Ecolo), die onbezwaard door het verleden in alle stilte aan de kar bleef trekken. En hulde aan de regering-De Croo, die dan toch nog iets kan klaarspelen. Het was al van 2008 geleden dat een regering er nog in slaagde een toekomstplan voor het spoor uit te werken. Nu ligt de weg voor de komende tien jaar vast.
Achilleshiel
De grootste achilleshiel van het plan laat zich wel al raden. In 2023 en 2024 blijven de budgettaire extra’s voor het spoor erg beperkt. Er is simpelweg geen geld. Net nu wordt het spoor nochtans geplaagd door een acuut gebrek aan personeel en materiaal. De oorzaak voor die impasse ligt deels bij de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne, al betaalt de reiziger toch vooral de prijs van een management dat te weinig anticipeerde op deze crises. De NMBS zal, wat er in de toekomst ook mag komen, niet meteen uit deze put raken.
Hoop doet leven, luidt het cliché, en op het perron is een beetje hoop deze dagen welkom. Maar de komende twee jaar moet de treinreiziger eerst nog door de woestijn.