OpinieDavid D'Hooghe
Waarom geen hergroepering in het midden? Als een Mr. Nobody zocht ik het uit
David D’Hooghe is deeltijds hoogleraar publiek recht aan de KU Leuven, verbonden aan het Leuven Centre for Public Law en advocaat in Brussel.
Wanneer komt die brede centrumpartij eraan? vroeg ik me een klein jaar geleden af in een opiniestuk dat verscheen in De Standaard (7 juni 2021). Is het onderscheid tussen de klassieke politieke families in het licht van de toenemende aantrekkingskracht van extreme partijen nog voldoende relevant? Ik bepleitte het streven naar een gemeenschappelijke politieke actie die uitgaat van de waarden die de centrumpartijen onderschrijven – respect voor mens en omgeving, individuele vrijheid en verantwoordelijkheid, gelijke kansen, solidariteit en duurzaamheid.
Aangenaam verrast door de respons heb ik sindsdien met een aantal politici, experts, onafhankelijke waarnemers en opiniemakers gesprekken gevoerd. Mijn positionering was als volgt: (1) ik ben niet partijpolitiek geëngageerd; (2) ik heb al op alle niet-extreme partijen gestemd; en (3) er is geen enkele partij die mij als centrumkiezer kan overtuigen. Als een Mr. Nobody en zonder enig mandaat wou ik nagaan of en hoe een hergroepering in het midden mogelijk was.
In eerste instantie leek het me logisch om te vertrekken van een centrale as tussen cd&v en Open Vld. Ik kreeg de indruk dat hiervoor bij Open Vld een reële belangstelling bestond, de reacties bij cd&v waren diffuser. Er bleek grote verdeeldheid te bestaan, mede ingegeven door zowel persoonlijke affiniteiten als persoonlijke belangen.
Open Vld bleek minstens niet de enige mogelijke partner voor gestructureerde samenwerking. Zeker N-VA werd door sommigen als valabele kandidaat voor geïntegreerde samenwerking aangezien. Anderen bleken ook naar Vooruit of Groen te willen kijken.
De ethische opstelling in een aantal delicate dossiers (abortus, euthanasie) weerhoudt een substantieel aantal cd&v’ers van een samengaan met Open Vld. Ook het belang van emoties had ik onderschat: zowel de loyale gehoudenheid aan de eigen ‘familie’ als de boosheid om het verraad door x of y van lang geleden. Daarnaast spelen de structurele overfinanciering van de politieke partijen en de daarmee gepaard gaande particratie een belangrijke rol. Politieke partijen zijn mede daardoor machines geworden die in de eerste plaats gericht zijn op het eigen voortbestaan.
Mijn eerste gespreksronde liet dus niet toe aan te nemen dat cd&v en Open Vld de centrale as konden vormen van een herverkaveling in het midden.
Vervolgens vroeg ik me af of de dynamiek voor een dergelijke herverkaveling niet veeleer zou kunnen uitgaan van het lokale niveau. Ik schreef daarover een blog: ‘Het zijn de beleidspartijen die niet deugen’ (19 januari 2022). Bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen zal het initiatiefrecht voor coalitievorming toekomen aan de stemmenkampioen van de grootste partij (en in geval van succes zal die burgemeester worden). Op lokaal vlak zullen zo heel wat brede centrumlijsten tot stand komen (als variaties op ‘gemeentebelangen’).
Waarom zou men die oefening, uitgaand van lokale politici, vanuit het lokale niveau niet kunnen doortrekken naar het centrale niveau? Een lijst van de centrumburgemeesters, als het ware. Ook hierover had ik enkele gesprekken. Het belang van lokale politici (niveau kandidaat-burgemeester) als motor voor een politieke herverkaveling werd erkend. Het bleek niet realistisch om voor de lokale verkiezingen van 2024 enig initiatief te verwachten. De lokale toppers zullen al hun tijd en energie nodig hebben voor ‘hun’ verkiezingen. Sommigen zullen ook al moeten opdraven voor de federale/regionale verkiezingen en kunnen niet ook nog eens trekker zijn voor bovenlokale initiatieven tot hergroepering.
Mijn besluit was dan ook dat er voor 2025 geen initiatief in de richting van een herverkaveling in het centrum kon worden verwacht. Blijkbaar moet men eerst het drama van de verkiezingen van 2024 afwachten. Want hierover bleek iedereen het eens: het wordt een gitzwarte zondag, met een zware afstraffing van de klassieke centrumpartijen en de extreme partijen als grote overwinnaar.
Blijft de optie om na te gaan of er met een aantal onafhankelijken alsnog iets kan worden opgestart. Geen evidente oefening. Want als je een nieuwe politieke formatie wilt beginnen, en je daarvoor de vereiste financiering zou vinden, heb je niet alleen ‘inhoud’ nodig maar ook ‘stemmentrekkers’. In ons electoraal systeem heb je daartoe nood aan binding met personen die op lokaal vlak gekend zijn en vertrouwen genieten. En dan kom je snel terug bij de lokale politici…
Tenzij de peilingen de klassieke centrumpartijen zwaar onder de 10 procent duwen is een herverkaveling in het midden voor 2025 dus zeer onwaarschijnlijk. Het wordt dan nog enkele jaren aanmodderen, met verdere stilstand op het vlak van de grote maatschappelijke uitdagingen.
Of zou ik mijn queeste toch nog voortzetten? Uiteindelijk bleken nagenoeg al mijn gesprekspartners er wel van overtuigd dat die hergroepering er moet komen.